zaterdag 7 november 2020

Vivaldibeloften voor de zorg: too little, too late!


Dit artikel werd geschreven in oktober. In een pandemie zoals deze betekent enkele weken verschil een eeuwigheid. Ondertussen is de federale regering nog eens met een extra 200 miljoen euro over de brug gekomen voor de zorg (bovenop de 1,2 miljard) De onderhandelingen over dit extra budget starten maandag 9 november.

Zoals reeds in maart voorspeld, zitten we nu volop in de tweede coronagolf. Wie gehoopt had dat de 9 overheden (!)  in ons land het deze keer niet zover zouden laten komen, wordt geconfronteerd met een déjà vu gevoel. De spreekwoordelijke ezel heeft hier ongelijk.

Het bedrag dat Vivaldi extra investeert in de zorgsector lijkt fenomenaal: 1,2 miljard euro!  1 miljard voor het sociaal voorakkoord afgesloten in juli en een bijkomende 200 miljoen voor de geestelijke gezondheidszorg. In de federale zorgsector zijn ongeveer 130.000 werknemers actief: dit relativeert meteen het enorme bedrag.

Maar nuchter bekeken, gaat het eigenlijk over een noodzakelijke correctie die pro-actief  véél eerder had moeten gebeuren: de zorgcrisis (zonder corona) is al veel jaren op voorhand voorspeld. Maar in de nasleep van de financiële crisis van 2008 moesten vooral de banken gered worden. De gezondheidszorg werd het kind van die rekening en betaalde het gelag met grove besparingen.

Inhoudelijk gezien is het sociaal voorakkoord van 1 miljard eigenlijk een addendum van het sociaal akkoord van oktober 2017 waarvan een groot deel NIET uitgevoerd werd. De zorgcrisis, extra versterkt door de coronapandemie, wacht echter niet op de tergende traagheid van de overheden, politici en het sociaal overleg. Deze traagheid kost letterlijk mensenlevens.

Eerste golf, tweede golf , …?

Wat de zorgsector betreft ,zijn er wel enkele fundamentele verschillen tussen de eerste en de tweede golf. In de eerste golf werden we vooral geconfronteerd met het verrassingseffect met alle gevolgen van dien waaronder het totaal gebrek aan beschermingsmiddelen en procedures. 

Voor de tweede golf hadden de instellingen tijd genoeg om hun infrastructuur klaar te stomen en voorraden aan te vullen maar nu draait alles rond 2 andere belangrijke elementen. Het eerste is het feit dat het zorgpersoneel nu vooral  de mentale en fysieke weerbots van de eerste golf ondergaat na enkele maanden op adrenaline te hebben gedraaid. We gaan dus de tweede golf nóg meer uitgeput in als tijdens de eerste. De stijgende cijfers van uitval van collega’s bevestigen dit ook. Een tweede verschil: het personeel  moet nu ook een grotere spreidstand aannemen aangezien men er ook de reguliere zorg moet bijnemen (voor zolang dat mogelijk is) die in de eerste golf werd uitgesteld.

De kans op het ineenstorten van de zorgsector is nu veel reëler dan tijdens de eerste golf. En ondertussen wordt er al een volgende, derde  golf voorspeld …

Te weinig? Te laat?

De vakbondstop geeft zelf toe dat dit bedrag niet volstaat om te antwoorden op alle toekomstige uitdagingen in de zorgsector. Anderzijds is een dergelijk bedrag niet meteen iets dat men laat liggen. In dit spanningsveld zitten de vakbonden vandaag de dag gewrongen. Maar we kunnen ons de vraag stellen in hoeverre de huidige situatie niet het gevolg is van de terughoudendheid van de vakbondsapparaten in het verleden om doortastende en efficiënte acties te organiseren.

Ondertussen is het sinds 2005 geleden dat een witte woede in een nationale stakingsbeweging eindigde: dat is 15 jaar geleden!

Nochtans toont het succes van de mobilisaties van het actienetwerk ‘De Zorg in Actie – La Santé en Lutte’ het potentieel voor strijd. Het is één van de manieren om het immobilisme van het gemeenschappelijk vakbondsfront te overkomen.

Enkel actie loont!

Er is niemand die vandaag nog durft te beweren dat de acties van het Brussels zorgpersoneel niets opgeleverd hebben. Denken we maar aan het federaal noodzorgfonds voor meer personeel (402 miljoen euro) dat in het federaal parlement gestemd werd in de nasleep van de stakingsacties in de Brusselse ziekenhuizen in 2019. Denken we aan het inslikken van de 2 pest-KB’s van Wilmès voor het zorgpersoneel  na de iconische actie in het Sint-Pietersziekenhuis waar zorgpersoneel ostentatief de rug toekeerde naar de premier. Denken we aan – ondanks zeer moeilijke omstandigheden – de mobilisatie van tot 7000 manifestanten op de grote zorgbetoging op 13 september.

Vlaamse accenten

Opmerkelijk is ook het feit dat het federaal regeerakkoord uitspraken doet over zaken die onder Vlaamse bevoegdheid vallen. Alvast een lichtpuntje: de huidige leerladder in de zorgberoepen blijft behouden alsook de gegradueerde verpleegkundige (HBO 5 of old school A2) met een eigen profiel. De laatste jaren werd dit ernstig in vraag gesteld. Reeds geruime tijd woedt er een gevecht (half) achter de coulissen tussen de corporatisten/bestuursleden van de klassieke beroepsorganisaties enerzijds en de vakbonden en relatief nieuwe beroepsorganisaties BEFEZO (zorgkundigen) en BFHBOV (HBO5 verpleegkunde) anderzijds.

De 200 miljoen extra voor geestelijke gezondheidszorg geeft ook een hint welke richting Vivaldi uit wil wat betreft de verdere regionalisering van de zorg. Geestelijke gezondheidszorg valt deels federaal en deels onder gewestelijke bevoegdheid. De psychiatrische ziekenhuizen zijn bijvoorbeeld federaal maar de PVT’s en artikel 107 (psychiatrische zorg aan huis) zijn Vlaams maar het gaat doorgaans over personeel van dezelfde instelling. Dit doet ons denken aan “het Conner Rousseau compromis” waarbij de budgetten federaal blijven maar de bevoegdheden regionaal uitgeoefend worden. Dat dit getuigt van Belgisch surrealisme op zijn best, behoeft geen betoog.

Ondanks hogere groeinorm geen breuk met Maggie’s blauwe erfenis

De groeinorm is het per wet vastgelegd percentage dat het gezondheidsbudget jaarlijks mag aangroeien en dit omwille van de demografische evolutie (vergrijzing) en technologische ontwikkelingen. In het verleden onder Verhofstadt lag deze norm op 4,5%. Onder de regering-Di Rupo werd dit teruggebracht naar 3%, de regering-Michel beknibbelde er verder op tot 1,5% waar in de praktijk nog onder gegaan werd door bijkomende besparingen. Vivaldi gaat voor een groeinorm van 2,5% vanaf 2022. Gezien de voorgeschiedenis niet meteen een radicale trendbreuk met het verleden. En we willen er even op wijzen dat PS en N-VA in de afgesprongen onderhandelingen ook akkoord waren met een groeinorm van 2,5%.

In de tekst van het regeerakkoord is het ook duidelijk dat men niet breekt met de blauwe hervormingsplannen van Maggie De Block. We citeren: “De reeds ingezette hervormingen van het ziekenhuislandschap en de ziekenhuisfinanciering worden verdergezet.” We hebben het hier o.a. over de beruchte ziekenhuisnetwerken en DRG-financiering waarvan de eerste fase in de Belgische ziekenhuizen al uitgerold is onder de noemer ‘laagvariabele zorg. ’ DRG-financiering betekent dat de overheid een vaste financiële enveloppe voorziet per diagnostische groep, forfaitaire financiering met andere woorden.  Voorbeeld: je wordt opgenomen in het ziekenhuis voor een breuk. Het ziekenhuis zal hiervoor een vaste vergoeding krijgen onafhankelijk van hoeveel keer ze je langs bijvoorbeeld de medische beeldvorming laten passeren (dat heet dan ‘overconsumptie’)  De Duitse vakbond ver.di voert al jaren campagne tegen de DRG-financiering (ginds ingevoerd begin jaren 2000) omdat dit eerst en vooral een besparingsmaatregel is en blijft met daarenboven ongewenste neveneffecten maar dat zou ons te ver leiden om hier verder op in te gaan.

Betekent Vivaldi een radicale koerswijzing betreffende gezondheidszorg? De bijkomende investeringen en hervormingen gebeuren om het schip drijvende te houden en niet te laten zinken. Echter een nieuwe haven opzoeken zit er niet in …

zondag 27 oktober 2019

Recente acties in de privéziekenhuizen: van ludieke sensibilisering tot échte stakingen


De directe aanleiding tot de acties op 24 oktober  was de blokkeringspolitiek van de werkgevers met betrekking tot de uitvoering van het sociaal akkoord voor de private federale gezondheidsdiensten. Dat akkoord werd op 25 oktober 2017 getekend door alle sociale partners. De champagne werd destijds echter niet ontkurkt omdat er toen al ernstige bedenkingen bestonden bij de basis van sommige vakbonden. Het was kristalhelder dat het akkoord té mager uitviel om de zich aankondigende zorgcrisis kordaat aan te pakken. Het budget voor de invoering van het nieuw functieclassificatie- en baremasysteem IF-IC trok uiteindelijk alle partners (aarzelend) over de streep. Hiervoor verwijzen we graag naar volgend artikel.

Zelfde ordewoorden maar andere uitvoering

Naar aanloop van de nationale actiedag in de instellingen (enkel in de private federale sector!) viel er toch wat verwarring en onenigheid te bespeuren in vakbondskringen. De aankomende sociale verkiezingen in mei 2020 leggen een zekere druk op het gemeenschappelijk vakbondsfront. Dit verklaart echter slechts gedeeltelijk waarom de actievorm ernstig verschilde van regio tot regio. In Vlaanderen beperkte de actie zich eerder tot ludieke sensibiliseringsacties met enkel vakbondsafgevaardigden die zich in staking zetten; in Wallonië en Brussel werd er effectief gestaakt. De mediafocus langs Franstalige kant lag wel op Brussel én dit was ook géén toeval.

In Brussel werd er trouwens ook in rusthuizen actie gevoerd. In de hoofdstad waart de geest rond van de continue acties in de Franse ziekenhuizen dat zich hier vertaald heeft in de oprichting van een nieuwe burgerbeweging: ”La santé en lutte” (vrij vertaald: “De zorg in actie”) La santé en lutte ontstond op organische wijze uit het samenvloeien van het actieplan van het Brussels gemeentepersoneel (inclusief de IRIS-ziekenhuizen) en de “mardis des blouses blanches.” Dit specifiek element - dat toch zekere druk uitoefent op de vakbonden - ontbreekt in Vlaanderen én Wallonië.

De problematiek in de ziekenhuizen is véél breder dan ‘de technische aspecten’ van het sociaal akkoord van 2017.

Terwijl in Vlaanderen en Wallonië de focus van de acties lag op de eerder technische aspecten van het sociaal akkoord werd de zorgcrisis in Brussel veel breder aangekaart. Het groeide uit tot een elementair protest tegen de ontmenselijking/industrialisering van de zorg waar werknemers behandeld worden als robots en patiënten als nummers. Een meer autoritair personeelsregime is één van de logische consequenties hiervan. De zorg wordt kunstmatig opgesplitst in een batterij van fabrieksprocessen waaraan telkens controlemechanismen gekoppeld worden. Hetzelfde format wordt op elke patiënt toegepast.

De leuze "de patiënt staat centraal" blijkt in de realiteit niets anders dan holle propaganda te zijn. De centen staan centraal: dat is de brute realiteit. En dan vraagt men zich af waarom studenten en collega’s afhaken? Het ideaal van de zorg staat haaks op de bittere praktijk. De neoliberale recepten, de chronische besparingen, de immer stijgende werkdruk en de toenemende personeelstekorten zijn elementen die een explosieve cocktail vormen. Het contrast tussen “de werkmieren” die letterlijk en figuurlijk gebukt gaan en de bovenste échelons van de hiërarchie in de ziekenhuizen is nog nooit zo groot geweest!


De prijs voor “grootste hufter” op de actiedag gaat naar het ziekenhuisbestuur van Sainte-Anne Saint-Rémi (CHIREC) in Brussel.

De problemen in dat ziekenhuis kondigden zich al aan naar aanleiding van de onderhandelingen in het stakingscomité. Dit is een orgaan waar vertegenwoordigers van de werkgever en de vakbond met elkaar overleggen hoe de minimumdienstverlening concreet te organiseren tijdens een staking. Het werd duidelijk dat de directie het organiseren van een zondagdienst (zoals gebruikelijk tijdens een ‘echte’ staking) niet ernstig nam. Indien het stakingscomité er niet uitkomt, dient de werkgever het paritair comité in te schakelen … wat niet gebeurde.

Gevolg was dat de gebrekkige naamlijst van de minimumbezetting pas donderdagochtend (de dag van de staking zelf) gecommuniceerd werd … met alle chaos van dien.

De verrassing (en paniek) moet groot geweest zijn bij de directie toen ze tot besef kwam dat het een échte staking betrof en niet “de traditionele softe bedoening.” De stakingspiketten in de ‘zachte’ sector reflecteren doorgaans dit adjectief … dus directies verwachten zich niet aan het feit dat het harder kan gespeeld worden.

Vanaf  6 uur ’s ochtends werden meerdere stakingspiketten geïnstalleerd aan het ziekenhuis en werd er een filterblokkade toegepast bij elke toegang: enkel personeelsleden die op de lijst van zondagdienst stonden, werden doorgelaten.  Dokters, patiënten, zelfstandigen en bezoekers werden eveneens doorgelaten. Naarmate de ochtend vorderde, bleek ook dat stagiairs ingezet werden om de gaten te vullen … wat totaal onacceptabel is.

De filterblokkade op de parking (foto links) zorgde voor lange files op straat, wat de militanten de gelegenheid gaf een pamflet te geven en een woordje uitleg te doen aan de wachtende chauffeurs van het passerend verkeer. Na de uitleg bleken vele chauffeurs de actie te steunen.

Een grote groep militanten van BBTK-SETCa BHV Ziekenhuizen stond stand-by vanaf 18 uur woensdagavond om donderdagochtend bij te springen waar nodig. Dat was dus Sainte-Anne Saint-Rémi. De piketten waren in gemeenschappelijk vakbondsfront en waren veel meer bevolkt dan gewoonlijk door versterking van buitenaf. Verschillende groepen en individuen zoals bijvoorbeeld de nieuwe burgerbeweging La santé en lutte versterkten de piketten uit solidariteit.

De reactie vanwege de directie was een indicatie van hoe zij met het eigen personeel omgaan. Er was sprake van zowel verbale (inclusief racistische opmerkingen) als fysieke agressie naar actievoerders toe. Er volgden verscheidene incidenten waarbij o.a. twee vakbondssecretarissen lichte verwondingen opliepen. Gelukkig hielden de militanten het hoofd koel, wat van de andere kant niet meteen kon gezegd worden.

Uiteraard draait de ziekenhuisdirectie de feiten om en maakt ze gebruik van de traditionele antivakbondsleugens zoals je hier kan lezen in hun persbericht.

Een première: rechtstreekse interpellatie van de werkgeversvertegenwoordigers in groep door vakbondsafgevaardigden

Op de middag werden vertegenwoordigers van de Franstalige en Brusselse werkgeversfederaties  Gibbis, Santhea en Unessa (zie foto links) uitgenodigd op het BBTK-meetingcenter in Brussel. Dit was een actie van de Waalse SETCa afdelingen, ondersteund door de afdeling Brussel-Halle-Vilvoorde.

Eerst werden de vertegenwoordigers van de werkgeversfederaties geconfronteerd met het onacceptabel en hufterig gedrag van de directie van Sainte Anne-Saint Rémi tegenover de actievoerders. Er werden nogal ogen getrokken … en het werd zeer stil op de werkgeversbank.

Dan kwam het echte doel van de actie aan bod. Op de lokale ondernemingsraden van oktober werden de plaatselijke directies gevraagd naar hun standpunt met betrekking tot het niet ondertekenen van de betreffende 6 cao’s van het sociaal akkoord door de werkgeversfederaties. De vertegenwoordigers van de werkgeversfederaties werden in Brussel met de antwoorden van de lokale directies geconfronteerd door vakbondsafgevaardigden. Er was ook ruimte voor algemene tussenkomsten van de militanten naar de werkgeversvertegenwoordigers toe.

De vertegenwoordigers van de werkgevers bevestigden zoals hun persbericht ’s ochtends dat ze bereid waren om de cao’s te ondertekenen. Parole, parole, parole … Dat interesseert ons niet: geen woorden maar daden!

Wordt ongetwijfeld vervolgd …

PS: De uitslag van een poll van RTBF radio op 24 oktober zegt genoeg over de steun van de acties in de ziekenhuizen bij de bevolking: 93% begrijpt waarom de zorgprofessionals in staking gaan tegen slechts 7% niet.

link naar filmpje met compilatie van journaalbeelden over de acties op 24 oktober

maandag 13 mei 2019

Zorgcrisis. Wij eisen MEER personeel en MEER middelen!

De personeelstekorten in zorg en welzijn – die in de toekomst nog zullen toenemen –  laten zich nu al goed op de werkvloer voelen. Dit zet de werkgevers aan om “creatief” om te gaan met de inzet van personeel in tijd en ruimte. In mensentaal: de reeds hoge flexibiliteit in de sector wordt verder opgedreven. Dit resulteert echter niet in het fundamenteel verlagen van de toenemende werkdruk en bijhorende stress, integendeel!
Hervormingen lopen niet van een leien dakje …
Voor de ziekenhuizen komt daar dan nog het verhaal van de netwerken tussenfietsen dat impliciet aanspoort tot centralisatie, outsourcing en uiteindelijk inkrimpen van de sector. Langs Franstalige kant komt de toekomst van de openbare ziekenhuizen in het gedrang. Langs Vlaamse kant is de openbare ziekenhuissector al een tijdje aan het uitdoven door een sluipende privatisering waardoor hybride (*) ziekenhuizen eerder de regel dan de uitzondering zijn.
Volgens het KCE – de denktank van het ministerie van volksgezondheid – moeten er de komende jaren 5000 acute ziekenhuisbedden sneuvelen. Vanuit de overheid wenst men een grote omslag te maken van residentiële/collectieve zorg naar individuele zorg thuis … om de kosten te drukken.
(*) hybride ziekenhuizen: oorspronkelijk openbare ziekenhuizen die door de sluipende privatisering bestaan uit zowel een openbare poot  – voor de verliezen –  en een private poot – voor de winsten.
De rugzakjes
Ondanks de ronkende verhalen over het centraal stellen en bevorderen van de autonomie van de patiënt/bewoner/cliënt en allerlei rugzakjes waarmee men dit probeert te verkopen, komt dit neer op besparingen én niet onbelangrijk: het verder opentrekken van de sector voor private en commerciële initiatieven die zich uiteraard enkel storten op de winstgevende brokjes.
Die zogenaamde rugzakjes of persoonsvolgende financiering werd een goede 2 jaar geleden ingevoerd in de gehandicaptenzorg. In 2017 wachtten liefst 14.254 mensen op een persoonsvolgend budget. Dat jaar had het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) 57.710 zorgvragers onder zijn vleugels. De persoonsvolgende financiering zal ook gefaseerd in de ouderenzorg geïntroduceerd worden …
Je hoeft geen kernfysicus te zijn om te beseffen dat fundamentele hervormingen in de gezondheidszorg niet van een leien dakje lopen als die meer dan een minivoetbalploeg aan ministers van volksgezondheid moeten passeren. De eertijds té optimistische raming van 10 jaar wordt nu bijgesteld tot eerder 20 jaar eer alle hervormingen in de gezondheidszorg helemaal doorgevoerd zullen zijn …
Het grootste kapitaal in zorg en welzijn is het … menselijk kapitaal!
Met te weinig middelen, desinvesteringen en een voortschrijdende privatisering en commercialisering van zorg en welzijn blijft de sector wel degelijk verder draaien … maar wel vierkant! De menselijke dimensie in zorg en welzijn, de warme zorg, dreigt helemaal te verzuipen onder routineus fabriekswerk. Warme zorg valt niet te vatten door Exceltabellen die geïnterpreteerd worden door externe consultants in opdracht van accrediteringstrajecten of andere bureaucraten.
De sector aantrekkelijk maken kan enkel door deftige arbeidsvoorwaarden te garanderen maar dit heeft ook zijn limieten. Bijvoorbeeld een verpleegkundige die aan bed van de patiënt wil werken, kan na haar/zijn studies ‘uitkijken’ naar ploegenwerk, 1 op 2 weekends werken, 1 op 2 feestdagen werken, uurroosters die om de haverklap aangepast moeten worden door collega’s die uitvallen …
Het optrekken van de extraprestaties voor oncomfortabele uren lijkt hier de enige oplossing om de pil te verzachten. De uurroosters in de zorg – sociale beroepen bij uitstek – zijn zeer asociaal!
“Comfortabele kantooruren” zijn niet voor alle beroepsgroepen in zorg en welzijn weggelegd. Maar dat zegt uiteraard niets over het extra werk en dossiers die je op je bord krijgt.
Wat gezondheidszorg betreft, valt het palmares van de huidige regeringen zeer mager uit, zeker als men de reële (groeiende) behoeften bekijkt.
In tegendeel: laat ons niet de miljarden besparingen door de laatste federale regeringen vergeten: Onder de regering-Di Rupo bespaarde de ziekteverzekering ruim 4 miljard euro, waarvan 1 miljard euro ‘netto besparingen’ (de overige 3 miljard euro werd gerealiseerd door het wegsnijden van de beschikbare marge). De besparingsteller is onder deze regering nog met 3,84 miljard euro aangedikt, waarvan ruim de helft netto besparingen.” (studiedienst Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten, december 2017)
We zitten in het begin van een heuse zorgcrisis maar beleidsmakers doen alsof het business as usual is. Op de valreep kon Maggie De Block nog het takenpakket voor de zorgkundigen uitbreiden, wat concreet neerkomt op het regulariseren van taken die zorgkundigen nu in heel wat woonzorgcentra reeds (illegaal) uitvoeren. Dit zou in theorie het steeds groter wordende tekort aan verpleegkundigen moeten opvangen … in theorie.
Het strooibusje van Vandeurzen …
De noodzakelijke investeringen in zorg en welzijn gaan over miljarden, niet over miljoenen: enkele cijfers.
Er is 1,6 miljard euro extra nodig om de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg (ongeveer 15.000 personen) volledig weg te werken. Dit is nét geen verdubbeling van het huidige budget van 1,7 miljard euro voor het VAPH.
Vanaf 1 juli krijgen 391 woonzorgcentra in Vlaanderen 22 miljoen euro extra voor bewoners met een zwaar zorgprofiel. Concreet betekent dit 400 extra werkkrachten. Volgens werkgeverskoepel Zorgnet-Icuro is dit echter een druppel op een hete plaat. Volgens hen is er op termijn 2 miljard euro extra nodig om de gepaste zorg en ondersteuning te kunnen garanderen.
Voor een  strijdprogramma dat de reële behoeften dekt!
Massale investeringen in zorg en welzijn in plaats van besparingen in de sector!
Stop de privatisering en commercialisering van zorg en welzijn. De overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen en zelf hiervoor instaan! Gemeenschapsgeld voor zorg en welzijn is niet bedoeld om de zakken van private aandeelhouders te laten aanzwellen!
Wat in Antwerpen (voorlopig) nog kon tegengehouden worden door een protestbeweging onder de noemer ‘Sociaal werk is niet te koop’ wordt in Gent realiteit: een deel van de daklozenopvang wordt uitbesteed aan G4S. Uitbesteding van delen van de daklozenopvang leidt er uiteindelijk toe dat het sociale element verdwijnt om plaats te maken voor repressie en opvang die beperkt is tot ‘bad, bed, brood’.
Het herfederaliseren van de gezondheidszorg“Wat we zelf doen, doen we beter,” blijkt een illusie te zijn. Regionalisering is geen wondermiddel voor de diverse wachtlijsten in o.a. de gehandicaptensector.
Regionalisering zorgt voor heel wat problemen!
Door de opeenvolgende staatshervormingen groeien de arbeidsvoorwaarden in onze zeer diverse sector meer en meer uit elkaar. Het zou eigenlijk geen verschil mogen maken waar je werkt: Vlaanderen, Brussel of Wallonië … Hetzelfde geldt voor de diploma’s van de gezondheidszorgberoepen: denk maar aan de discrepantie tussen de verpleegkundige opleidingen in Vlaanderen en Wallonië. Dat is het resultaat van de regionalisering van het onderwijs.
Ons land is maar een vaatdoek groot: 3 verschillende gezondheidszorgsystemen die steeds verder uiteengroeien (Vlaanderen, Wallonië en Brussel) is een regelrechte absurditeit. Patiënten/bewoners/cliënten houden zich ook niet aan artificiële communautaire grenzen!
Behoud én versterking van de federale sociale zekerheid.
CD&V wil via een zevende staatshervorming vanaf 2024 al wat nog rest van gezondheidszorg op federaal vlak overhevelen naar Vlaanderen. Dit betekent niet meer of minder dan een ernstige stap richting volledige splitsing van de sociale zekerheid.
Om werkbaar werk op lange termijn in de sector mogelijk te maken, is een radicale arbeidsduurvermindering nodig (naar het voorbeeld van zorgexperimenten in Scandinavië) Wel te verstaan: met compenserende aanwervingen gecombineerd met een formeel verbod op (on)vrijwillige deeltijdse arbeid. Deeltijdse arbeid maakt de vrouw immers financieel meer afhankelijk in of buiten het gezin. Gezien de zorgsector een uitgelezen vrouwensector is, pleiten we ook voor massale investeringen in aangepaste kinderopvang én het verregaand socialiseren van de huishoudelijke taken.
Zo een programma gaat uit van de behoeften van de werknemers in de sector en niet van “wat mogelijk is” voor politici en werkgevers, laat staan de commerciële geldwolven.  De jonge klimaatstakers hebben het reeds aangetoond: als we onze toekomst laten afhangen van de goede wil van politici en werkgevers … dan zijn we zwaar gesjareld!
Volgens ons is dit alles niet mogelijk in een maatschappij die gedreven wordt door de winstzucht van een zeer kleine minderheid terwijl de overgrote meerderheid steeds meer moet inleveren op levenskwaliteit. Zolang de productiemiddelen (alles wat nodig is om materiële welvaart te creëren) en dus de economie in privéhanden zijn, kunnen we onmogelijk over echte democratie spreken.
Wij streven naar een maatschappij die ten dienste staat van de reële behoeften van de overgrote meerderheid van de bevolking – de zogenaamde 99% – en niet van de waanzinnige opeenhoping van rijkdom door de 1%. Voor ons is dit een democratisch-socialistische maatschappij.

donderdag 7 februari 2019

Gemorrel in de marge gaat ernstig personeelsgebrek niet oplossen!


Al heel wat jaren wisten beleidsmakers dat we ons aan een rampzalig personeelstekort en dito arbeidsomstandigheden in de zorg konden verwachten. Maar net zoals bij de klimaatbeweging bleef kordate actie vanwege de overheden achterwege, geruchtmakende tv-reportages over de ouderenzorg ten spijt. Pas eind vorig jaar werd een  “TASKFORCE ACTIEPLAN 4.0” opgericht die een beleid moet uitstippelen dat een antwoord biedt op het groeiende personeelstekort in zorg en welzijn. De taskforce bestaat uit vertegenwoordigers van de vakbonden, werkgevers en de overheden. Deze kwam reeds één keer samen maar kan alvast niet verdacht worden van revolutionaire ideeën of out-of-the-box denken: veel verder dan het opsommen van de traditionele batterij aan maatregelen komt men voorlopig niet.

Alarmerende cijfers

Volgens werkgeversorganisatie Verso zullen er in Vlaanderen tot 2026 jaarlijks zo’n 46.000 nieuwe collega’s in de ziekenhuizen, kinderopvang, rusthuizen, etc. moeten bijkomen. In 2008 stonden er tegenover 100 oudere werknemers (50-plus) 98 jonge medewerkers, in 2016 is dat amper 60. De vervangingsvraag stijgt dus. Dat zijn er telkens 10.000 meer dan in de afgelopen vijf jaar (+ 28 procent) Volgens Verso verlaat één op acht werknemers de sector (excl. de 55-plussers) Wat het tekort aan verpleegkundigen betreft, spreken volgende cijfers boekdelen: in 2017 behaalden 4.683 studenten een diploma in de verpleegkunde  tegenover 10.370 openstaande vacatures bij de VDAB. Ongeveer de helft van de studenten die aan een opleiding begint, behaalt ook effectief de eindmeet. Volgens de meest recente cijfers (2016) zijn er in Vlaanderen 120.555 mensen die gemachtigd zijn om het  verpleegkundig beroep uit te oefenen. Hiervan waren 88.110 actief als verpleegkundige. Het Belgisch totaal van verpleegkundigen met een visum bedraagt 202.402 met 143.470 actief in het beroep. Van de 58.932 niet-actieve verpleegkundigen in België zijn er 29.303 of 50% op pensioen.

Importeren van buitenlandse zorgwerkers?

Gezien de tekorten aan zorgwerkers een internationaal fenomeen zijn, lijkt dit een doekje voor het bloeden. Naar aanleiding van de staking van verpleegkundigen en vroedvrouwen in Ierland op 30 januari 2019 voerden meer dan 250 Ierse verpleegkundigen actie met een spandoek voor het bekende operahuis in Sydney (Australië) Op de spandoek stond te lezen: “Geef ons een reden om naar huis terug te keren!” In Duitsland verzet de vakbond ver.di zich met klem tegen de ongebreidelde import van zorgwerkers … om deze collega’s te beschermen tegen de leugenachtige verhalen waarmee ze geronseld worden door commerciële bedrijven én de bijhorende wurgcontracten (immense boetes als ze het contract verbreken eens ze de realiteit op de werkvloer leren kennen)

De grapjassen van Armonea …

In de aanloop naar deze betoging vond Armonea, de commerciële rusthuisuitbater, het nodig om in een opiniestuk een absurd ballonnetje op te laten: Minder verpleegkundigen lossen het tekort aan verpleegkundigen op.” Het argument bij uitstek is dat in de Waalse WZC’s minder verpleegkundigen ingezet worden. Een woonzorgcentrum met 100 bewoners in Vlaanderen moet over 11,37 voltijdse verpleegkundigen beschikken, in Wallonië maar 7,83 … De zorgzwaarte en complexiteit van de zorg neemt echter hand over hand toe naarmate onze bejaarden ouder worden én (terecht) steeds langer wachten eer ze verhuizen naar een WZC. Maar dat zal waarschijnlijk maar “een detail” zijn voor een bedrijf dat in eerste instantie winst moet genereren in plaats van zorg. Het vervangen van duurdere verpleegkundigen door goedkopere anderen kan de winst gevoelig opdrijven … De discussie over een doorgedreven functiedifferentiatie in de zorg is al jaren bezig maar het is een brug te ver als men bij voorbaat uitgaat van minder (en welke?) verpleegkundigen.

We verwijzen hierbij naar de discussie over de uitbreiding van het takenpakket van de zorgkundige: één van de hervormingen van Maggie De Block die door het voortijdig vallen van de regering op pauze staat.

De ‘healthcare assistant’

Armonea lijkt mee te gaan met de enge en elitaire visie op het verpleegkundig zorgdomein van de bestuurders van de verpleegkundige beroepsorganisaties. Deze pleiten al langer (tot nu toe tevergeefs) voor een healthcare assistant / ziekenhuisassistent op HBO 5 niveau waarbij zowel de huidige zorgkundigen als de HBO 5 verpleegkundigen zouden verdwijnen. Toch even op wijzen dat in Vlaanderen 45% van de verpleegkundigen een HBO 5 of ‘A2’ diploma op zak hebben.

Meer nodig dan ‘voorzichtige stapjes’ …

We vloeken niet in de kerk als we stellen dat de sociale akkoorden in de Vlaamse en federale zorgsectoren een voorzichtig stapje vooruit zijn maar in het perspectief van de zich ontwikkelende zorgcrisis helemaal niet volstaan.

Het plan van de vakbonden voor de ouderenzorg is een stap in de goede richting. In de WZC’s zijn er momenteel gemiddeld 0,64 personeelsleden per bewoner. De vakbonden eisen een concreet plan dat naar 1 personeelslid per bewoner toewerkt. Verder eist het vakbondsfront nieuwe personeelsnormen en voldoende financiering van de overheid die rekening houden met de gestegen zorgzwaarte van de bewoners. Een andere eis is de uitbreiding van de mobiele equipes om het werk werkbaar te houden. En last but not least: een verbod op het uitkeren van winst in de zorg. Gemeenschapsgeld dient niet om aandeelhouders rijker te maken!

Radicale eisen voor het daadwerkelijk oplossen van de zorgcrisis

Om werkbaar werk op lange termijn in de sector mogelijk te maken, ijveren wij voor een radicale arbeidsduurvermindering (naar het voorbeeld van zorgexperimenten in Scandinavië) met behoud van loon en compenserende aanwervingen. Dit in combinatie met een verbod op (on)vrijwillige deeltijdse arbeid. Deeltijdse arbeid maakt de vrouw immers financieel meer afhankelijk in of buiten het gezin. Gezien de zorgsector een uitgelezen vrouwensector is, pleiten we ook voor massale investeringen in aangepaste kinderopvang én het verregaand socialiseren van de huishoudelijke taken. Zo een programma gaat uit van de behoeften van de werknemers in de sector en niet van “wat mogelijk is” voor politici en werkgevers, laat staan de commerciële geldwolven.  De jonge klimaatstakers hebben het reeds aangetoond: als we onze toekomst laten afhangen van de goede wil van politici en werkgevers … dan zijn we zwaar gesjareld! 

donderdag 2 november 2017

Gemengde gevoelens bij sociaal akkoord federale gezondheidsdiensten (2017-2020)


Op 25 oktober werd een sociaal meerjarenakkoord getekend voor de federale gezondheidsdiensten. Dat was geleden van 2005 … Dit akkoord geldt voor de ongeveer 170.000 werknemers in de ziekenhuizen, thuisverpleging, de Forensische Psychiatrische Centra (FPC’s), de bloedtransfusie-  en de wijkgezondheidscentra. Het ontwerpakkoord werd echter niet overal even enthousiast onthaald, om het enigszins eufemistisch uit te drukken.

Toch wel even aanstippen dat het akkoord uit 2 luiken bestaat: eentje voor de private sectoren (met veel verschil de grootste) en eentje voor de (kleine) publieke sector. In dit artikel gaan we enkel in op het luik voor de private sectoren. Het is niet de bedoeling om alle punten van het akkoord te behandelen of detaildiscussies in de diepte aan te boren. Vandaar dat je onder dit artikel links vindt naar pamfletten en persberichten van verschillende vakbonden en organisaties.

In de verklaringen van die organisaties vind je een duidelijk verschil in toon, accenten, interpretatie … én soms ook andere cijfers.  Dat is ook te begrijpen aangezien het akkoord niet meer of minder dan een engagementsverklaring is waarbij nog heel wat onbekende elementen concreet moeten ingevuld worden.

Het contrast lijkt het grootst tussen LBC en BBTK. “Er is weliswaar een akkoord, maar het is er pas gekomen met moeite en uit pragmatisme, bij gebrek aan beter. Bij de grootschalige raadpleging over het ontwerp van sociaal akkoord die de BBTK organiseerde, doken heel wat vragen en het nodige voorbehoud op, niet alleen ten opzichte van de door werkgevers en regering ingevoerde punten – die hun plaats niet hebben in een zogenaamd “sociaal” akkoord – maar ook gezien de grote onzekerheid en het gebrek aan duidelijkheid rond verschillende punten die nog ingevuld moeten worden, via cao’s of binnen werkgroepen.” Als we dit vergelijken met het niet minder dan enthousiaste LBC kunnen we ons vragen stellen of we het hier over hetzelfde akkoord hebben: “YES! EEN NIEUW SOCIAAL AKKOORD FEDERALE NON-PROFIT! […] MET HET NIEUW SOCIAAL AKKOORD ZETTEN WE BELANGRIJKE STAPPEN VOORUIT.”

ADV?

Zo wordt o.a. de spreekwoordelijke hete patat van de beruchte ADV-dagen (rimpeldagen) doorverwezen naar een werkgroep onder de noemer ‘modernisering van het loopbaanbeleid’ die tegen juni 2018 budgetneutrale voorstellen zou moeten formuleren. Als regering en werkgevers spreken over “modernisering” hebben ze het doorgaans over een inlevering voor de werknemers …

Oppositie tegen het akkoord

In het materiaal van BBTK-SETCa blijkt een zeer kritische houding tegenover het akkoord. Hiermee geeft de socialistische bediendenbond een stem aan de sterke oppositie binnen eigen rangen tegen het ontwerpakkoord; 40 % stemde tegen waaronder de grootste afdeling van het ABVV (BBTK-SETCa Brussel-Halle-Vilvoorde) De afdeling BBTK BHV ging niet over 1 dag ijs en nam deel aan niet minder dan 3 vergaderingen over het ontwerpakkoord waaronder een lokaal beroepscomité van een volledige dag waar heel wat ziekenhuizen én militanten vertegenwoordigd waren. De beargumenteerde tegenstem (met niet minder dan 25 breekpunten) van deze afdeling is voor een stuk ook te verklaren door het feit dat de militanten een alternatief actieplan voorstelden dat afwijkt van de tot nu toe gevolgde platgetreden paden.

De werkgevers zijn blij …

De grootste werkgeverskoepel Zorgnet-Icuro daarentegen was wél uitgesproken tevreden over het akkoord: Het akkoord komt tegemoet aan een aantal belangrijke verzuchtingen van de werkgevers in verband met de flexibiliteit in de werktijden. Zo zal onder meer de teller van overuren bij deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster – het zogenaamde meerurenkrediet – minder snel oplopen, doordat nog slechts de uurroosterafwijkingen zullen meetellen. De referteperiode waarbinnen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur gerespecteerd moet worden, wordt verdubbeld (van drie naar zes maanden) en de aanvang hoeft niet samen te vallen met de start van een kalenderjaar. Ook aan de verplichte “11-uren rustpauze” werd gesleuteld: die kan in zeer specifieke situaties teruggebracht worden naar 9 uur.”

De kritiek van het nee-kamp in een notendop

Om de kritische stem binnen de vakbonden samen te vatten: IF-IC wordt gebruikt als grote wortel om eisen van werkgevers en regering te slikken waaronder een grotere flexibiliteit … in een sector waar die al zeer hoog ligt. Misschien kan men in de toekomst bijvoorbeeld vragen om rubberen verpleegkundigen in plaats van stalen verpleegsters ;-) Als onze collega’s voor de keuze zouden staan; wat zouden ze kiezen? Genoeg tijd kunnen besteden aan de patiënten en je job ernstig kunnen uitvoeren of … thuis zitten in burn-out maar wel met een beetje extra confituur op je boterham met kaas?

Glas halfleeg of halfvol?

Bij het keuren van een sociaal akkoord moeten vakbondsmilitanten wikken en wegen: de voor- en de nadelen tegenover elkaar afwegen want in het akkoord zitten er ook eisen van de werkgevers en de regering vervat. Dat is de logica bij een tripartite overleg. Het inschatten hangt grotendeels af van de maatstaf die men hanteert: gaat men uit van “realpolitik” (het zogezegd haalbare) of het nodige (de reële behoeften) en wat voor actieperspectief (of geen?) brengt men naar voor? De verschillende vakbonden hebben andere methoden om “de achterban te consulteren” wat uiteraard in een verschillende uitslag kan resulteren. LBC deed dit meer centralistisch in 1 meeting terwijl BBTK de consultatie afdeling per afdeling, delegatie per delegatie, organiseerde.

De grote wortel: IF-IC

Het leeuwendeel van de budgetten van het akkoord zal ingezet worden voor de gefaseerde introductie van een nieuwe sectorale functieclassificatie en het nieuwe loonhuis dat daarop gebaseerd is volgens IF-IC.

Dit verhaal begon in 2002 (!!!) met de oprichting van de VZW IF-IC en er ging dan ook heel wat geld naar deze VZW (huur gebouw, lonen van de medewerkers etc.) Het kabinet van De Block was dan ook sluw genoeg om de uitvoering van IF-IC te presenteren als “now or never. “

 “In deze eerste fase betekent het nieuwe loonmodel een verbetering voor bijna 65 % van de werknemers. Gemiddeld stijgen de lonen met een bedrag van circa 50 euro bruto. Uiteraard is dit cijfer heel verschillend voor individuele werknemers!” (IF-IC Extra nieuwsbrief 25/10/2017) Over een grote aardverschuiving in de lonen kunnen we dus moeilijk spreken in een sector waar de laatste baremieke loonsverhoging (+ 1%) dateert van 2001.

Verder weet IF-IC te vertellen: “Maar in de eerste plaats is de nieuwe functieclassificatie natuurlijk een erkenning van de talrijke beroepen in de sector, met duidelijke omschrijvingen en een gemoderniseerde visie over verloning: lonen worden voortaan bepaald op basis van de jobinhoud en niet meer op basis van het diploma of de graad van de functie.” BEHALVE bij de verpleegkundigen waar op vraag van de werkgevers het onderscheid blijft bestaan tussen A1 en A2 (we gebruiken de oude termen voor de duidelijkheid)

JOBS, JOBS, JOBS?

Op 20 oktober stonden bij de VDAB 2231 vacatures open voor verpleegkundigen en 833 vacatures voor zorgkundigen. Onrustwekkend is alvast dat dit in stijgende lijn gaat. Het lijkt dan ook de theoretische projectie van een cumulatief tekort van 3600 verpleegkundigen per jaar (18.000 op 5 jaar) te gaan bevestigen. Op basis van een steekproef van de eerste 1000 vacatures voor verpleegkundigen blijkt minstens 37,2 % bedoeld voor de federale sectoren (waarschijnlijk meer aangezien de vacatures voor interimbureaus niet meegerekend zijn) 

Als we daarbovenop rekening houden met het feit dat voor de eerste keer in 10 jaar het aantal inschrijvingen voor verpleegkunde in de hogescholen gedaald is met 7,8% ziet het er echt niet goed uit. Gecombineerd met de ernstige vergrijzing van het personeel en de pensioneringsgolf lijken we naar een personeelstekort van bijbelse proporties af te stevenen in de zorgsector. Verso, de werkgeverskoepel van de social profit in Vlaanderen, berekende dat er tegen 2022 vermoedelijk 60.000 extra werkkrachten nodig zijn. Als we dit alles in beschouwing nemen, is het sociaal akkoord allesbehalve een afdoend antwoord.

Volgens LBC zullen in de komende periode 1000 extra jobs voor de mobiele equipes komen om afwezige werknemers beter te vervangen. Het kan echter toch de bedoeling niet zijn om de broodnodige extra handen enkel via mobiele equipes te rekruteren? Als we even advocaat van de duivel spelen: zijn die mobiele equipes een staaltje van de toekomst van hoe ALLE werknemers tegen een grotere flexibiliteit wat betreft inzetbaarheid zullen moeten aankijken in de beruchte ziekenhuisnetwerken?

De enige manier om de steeds stijgende werkdruk, groeiende personeelskrapte en torenhoge flexibiliteit duurzaam en structureel op te vangen, is een verhoging van de personeelsnormen, niet enkel in de federale sectoren maar zeker en vast in de woonzorgcentra die nu tot de Vlaamse sectoren behoren.

Ziekenhuisnetwerken

Rond de hervormingen van het ziekenhuislandschap zal er ook een werkgroep opgericht worden. Hier kunnen immers heel wat potentiële gevaren opduiken voor de arbeidsvoorwaarden van de werknemers waaronder de versnelling van de trend tot outsourcing en grotere mobiliteit wat betreft inzetbaarheid (wordt een vaste dienst een luxe in de toekomst?)

Where is the money?

Het sociaal akkoord bevat voor 463 miljoen euro aan maatregelen, wat niet niets is.  Als we rekening houden met het feit dat we hier te maken hebben met een harde neoliberale besparingsregering die ernstig het mes zet in de gezondheidszorg lijkt het wel een juiste inschatting dat qua budget voor het sociaal akkoord het onderste uit de kan is gehaald.

Eind 2017 komt er voor alle werknemers een éénmalig extraatje bovenop de eindejaarspremie maar hiermee is een volwaardige 13de maand nog steeds niet in zicht. Exacter: het vast gedeelte van de eindejaarspremie wordt in 2017 eenmalig verhoogd met 327,77 euro bruto, ongeveer 150 euro netto (persbericht Maggie De Block 25/10/2017)  De middelen voor deze éénmalige verhoging van de eindejaarspremie komen van een deel van het budget dat voor IF-IC in 2017 voorzien was (in totaal 50 miljoen euro waarvan  31,46 miljoen euro naar de premie gaat)

Versterking van de 2de pensioenpijler.

Via een bijkomende financiering zal het bedrag van de premie voor de gepensioneerde werknemers worden verhoogd tot 0,6% van de bruto-loonmassa. Tot hiertoe stelde deze 2de pijler twee keer niets voor. Volgens de liberale vakbond ACLVB betekent dit dat de dotatie aan het pensioenfonds verdrievoudigd wordt.

Wat betreft die 2de pensioenpijler is er de ideologische discussie … over de kip of het ei. Bij de invoering van de 2de pensioenpijler in de sector was BBTK géén vragende partij omdat men eerder opteert voor de versterking van de eerste pijler; het wettelijk pensioen. Heeft de huidige antisociale regering nu een bijkomend argument met de extra pijler(s) om het wettelijk pensioen af te breken? Daar is ze nu wel degelijk mee bezig. Sommigen in de vakbond zagen de middelen voor de 2de pijler liever geïnvesteerd in extra tewerkstelling.

Sociale maribel en taks shift

De middelen voor de sociale maribel (*) in het kader van de taks shift zullen gebruikt worden voor het versterken van de mobiele equipe met meer dan 400 VTE’s.

(* De sociale maribel dient voor extra tewerkstelling op basis van lastenverlagingen. Het verminderingsbedrag komt niet rechtstreeks ten goede van de werkgever maar wordt doorgestort aan de sectorale fondsen sociale maribel. Daarna kan de werkgever een financiële tussenkomst toegekend krijgen door het fonds sociale maribel om een nieuwe arbeidsplaats te creëren volgens de procedures en voorwaarden bepaald door het betrokken fonds die doorgestort en herverdeeld worden via een nationaal fonds)
 
Conclusie

De teerling is geworpen met het tekenen van het akkoord dat eigenlijk meer een engagementsverklaring is wegens de vele blanco’s of onbekenden. We zijn echter nog maar halverwege. De maatregelen moeten immers nog uitgevoerd worden in juridisch afdwingbare teksten en in paritair comité 330 dienen nog tal van cao’s afgesloten. Dit zal ongetwijfeld tot de nodige debatten leiden. Je hoeft heus geen genie te zijn om te beseffen dat hierbij vroeg of laat een kink in de kabel kan komen ...

Voor alle duidelijkheid: Rome is ook niet op één dag gebouwd. De appreciatie voor het sociaal akkoord kan qua toon verschillen van vakbond tot vakbond maar de bezorgdheden zijn in grote lijnen wel dezelfde. En laat ons niet vergeten dat er voor de Vlaamse sectoren (waar o.a. de woonzorgcentra onder vallen) nog steeds geen akkoord is. De witte woede is verre van gesust en blijft waakzaam!

Links naar pamfletten en verklaringen: