maandag 17 januari 2011

100% kwaliteit betekent 100% personeelsbezetting!

Pamflet Polsslag naar aanleiding van de acties in een aantal instellingen van de Broeders van Liefde op 18 januari.
pamflet in PDF

Negen maanden na het startschot door de vakbonden, is de Vlaamse regering eindelijk in gang gesukkeld. De Witte Woede moest wel eerst nog eens haar tanden laten zien.

De betoging van 19 november was een duidelijk signaal naar de bevoegde ministers. Kris Peeters (CD&V, minister-president) verklaarde zich bereid om onderhandelingen op te starten en had zelfs een voorstel mee voor de werknemers van de Non-Profit. Het voorstel is echter makkelijk samen te vatten in twee zegswijzen: “verdeel-en-heers” en “op-de-lange-baan-schuiven”. Verdelen in deelsectoren en bevoegdheden, maar tegelijk ook in de tijd. Onderhandelingen over budgetten willen ze uitstellen tot ergens in 2013. Op die manier kunnen ze de beslissingen doorschuiven naar de volgende legislatuur.

De onderhandelingen als gevolg van de betoging van midden november, hebben weinig verandering gebracht in het oorspronkelijke voorstel van de Vlaamse regering. Het is dan ook niet verwonderlijk dat verschillende stemmen binnen de vakbonden spreken van een ‘vals’ akkoord. Nog voor de achterban geraadpleegd is, willen dergelijke uitspraken al iets zeggen. LBC doet dit op een staten-generaal op maandag 17 januari (tijdens het ter perse gaan van deze editie van Polsslag). BBTK bevraagt zijn leden later deze maand. Het oorspronkelijke voorstel van Peeters was een vijfjarenplan dat opgedeeld is in twee fasen. In een eerste fase van twee jaar wil hij de “kwalitatieve aspecten” bespreken en dit per sector en per bevoegde minister. Hij voegde er aan toe dat het wel binnen de bestaande budgetten moest blijven. In een tweede fase, van 2013 tot 2015, kunnen er andere elementen aan bod komen. De start voor deze tweede fase is niet zomaar gekozen, het is net voor de verkiezingen van 2014. Hierdoor kunnen alle hete aardappels doorgeschoven worden naar de volgende legislatuur. Met een voorspelbaar resultaat: de Non-Profit kan extra middelen op zijn buik schrijven.

Zelfs slechte lezers zullen nu de wenkbrauwen al gefronst hebben. Kwaliteit verhogen zonder geld vrij te maken? Enkel vertegenwoordigers van de vrije markt kunnen met dergelijke logica naar buiten komen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de voornaamste bevoegdheden binnen de Vlaamse regering bij Kris Peeters (CD&V en ex-Unizo) en Philippe Muyters (NVA en ex-Voka) liggen. De vakbonden hebben een heel andere visie over het verhogen van de zorgkwaliteit. De gemeenschappelijke eisenbundel is er op gericht om betere arbeids- en loonvoorwaarden te creëren. Centrale punten zijn de verhoging van de koopkracht, de uitbreiding van de effectieve personeelsbezetting, “werkbaar werk” en een “leefbaar leven”.

De vijfjaarlijkse onderhandelingen binnen de Non-Profit tussen vakbonden en de verschillende regeringen van dit land lopen dit jaar samen met de tweejaarlijkse onderhandelingen voor een interprofessioneel akkoord (IPA) van de privésector. Gelijktijdig doch parallel naast elkaar. De sector kan immers niet genieten van de voordelen van het IPA, maar moet wel de nadelen ervan dragen. Zoals de slechtere voorwaarden voor tijdskrediet als gevolg van het Generatiepact. Hoewel de interprofessionele onderhandelingen in de privé nog lang niet rond zijn, kunnen we nu al zeggen dat de uitkomst negatieve gevolgen zal hebben voor de Non-Profit. Er wordt immers gesproken van een effectieve loonmarge onder de 1% en een verdere uitholling van de index. Daarnaast ligt ook het hete hangijzer over het bediende- en arbeidersstatuut op de onderhandelingstafel. De beslissing hierover zal rechtstreeks een gevolg hebben voor zowel arbeiders als bedienden binnen de Non-Profit. De strijd die de werknemers van Brinks gestart zijn, zal uitgebreid en ondersteund moeten worden door zowel privé als non-profitsectoren. De logica van de werkgevers en de regering in dit dossier is op zijn minst hoogst eigenaardig te noemen. Zij willen van de zwakste statuten de norm maken. Dit zou hetzelfde zijn als racisme oplossen door iedereen te gaan discrimineren.

De ‘logica’ van het eerder aangehaalde Generatiepact hebben de vakbonden van de Non-Profit wel kunnen terugdringen in het PC 330 (federale sectoren). Op 13 december is de verlenging van de CAO brugpensioen vanaf 58 jaar en de CAO halftijds brugpensioen vanaf 56 voor de komende drie jaar ondertekend voor de hele sector. In schril contrast hiermee staat het blokkeren van het ‘mini’-akkoord voor de federale sectoren. Om de lopende projecten in de gezondheidszorg niet in het gedrang te brengen, werd er voor 2011 een overbruggingsakkoord afgesloten tussen minister Onkelinckx, de vakbonden en de werkgevers. De 2 eerste partijen benadrukten in oktober dat dit slechts een eerste stap is naar onderhandelingen voor een meerjarenakkoord. Kort samengevat ging het over de creatie van 550 voltijdse personeelsleden en extra geld voor een tweede pensioenpijler (het vrijgemaakte bedrag voor deze laatste is echter net voldoende om voor iedere werknemer één paar schoenen te kopen). Ten laatste was er nog een maatregel die als uitloper van het plan Onkelinckx voor de verpleegkunde kan bestempeld worden: een uitbreiding van de extra-prestatie van 20% tussen 19 en 20 uur tot het volledige personeel van de privésector van de gezondheidsdiensten. Ondanks de minieme inhoud van het mini-akkoord, hebben de werkgevers tot nu toe alles geblokkeerd. Plots hebben de werkgevers een probleem met de verdeling van de budgetten en de avondpremies. ‘Out of the blue’ leggen de werkgevers nu ook de financiering van de anciënniteit op tafel terwijl ze hierover zwegen in oktober ... Het ziet er dus allesbehalve goed uit voor het ‘mini-akkoord’ dat in de praktijk geen akkoord meer is.

Zorg en welzijn zijn niet enkel een maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar ook een politieke. Op dit moment is er echter geen enkele traditionele partij die deze verantwoordelijkheid opneemt. Er is nood aan een nieuwe linkse partij, een partij die zal opkomen voor de noden en behoeften van de werknemers, de gebruikers en alle andere belangengroepen binnen de Non-Profit. Zo’n partij zal groeien uit de basis van de vakbonden en zich niet beperken tot het sociaal begeleiden van herstructureringen en besparingen, maar vechten tegen de sociale afbraak en zich verzetten tegen iedere vorm van verdeling onder de werknemers. In afwachting van een dergelijke nieuwe arbeiderspartij, hebben strijdsyndicalisten en militanten uit de sector over de vakbondsgrenzen heen zich verzameld rond Polsslag, het actieblad en -blog van en voor de Non/Social Profit.

“Creatief” met wachtlijsten …

De manier waarop de Vlaamse regering en het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) de wachtlijsten proberen weg te werken, is zeer bedenkelijk. Het offensief werd 5 jaar geleden ingezet door Somers en Byttebier door te verklaren dat de lange wachtlijsten te wijten zijn aan “oneigenlijke gehandicapten.” De volgende drie jaar werd er gerekend en herrekend zodat de wachtlijsten op papier de ene moment al wat minder lang waren dan de andere. Tegelijk werd het Vlaams Fonds hervormd naar het huidige VAPH, wat zorgde voor een andere aanpak. De twee meest opmerkelijke werkwijzen om de wachtlijsten weg te werken is enerzijds het plan om alle 65-plussers door te sturen naar de bejaardensector (zo wordt de gehandicaptensector wel wat verlicht, maar wordt het probleem verschoven naar de bejaardensector, die nu al te kampen heeft met te weinig bedden) en anderzijds het schrappen van enkele minderheidsgroepen. Zo zijn er personen met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) van de ene dag op de andere hun herkenning door het VAPH afgenomen. Aangezien ze het ‘geluk’ hadden niet schuldig te zijn aan het ongeval dat leidde tot hun handicap, hebben ze een vergoeding gekregen van de verzekeringen. Het VAPH is van oordeel dat zij niet moeten instaan voor deze mensen daar zij reeds vergoed zijn voor hun handicap. Ze mogen nog wel gebruik maken van de diensten en organisaties die gesubsidiëerd worden door het VAPH, maar moeten de kost hiervoor 100% zelf betalen.