Gisteren kwam de Social/Non-Profit in Brussel op straat met een kleine duizendtal betogers wat helemaal niet slecht is voor een
“vingerknipmobilisatie” op enkele dagen tijd. De laatste 2 jaar was er vooral
in de rangen van de federale sectoren een zeker defaitisme geslopen wat betreft
actievoeren met alle gevolgen van dien (of was het zoals met de kip en het ei?)
Voor de volledigheid dienen we wel te vermelden dat ALLE sectoren van de Social
Profit bij de mobilisatie betrokken waren wat ons sterkt in onze overtuiging:
samen staan we sterker, apart spelen de politici en de werkgevers sowieso met
onze voeten. De sector heeft alle redenen om te manifesteren maar de concrete
aanleiding deed toch menig wenkbrauw fronsen bij doorwinterde syndicalisten.
Heel wat militanten liepen dan ook met een dubbel gevoel rond in Brussel.
Op de website van GVA werd de dag voor de actie (30 januari)
een artikel aangekondigd met volgende titel: “IPA - Non-profit voert morgen
actie voor lastenverlaging en trekt naar Di Rupo.” Vakbonden
die gaan betogen voor lastenverlaging (een "oereis" van de
werkgevers) komt een beetje op hetzelfde neer als vloeken in de kerk of een betere Monty Python sketch ... Een mooi
voorbeeld voor de discrepantie tussen de “dagelijkse syndicale praktijk” en de
“grote principes.” Dat de sectorvakbonden hand in hand met hun werkgevers ten
strijde trekken tegen de eigen vakbondsvertegenwoordigers in de groep van 10
(want daar komt het uiteindelijk op neer) is op zijn minst ook een beetje
vreemd …
Ordewoord voor de betoging
Alvorens we de achtergrond
schetsen waarin deze eigenaardige situatie zich kon ontwikkelen toch nog een
woordje over de concrete oproep voor de betoging. Waar knelt het schoentje? In
het interprofessioneel overleg dat verder gezet wordt na het op de klippen
lopen van het IPA (Inter Professioneel Akkoord) wordt de Social Profit
uitgesloten wat betreft de lastenverlagingen voor de mooie totaalsom van 370
miljoen euro. Deze buit wordt exclusief voor de privésector voorbehouden. Dit
komt er eigenlijk op neer dat “de ArcelorMittals en Fords van deze wereld” nóg
meer winst in hun zakken gaan steken zonder dat daar 1 extra job tegenover
staat. De ondertussen grijs gedraaide mantra hierbij is de zogenaamde
“concurrentiepositie van onze bedrijven.”
Hier wordt dan het systeem van
de Sociale Maribel in de Social Profit tegenover gesteld. Elke euro
lastenverlaging gaat hier naar extra tewerkstelling: de lastenverlaging bij
elke individuele werkgever komt in een grote nationale pot terecht en dit geld
wordt dan herverdeeld naar de instellingen in extra jobs. Gezien het aandeel
van de Social Profit in de totale tewerkstelling 12% bedraagt, zou dit
neerkomen op een deel van de koek waarmee ongeveer 1500 extra jobs kunnen
gecreëerd worden. Vanuit deze optiek begrijpelijk voor een sector die kampt met
chronisch personeelsgebrek en werkdruk die echter ook niet ontsnapt aan de
symptomen van de crisis zoals personeelsinkrimping ten gevolge van besparingen.
Sociale Zekerheid: quo vadis?
Anderzijds moeten we als
vakbondsmilitanten benadrukken dat lastenverlagingen de financiële basis van de
Sociale Zekerheid ondergraven. Hoe groter die put wordt, hoe meer er dient
bespaard en zo geraken we in een straatje zonder einde. Om het ietwat plastisch
uit te drukken: de sociale maribel graaft ondiepe greppels, de lastenverlaging
bij de profit graaft grote vijvers. Het unieke aan de Social Profit is
natuurlijk dat de financiering voor een groot deel uit die bewuste Sociale
Zekerheid zelf komt en er via de sociale maribel een soort van terugverdieneffect
ontstaat. Het blijft echter een lapmiddel en vormt allesbehalve een
fundamentele oplossing voor de problemen in de sector.
De achtergrond
Sinds het aflopen van het
laatste sociaal meerjarenakkoord voor de federale sectoren (2005-2010) is men
er niet meer in gelukt tot een ernstig sociaal akkoord te komen. De Vlaamse
sectoren hebben meer geluk en zijn er nét op de valreep toch nog in geslaagd.
Voor het jaar 2011 werden we getrakteerd op een mini-akkoord dat in 2012
spijtig genoeg opvolging kreeg van een heus mini-bijna akkoord, een pruts die
desalniettemin botste op een njet van de werkgevers en buiten extra
tewerkstelling niet veel inhoudt. Het feit dat de vakbonden hierover niet
communiceren zegt al genoeg: er valt voorlopig immers niets of weinig over te
vertellen.
Zolang er ernstige
meerjarenakkoorden afgesloten werden in de sector (die een reële vooruitgang
betekenden voor de werknemers) lag er niemand van wakker dat de sector geen
uitstaans had met het IPA. Dit veranderde echter met de crisisjaren toen de
Social Profit plots wel van de interprofessionele riem kreeg als het over
inleveringen ging. De laatste jaren kunnen we
echter spreken van een allesblokkerende stellingenoorlog tussen
werkgevers en vakbonden in het Paritair Comité 330. Is dit de reden waarom een
deel van de vakbondsleiding plots zijn heil zoekt “op een ander?” We kunnen
alleen maar betreuren dat dit resulteert in een gevecht om een deel van de koek
die eigenlijk geen koek is maar een k … euh gat in een zak.
Met een blik op de toekomst …
Heeft de Social Profit redenen
om op straat te komen? Zeker en vast maar laat dit dan gebeuren onder klare en
ondubbelzinnige ordewoorden en niet onder een zogenaamde “pragmatisch-syndicale
hersenkronkel” die op de koop toe de interne verdeeldheid in de vakbonden zelf
nog eens blootlegt. De vertrouwde actierecepten van de witte woede van weleer
gaan niet op in tijden van crisis. Een tijd van bezinning dringt zich op aan de
sector … om daarna met nieuwe recepten tot actie over te gaan. Bij BBTK is die denkoefening alvast bezig, laat ons
hopen bij de rest ook …
link naar artikel dewereldmorgen.be