maandag 25 oktober 2010

Non-profit eist een nieuw sociaal investeringsplan

door een LBC-militant

Het akkoord voor de non-profit loopt op z’n einde en nieuwe onderhandelingen zijn dringend nodig. Aan het vorige akkoord gingen 14 maanden van actie voeren en betogen vooraf. Uiteindelijk waren er nog 12 stakingsdagen nodig alvorens de federale regering akkoord ging met de al afgezwakte eisen van de vakbonden. De gewesten mochten nog wat langer in de kou blijven staan. Na de eerdere uitvlucht van “wachten tot na de verkiezingen”, werd het “wachten tot na de begrotingsonderhandelingen”. De Brusselse sectoren stonden (en staan) er nog slechter voor. Zij wachten tot op vandaag op de uitvoering van de sociale akkoorden van 2001! Het is dan ook niets nieuw dat de non-profit op dit moment al 8 maanden aan het wachten is om onderhandelingen te starten voor het nieuwe meerjarige sociaal plan.

In de non-profit zijn er iedere vijf jaar nieuwe onderhandelingen tussen de vakbonden en de verschillende regeringen van dit land. De tweejarige interprofessionele akkoorden (IPA) uit de privésector zijn in de non-profit niet van toepassing. De sector kan niet genieten van de voordelen van een IPA maar moet wel de nadelen ervan dragen, zoals de slechtere voorwaarden voor tijdskrediet als gevolg van het Generatiepact. Met de komende besparingsgolf die door Europa trekt, zal de sector kort op de bal moeten spelen en tegelijk een lange termijnvisie hebben.

Net zoals in 2005 is de gemeenschappelijke eisenbundel er op gericht om in een sector met veel tekorten toch betere arbeids- en loonsvoorwaarden te creëren. Centrale punten zijn de verhoging van de koopkracht en de uitbreiding van de effectieve personeelsbezetting. Daarnaast wordt een “werkbaar werk” en een “leefbaar leven” geëist. Dat leidt tot eisen rond een beter verlofsysteem, uitbreiding van het zorgkrediet, tijdskrediet en loopbaanvermindering. Ook wordt geëist dat verworvenheden uit het vorige akkoord behouden blijven en uitgebreid worden naar de volledige sector. Er is verder nood aan maatregelen die de commercialisering van zorg en welzijn stoppen en onmogelijk maken.

De non-profit sectoren die onder Vlaamse bevoegdheid vallen, hebben naast de gemeenschappelijke eisenbundel ook nog sectorspecifieke eisen. In de thuiszorg blijft er een probleem met de verplaatsingskosten en wordt een regularisatie van het zorgkundigenstatuut geëist naast betere loonsvoorwaarden voor het omkaderingspersoneel. De gehandicaptensector wil dat er werk wordt gemaakt van de arbeidstijd en de normalisatie van de nachtdienst. Daarnaast moeten er duidelijke loon- en arbeidsvoorwaarden op papier gezet worden voor de werknemers in het PAB-systeem (persoonlijk assistentiebudget ). In de beschutte en sociale werkplaatsen eist men een verderzetting van de harmonisering en een waarborgfonds. Ook de socio-culturele sector eist voornamelijk een verderzetting van de harmonisering. Idem voor de kinderopvang die daarnaast ook betere loonvoorwaarden eist voor de verantwoordelijken binnen de diensten voor opvanggezinnen en de IBO’s Voor de onthaalouders moeten er duidelijk omschreven loon- en arbeidsvoorwaarden komen.

Al deze eisen zijn niet zomaar ‘wensen van op de werkvloer’, maar noodzakelijk voor een kwalitatief hoogstaande zorg die voor iedereen toegankelijk is.

Zorg en welzijn zijn niet enkel een maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar ook een politieke. Dat gebeurt echter niet door de traditionele partijen. We hebben al veel ingetrokken handen gezien. Bij vorige onderhandelingen beweerden Somers (ex-voorzitter van de VLD) en Byttebier (Groen, toenmalig Vlaams minister van welzijn) dat de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg te wijten waren aan de “oneigenlijke” gehandicapten op de lijst. Resultaat: de lijsten werden herzien. Vervolgens kwam er onder invloed van Vandenbroucke (SP.a) en met de steun van Vervotte (CD&V) een loonstop in het onderwijs en de non-profit. Van den Bossche (SP.a) weigerde te onderhandelen met een sector in staking. Van het VB moet de sector al helemaal geen steun verwachten, onderhandelen met vakbonden is voor hen zedenschennis en vertegenwoordigers van personen met een beperking vinden ze sowieso te links. Stel je voor, opkomen voor en met zwakkeren in de samenleving! Vlaams minister van begroting Muyters (N-VA) liet de houding van zijn partij al zien: eind september stelde hij voor om 30 miljoen euro die voorzien was voor het uitbreidingsbeleid in de gehandicaptensector gewoon te schrappen…

Het is duidelijk dat er nood is aan een nieuwe brede arbeiderspartij. Enkel een dergelijke partij zal opkomen voor de noden en behoeften van de werknemers, de gebruikers en alle andere belangengroepen binnen de non-profit. Zo’n partij zal groeien uit de basis van de vakbonden en zich niet beperken tot het sociaal begeleiden van herstructureringen en besparingen, maar vechten tegen de sociale afbraak en zich verzetten tegen iedere vorm van verdeling onder de werknemers. In afwachting van een nieuwe arbeiderspartij, hebben strijdsyndicalisten en militanten uit de sector over de vakbondsgrenzen heen zich verzameld rond Polsslag, het actieblad en -blog van en voor de non/social profit.

noot redactie: een synthese van dit en het vorig artikel zal verschijnen in het novembernummer van de Linkse Socialist