zaterdag 7 november 2020

Vivaldibeloften voor de zorg: too little, too late!


Dit artikel werd geschreven in oktober. In een pandemie zoals deze betekent enkele weken verschil een eeuwigheid. Ondertussen is de federale regering nog eens met een extra 200 miljoen euro over de brug gekomen voor de zorg (bovenop de 1,2 miljard) De onderhandelingen over dit extra budget starten maandag 9 november.

Zoals reeds in maart voorspeld, zitten we nu volop in de tweede coronagolf. Wie gehoopt had dat de 9 overheden (!)  in ons land het deze keer niet zover zouden laten komen, wordt geconfronteerd met een déjà vu gevoel. De spreekwoordelijke ezel heeft hier ongelijk.

Het bedrag dat Vivaldi extra investeert in de zorgsector lijkt fenomenaal: 1,2 miljard euro!  1 miljard voor het sociaal voorakkoord afgesloten in juli en een bijkomende 200 miljoen voor de geestelijke gezondheidszorg. In de federale zorgsector zijn ongeveer 130.000 werknemers actief: dit relativeert meteen het enorme bedrag.

Maar nuchter bekeken, gaat het eigenlijk over een noodzakelijke correctie die pro-actief  véél eerder had moeten gebeuren: de zorgcrisis (zonder corona) is al veel jaren op voorhand voorspeld. Maar in de nasleep van de financiële crisis van 2008 moesten vooral de banken gered worden. De gezondheidszorg werd het kind van die rekening en betaalde het gelag met grove besparingen.

Inhoudelijk gezien is het sociaal voorakkoord van 1 miljard eigenlijk een addendum van het sociaal akkoord van oktober 2017 waarvan een groot deel NIET uitgevoerd werd. De zorgcrisis, extra versterkt door de coronapandemie, wacht echter niet op de tergende traagheid van de overheden, politici en het sociaal overleg. Deze traagheid kost letterlijk mensenlevens.

Eerste golf, tweede golf , …?

Wat de zorgsector betreft ,zijn er wel enkele fundamentele verschillen tussen de eerste en de tweede golf. In de eerste golf werden we vooral geconfronteerd met het verrassingseffect met alle gevolgen van dien waaronder het totaal gebrek aan beschermingsmiddelen en procedures. 

Voor de tweede golf hadden de instellingen tijd genoeg om hun infrastructuur klaar te stomen en voorraden aan te vullen maar nu draait alles rond 2 andere belangrijke elementen. Het eerste is het feit dat het zorgpersoneel nu vooral  de mentale en fysieke weerbots van de eerste golf ondergaat na enkele maanden op adrenaline te hebben gedraaid. We gaan dus de tweede golf nóg meer uitgeput in als tijdens de eerste. De stijgende cijfers van uitval van collega’s bevestigen dit ook. Een tweede verschil: het personeel  moet nu ook een grotere spreidstand aannemen aangezien men er ook de reguliere zorg moet bijnemen (voor zolang dat mogelijk is) die in de eerste golf werd uitgesteld.

De kans op het ineenstorten van de zorgsector is nu veel reëler dan tijdens de eerste golf. En ondertussen wordt er al een volgende, derde  golf voorspeld …

Te weinig? Te laat?

De vakbondstop geeft zelf toe dat dit bedrag niet volstaat om te antwoorden op alle toekomstige uitdagingen in de zorgsector. Anderzijds is een dergelijk bedrag niet meteen iets dat men laat liggen. In dit spanningsveld zitten de vakbonden vandaag de dag gewrongen. Maar we kunnen ons de vraag stellen in hoeverre de huidige situatie niet het gevolg is van de terughoudendheid van de vakbondsapparaten in het verleden om doortastende en efficiënte acties te organiseren.

Ondertussen is het sinds 2005 geleden dat een witte woede in een nationale stakingsbeweging eindigde: dat is 15 jaar geleden!

Nochtans toont het succes van de mobilisaties van het actienetwerk ‘De Zorg in Actie – La Santé en Lutte’ het potentieel voor strijd. Het is één van de manieren om het immobilisme van het gemeenschappelijk vakbondsfront te overkomen.

Enkel actie loont!

Er is niemand die vandaag nog durft te beweren dat de acties van het Brussels zorgpersoneel niets opgeleverd hebben. Denken we maar aan het federaal noodzorgfonds voor meer personeel (402 miljoen euro) dat in het federaal parlement gestemd werd in de nasleep van de stakingsacties in de Brusselse ziekenhuizen in 2019. Denken we aan het inslikken van de 2 pest-KB’s van Wilmès voor het zorgpersoneel  na de iconische actie in het Sint-Pietersziekenhuis waar zorgpersoneel ostentatief de rug toekeerde naar de premier. Denken we aan – ondanks zeer moeilijke omstandigheden – de mobilisatie van tot 7000 manifestanten op de grote zorgbetoging op 13 september.

Vlaamse accenten

Opmerkelijk is ook het feit dat het federaal regeerakkoord uitspraken doet over zaken die onder Vlaamse bevoegdheid vallen. Alvast een lichtpuntje: de huidige leerladder in de zorgberoepen blijft behouden alsook de gegradueerde verpleegkundige (HBO 5 of old school A2) met een eigen profiel. De laatste jaren werd dit ernstig in vraag gesteld. Reeds geruime tijd woedt er een gevecht (half) achter de coulissen tussen de corporatisten/bestuursleden van de klassieke beroepsorganisaties enerzijds en de vakbonden en relatief nieuwe beroepsorganisaties BEFEZO (zorgkundigen) en BFHBOV (HBO5 verpleegkunde) anderzijds.

De 200 miljoen extra voor geestelijke gezondheidszorg geeft ook een hint welke richting Vivaldi uit wil wat betreft de verdere regionalisering van de zorg. Geestelijke gezondheidszorg valt deels federaal en deels onder gewestelijke bevoegdheid. De psychiatrische ziekenhuizen zijn bijvoorbeeld federaal maar de PVT’s en artikel 107 (psychiatrische zorg aan huis) zijn Vlaams maar het gaat doorgaans over personeel van dezelfde instelling. Dit doet ons denken aan “het Conner Rousseau compromis” waarbij de budgetten federaal blijven maar de bevoegdheden regionaal uitgeoefend worden. Dat dit getuigt van Belgisch surrealisme op zijn best, behoeft geen betoog.

Ondanks hogere groeinorm geen breuk met Maggie’s blauwe erfenis

De groeinorm is het per wet vastgelegd percentage dat het gezondheidsbudget jaarlijks mag aangroeien en dit omwille van de demografische evolutie (vergrijzing) en technologische ontwikkelingen. In het verleden onder Verhofstadt lag deze norm op 4,5%. Onder de regering-Di Rupo werd dit teruggebracht naar 3%, de regering-Michel beknibbelde er verder op tot 1,5% waar in de praktijk nog onder gegaan werd door bijkomende besparingen. Vivaldi gaat voor een groeinorm van 2,5% vanaf 2022. Gezien de voorgeschiedenis niet meteen een radicale trendbreuk met het verleden. En we willen er even op wijzen dat PS en N-VA in de afgesprongen onderhandelingen ook akkoord waren met een groeinorm van 2,5%.

In de tekst van het regeerakkoord is het ook duidelijk dat men niet breekt met de blauwe hervormingsplannen van Maggie De Block. We citeren: “De reeds ingezette hervormingen van het ziekenhuislandschap en de ziekenhuisfinanciering worden verdergezet.” We hebben het hier o.a. over de beruchte ziekenhuisnetwerken en DRG-financiering waarvan de eerste fase in de Belgische ziekenhuizen al uitgerold is onder de noemer ‘laagvariabele zorg. ’ DRG-financiering betekent dat de overheid een vaste financiële enveloppe voorziet per diagnostische groep, forfaitaire financiering met andere woorden.  Voorbeeld: je wordt opgenomen in het ziekenhuis voor een breuk. Het ziekenhuis zal hiervoor een vaste vergoeding krijgen onafhankelijk van hoeveel keer ze je langs bijvoorbeeld de medische beeldvorming laten passeren (dat heet dan ‘overconsumptie’)  De Duitse vakbond ver.di voert al jaren campagne tegen de DRG-financiering (ginds ingevoerd begin jaren 2000) omdat dit eerst en vooral een besparingsmaatregel is en blijft met daarenboven ongewenste neveneffecten maar dat zou ons te ver leiden om hier verder op in te gaan.

Betekent Vivaldi een radicale koerswijzing betreffende gezondheidszorg? De bijkomende investeringen en hervormingen gebeuren om het schip drijvende te houden en niet te laten zinken. Echter een nieuwe haven opzoeken zit er niet in …