vrijdag 1 februari 2013

De Social Profit komt op straat voor “het rechtmatig deel van de koek” …

Gisteren kwam de Social/Non-Profit in Brussel op straat met een kleine duizendtal betogers wat helemaal niet slecht is voor een “vingerknipmobilisatie” op enkele dagen tijd. De laatste 2 jaar was er vooral in de rangen van de federale sectoren een zeker defaitisme geslopen wat betreft actievoeren met alle gevolgen van dien (of was het zoals met de kip en het ei?) Voor de volledigheid dienen we wel te vermelden dat ALLE sectoren van de Social Profit bij de mobilisatie betrokken waren wat ons sterkt in onze overtuiging: samen staan we sterker, apart spelen de politici en de werkgevers sowieso met onze voeten. De sector heeft alle redenen om te manifesteren maar de concrete aanleiding deed toch menig wenkbrauw fronsen bij doorwinterde syndicalisten. Heel wat militanten liepen dan ook met een dubbel gevoel rond in Brussel.

Op de website van GVA werd de dag voor de actie (30 januari) een artikel aangekondigd met volgende titel: “IPA - Non-profit voert morgen actie voor lastenverlaging en trekt naar Di Rupo.” Vakbonden die gaan betogen voor lastenverlaging (een "oereis" van de werkgevers) komt een beetje op hetzelfde neer als vloeken in de kerk of een betere Monty Python sketch ... Een mooi voorbeeld voor de discrepantie tussen de “dagelijkse syndicale praktijk” en de “grote principes.” Dat de sectorvakbonden hand in hand met hun werkgevers ten strijde trekken tegen de eigen vakbondsvertegenwoordigers in de groep van 10 (want daar komt het uiteindelijk op neer) is op zijn minst ook een beetje vreemd … 

Ordewoord voor de betoging

Alvorens we de achtergrond schetsen waarin deze eigenaardige situatie zich kon ontwikkelen toch nog een woordje over de concrete oproep voor de betoging. Waar knelt het schoentje? In het interprofessioneel overleg dat verder gezet wordt na het op de klippen lopen van het IPA (Inter Professioneel Akkoord) wordt de Social Profit uitgesloten wat betreft de lastenverlagingen voor de mooie totaalsom van 370 miljoen euro. Deze buit wordt exclusief voor de privésector voorbehouden. Dit komt er eigenlijk op neer dat “de ArcelorMittals en Fords van deze wereld” nóg meer winst in hun zakken gaan steken zonder dat daar 1 extra job tegenover staat. De ondertussen grijs gedraaide mantra hierbij is de zogenaamde “concurrentiepositie van onze bedrijven.” 

Hier wordt dan het systeem van de Sociale Maribel in de Social Profit tegenover gesteld. Elke euro lastenverlaging gaat hier naar extra tewerkstelling: de lastenverlaging bij elke individuele werkgever komt in een grote nationale pot terecht en dit geld wordt dan herverdeeld naar de instellingen in extra jobs. Gezien het aandeel van de Social Profit in de totale tewerkstelling 12% bedraagt, zou dit neerkomen op een deel van de koek waarmee ongeveer 1500 extra jobs kunnen gecreëerd worden. Vanuit deze optiek begrijpelijk voor een sector die kampt met chronisch personeelsgebrek en werkdruk die echter ook niet ontsnapt aan de symptomen van de crisis zoals personeelsinkrimping ten gevolge van besparingen.

Sociale Zekerheid: quo vadis?

Anderzijds moeten we als vakbondsmilitanten benadrukken dat lastenverlagingen de financiële basis van de Sociale Zekerheid ondergraven. Hoe groter die put wordt, hoe meer er dient bespaard en zo geraken we in een straatje zonder einde. Om het ietwat plastisch uit te drukken: de sociale maribel graaft ondiepe greppels, de lastenverlaging bij de profit graaft grote vijvers. Het unieke aan de Social Profit is natuurlijk dat de financiering voor een groot deel uit die bewuste Sociale Zekerheid zelf komt en er via de sociale maribel een soort van terugverdieneffect ontstaat. Het blijft echter een lapmiddel en vormt allesbehalve een fundamentele oplossing voor de problemen in de sector.

De achtergrond

Sinds het aflopen van het laatste sociaal meerjarenakkoord voor de federale sectoren (2005-2010) is men er niet meer in gelukt tot een ernstig sociaal akkoord te komen. De Vlaamse sectoren hebben meer geluk en zijn er nét op de valreep toch nog in geslaagd. Voor het jaar 2011 werden we getrakteerd op een mini-akkoord dat in 2012 spijtig genoeg opvolging kreeg van een heus mini-bijna akkoord, een pruts die desalniettemin botste op een njet van de werkgevers en buiten extra tewerkstelling niet veel inhoudt. Het feit dat de vakbonden hierover niet communiceren zegt al genoeg: er valt voorlopig immers niets of weinig over te vertellen.

Zolang er ernstige meerjarenakkoorden afgesloten werden in de sector (die een reële vooruitgang betekenden voor de werknemers) lag er niemand van wakker dat de sector geen uitstaans had met het IPA. Dit veranderde echter met de crisisjaren toen de Social Profit plots wel van de interprofessionele riem kreeg als het over inleveringen ging. De laatste jaren kunnen we  echter spreken van een allesblokkerende stellingenoorlog tussen werkgevers en vakbonden in het Paritair Comité 330. Is dit de reden waarom een deel van de vakbondsleiding plots zijn heil zoekt “op een ander?” We kunnen alleen maar betreuren dat dit resulteert in een gevecht om een deel van de koek die eigenlijk geen koek is maar een k … euh gat in een zak. 

Met een blik op de toekomst …

Heeft de Social Profit redenen om op straat te komen? Zeker en vast maar laat dit dan gebeuren onder klare en ondubbelzinnige ordewoorden en niet onder een zogenaamde “pragmatisch-syndicale hersenkronkel” die op de koop toe de interne verdeeldheid in de vakbonden zelf nog eens blootlegt. De vertrouwde actierecepten van de witte woede van weleer gaan niet op in tijden van crisis. Een tijd van bezinning dringt zich op aan de sector … om daarna met nieuwe recepten tot actie over te gaan. Bij BBTK  is die denkoefening alvast bezig, laat ons hopen bij de rest ook …






link naar fotoreportage LBC
link naar artikel dewereldmorgen.be
link naar reportage VRT
link naar reportage Kanaal Z