Bij onderhandelingen of zelfs tijdens de uitvoering van (loon)akkoorden in de non-profit is er steeds de traditionele jacht op financiële middelen om de maatregelen te bekostigen. Denk maar aan het nodige kunst-en vliegwerk om het 'Project 600' te laten voortbestaan. Hiervoor werd er al de nodige financiering voor een periode van 14 maand en 10 dagen bij elkaar gesprokkeld. Een duwtje in de rug van de regering was echter nodig om dit probleem aan te pakken; wat zou er zonder de mobilisatie op 30 april gebeurd zijn?
Ondertussen is het al sinds 2002 geleden dat er in de federale sectoren nog een loonsverhoging (van 1%) werd doorgevoerd. Ondertussen heeft het ABVV al een schot voor de boeg gelost voor de onderhandelingen voor het IPA 2009-2010: een loonsverhoging van 10% verspreid over 2 jaar (dus 5% per jaar) om het verlies aan koopkracht te compenseren in de profitsectoren.
Terwijl moeten we het in de non-profit stellen tot 2010 met de apenootjes van de attractiviteitspremie en een zeer marginale verhoging van de extra-prestaties. Ons gezond verstand (en dat komt heus niet van bij Lijst Dedecker!) zegt ons dat we het geld moeten halen daar waar het zit.
In een artikel in De Morgen van 17 juni doet men een boekje open over de fraude in de gezondheidszorg. Hier worden alvast mooie bedragen genoemd die al heel wat (financiële) noden in onze sector zouden kunnen oplossen. Er zou naar schatting 1 procent van het budget van de ziekteverzekering op jaarbasis verloren gaan aan corruptie en fraude in de gezondheidszorg. Dat is ongeveer 220 miljoen euro of 8,8 miljard oude Belgische Frank per jaar. Dit is echter een zeer voorzichtige schatting die gebaseerd is op de extrapollatie van vaststellingen van officiële klachten tussen 2003 en 2007. In de andere Europese landen loopt het fraudepercentage op tussen 3 en 5% van het totaalbudget van de ziekteverzekering. Naar België vertaald zou dit concreet betekenen: tussen de 26,4 miljard BEF en 44 miljard BEF…
Jaarlijks worden er in België gemiddeld 1200 officiële klachten ingediend bij het RIZIV. Op jaarbasis recupereert het RIZIV ongeveer 5 miljoen euro bij 130 zorgverstrekkers die veroordeeld zijn wegens fraude of ernstige fouten: een peulschil dus.
De meest voorkomende vorm van fraude is het aanrekenen van prestaties die niet geleverd zijn. De medewerkers van Polsslag wijzen het systeem van de prestatiegeneeskunde aan als de grote schuldige. Dit systeem zet bijna automatisch aan tot fraude en overconsumptie aangezien het kinderspel is… Elke ziekenhuisverpleegkundige kan getuigen van de malversaties die dit systeem teweeg brengt: het gaat niet om uitzonderingen maar het is spijtig genoeg dagelijkse kost.
Het volledig uitbannen van de prestatiegeneeskunde zou heel wat geld uitsparen. Diegenen die voorstellen om het systeem te behouden maar er een grotere controle op uit te oefenen zitten er volgens ons compleet naast. Hoe gaat men in de praktijk zo een grotere controle uitoefenen: door dag en nacht bij elke arts een controle-arts te zetten? Het uitbannen van de prestatiegeneeskunde zou volgens ons ook een ‘democratiserend’ effect hebben op de gezondheidszorg. Nu gedragen veel artsen-specialisten zich als kleine feodale heren die amper rekening houden met de rest van het personeel. Het statuut van ‘gewone werknemer’ tussen al de rest zou hier alvast een verandering in de geesten kunnen teweegbrengen.
Ondertussen is het al sinds 2002 geleden dat er in de federale sectoren nog een loonsverhoging (van 1%) werd doorgevoerd. Ondertussen heeft het ABVV al een schot voor de boeg gelost voor de onderhandelingen voor het IPA 2009-2010: een loonsverhoging van 10% verspreid over 2 jaar (dus 5% per jaar) om het verlies aan koopkracht te compenseren in de profitsectoren.
Terwijl moeten we het in de non-profit stellen tot 2010 met de apenootjes van de attractiviteitspremie en een zeer marginale verhoging van de extra-prestaties. Ons gezond verstand (en dat komt heus niet van bij Lijst Dedecker!) zegt ons dat we het geld moeten halen daar waar het zit.
In een artikel in De Morgen van 17 juni doet men een boekje open over de fraude in de gezondheidszorg. Hier worden alvast mooie bedragen genoemd die al heel wat (financiële) noden in onze sector zouden kunnen oplossen. Er zou naar schatting 1 procent van het budget van de ziekteverzekering op jaarbasis verloren gaan aan corruptie en fraude in de gezondheidszorg. Dat is ongeveer 220 miljoen euro of 8,8 miljard oude Belgische Frank per jaar. Dit is echter een zeer voorzichtige schatting die gebaseerd is op de extrapollatie van vaststellingen van officiële klachten tussen 2003 en 2007. In de andere Europese landen loopt het fraudepercentage op tussen 3 en 5% van het totaalbudget van de ziekteverzekering. Naar België vertaald zou dit concreet betekenen: tussen de 26,4 miljard BEF en 44 miljard BEF…
Jaarlijks worden er in België gemiddeld 1200 officiële klachten ingediend bij het RIZIV. Op jaarbasis recupereert het RIZIV ongeveer 5 miljoen euro bij 130 zorgverstrekkers die veroordeeld zijn wegens fraude of ernstige fouten: een peulschil dus.
De meest voorkomende vorm van fraude is het aanrekenen van prestaties die niet geleverd zijn. De medewerkers van Polsslag wijzen het systeem van de prestatiegeneeskunde aan als de grote schuldige. Dit systeem zet bijna automatisch aan tot fraude en overconsumptie aangezien het kinderspel is… Elke ziekenhuisverpleegkundige kan getuigen van de malversaties die dit systeem teweeg brengt: het gaat niet om uitzonderingen maar het is spijtig genoeg dagelijkse kost.
Het volledig uitbannen van de prestatiegeneeskunde zou heel wat geld uitsparen. Diegenen die voorstellen om het systeem te behouden maar er een grotere controle op uit te oefenen zitten er volgens ons compleet naast. Hoe gaat men in de praktijk zo een grotere controle uitoefenen: door dag en nacht bij elke arts een controle-arts te zetten? Het uitbannen van de prestatiegeneeskunde zou volgens ons ook een ‘democratiserend’ effect hebben op de gezondheidszorg. Nu gedragen veel artsen-specialisten zich als kleine feodale heren die amper rekening houden met de rest van het personeel. Het statuut van ‘gewone werknemer’ tussen al de rest zou hier alvast een verandering in de geesten kunnen teweegbrengen.