Op 25
oktober werd een sociaal meerjarenakkoord getekend voor de federale
gezondheidsdiensten. Dat was geleden van 2005 … Dit akkoord geldt voor de
ongeveer 170.000 werknemers in de ziekenhuizen, thuisverpleging, de Forensische Psychiatrische Centra (FPC’s), de
bloedtransfusie- en de
wijkgezondheidscentra. Het ontwerpakkoord werd echter niet overal even
enthousiast onthaald, om het enigszins eufemistisch uit te drukken.
Toch wel even aanstippen dat het akkoord uit 2 luiken bestaat: eentje voor de private sectoren (met veel verschil de grootste) en eentje voor de (kleine) publieke sector. In dit artikel gaan we enkel in op het luik voor de private sectoren. Het is niet de bedoeling om alle punten van het akkoord te behandelen of detaildiscussies in de
diepte aan te boren. Vandaar dat je onder dit artikel links vindt naar pamfletten en persberichten van verschillende vakbonden en organisaties.
In de verklaringen van die organisaties vind je een duidelijk verschil in toon, accenten,
interpretatie … én soms ook andere cijfers. Dat is ook te begrijpen aangezien het akkoord
niet meer of minder dan een engagementsverklaring is waarbij nog heel wat onbekende elementen concreet moeten ingevuld worden.
Het contrast lijkt het grootst tussen LBC en BBTK. “Er is weliswaar een akkoord, maar het is er
pas gekomen met moeite en uit pragmatisme, bij gebrek aan beter. Bij de
grootschalige raadpleging over het ontwerp van sociaal akkoord die de BBTK
organiseerde, doken heel wat vragen en het nodige voorbehoud op, niet alleen
ten opzichte van de door werkgevers en regering ingevoerde punten – die hun
plaats niet hebben in een zogenaamd “sociaal” akkoord – maar ook gezien de
grote onzekerheid en het gebrek aan duidelijkheid rond verschillende punten die
nog ingevuld moeten worden, via cao’s of binnen werkgroepen.” Als we dit
vergelijken met het niet minder dan enthousiaste LBC kunnen we ons vragen
stellen of we het hier over hetzelfde akkoord hebben: “YES! EEN NIEUW SOCIAAL AKKOORD FEDERALE NON-PROFIT! […] MET HET
NIEUW SOCIAAL AKKOORD ZETTEN WE BELANGRIJKE STAPPEN VOORUIT.”
Zo wordt o.a. de spreekwoordelijke hete patat van de beruchte ADV-dagen (rimpeldagen) doorverwezen naar een
werkgroep onder de noemer ‘modernisering van het loopbaanbeleid’ die tegen juni
2018 budgetneutrale voorstellen zou
moeten formuleren. Als regering en werkgevers spreken over “modernisering”
hebben ze het doorgaans over een inlevering voor de werknemers …
Oppositie tegen het
akkoord
In het materiaal van BBTK-SETCa blijkt een zeer kritische
houding tegenover het akkoord. Hiermee geeft de socialistische bediendenbond
een stem aan de sterke oppositie binnen eigen rangen tegen het ontwerpakkoord;
40 % stemde tegen waaronder de grootste afdeling van het ABVV (BBTK-SETCa
Brussel-Halle-Vilvoorde) De afdeling BBTK BHV ging niet over 1 dag ijs en nam
deel aan niet minder dan 3 vergaderingen over het ontwerpakkoord waaronder een
lokaal beroepscomité van een volledige dag waar heel wat ziekenhuizen én
militanten vertegenwoordigd waren. De beargumenteerde tegenstem (met niet
minder dan 25 breekpunten) van deze afdeling is voor een stuk ook te verklaren
door het feit dat de militanten een alternatief actieplan voorstelden dat
afwijkt van de tot nu toe gevolgde platgetreden paden.
De werkgevers zijn
blij …
De grootste werkgeverskoepel Zorgnet-Icuro daarentegen was
wél uitgesproken tevreden over het akkoord: “Het akkoord komt tegemoet aan een aantal belangrijke
verzuchtingen van de werkgevers in verband met de flexibiliteit in de
werktijden. Zo zal onder meer de teller van overuren bij deeltijdse werknemers
met een variabel uurrooster – het zogenaamde meerurenkrediet – minder snel
oplopen, doordat nog slechts de uurroosterafwijkingen zullen meetellen. De
referteperiode waarbinnen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur gerespecteerd
moet worden, wordt verdubbeld (van drie naar zes maanden) en de aanvang hoeft
niet samen te vallen met de start van een kalenderjaar. Ook aan de verplichte
“11-uren rustpauze” werd gesleuteld: die kan in zeer specifieke situaties
teruggebracht worden naar 9 uur.”
De kritiek van het nee-kamp in een notendop
Om de kritische stem binnen
de vakbonden samen te vatten: IF-IC wordt gebruikt als grote wortel om eisen
van werkgevers en regering te slikken waaronder een grotere flexibiliteit … in
een sector waar die al zeer hoog ligt. Misschien kan men in de toekomst bijvoorbeeld
vragen om rubberen verpleegkundigen in plaats van stalen verpleegsters ;-) Als
onze collega’s voor de keuze zouden staan; wat zouden ze kiezen? Genoeg tijd
kunnen besteden aan de patiënten en je job ernstig kunnen uitvoeren of … thuis zitten in burn-out maar wel met een
beetje extra confituur op je boterham met kaas?
Glas halfleeg of halfvol?
Bij
het keuren van een sociaal akkoord moeten vakbondsmilitanten wikken en wegen:
de voor- en de nadelen tegenover elkaar afwegen want in het akkoord zitten er
ook eisen van de werkgevers en de regering vervat. Dat is de logica bij een
tripartite overleg. Het inschatten hangt grotendeels af van de maatstaf die men
hanteert: gaat men uit van “realpolitik” (het zogezegd haalbare) of het nodige
(de reële behoeften) en wat voor actieperspectief (of geen?) brengt men naar
voor? De verschillende vakbonden hebben andere methoden om “de achterban te
consulteren” wat uiteraard in een verschillende uitslag kan resulteren. LBC deed dit meer centralistisch in 1 meeting terwijl BBTK de consultatie afdeling per afdeling, delegatie per delegatie, organiseerde.
De grote wortel: IF-IC
Het
leeuwendeel van de budgetten van het akkoord zal ingezet worden voor de gefaseerde
introductie van een nieuwe sectorale functieclassificatie en het nieuwe loonhuis dat daarop gebaseerd is
volgens IF-IC.
Dit verhaal begon in 2002
(!!!) met de oprichting van de VZW IF-IC en er ging dan ook heel wat geld naar deze VZW (huur
gebouw, lonen van de medewerkers etc.) Het kabinet van De Block was dan ook
sluw genoeg om de uitvoering van IF-IC te presenteren als “now or never. “
“In deze
eerste fase betekent het nieuwe loonmodel een verbetering voor bijna 65 % van
de werknemers. Gemiddeld stijgen de lonen met een bedrag van circa 50 euro
bruto. Uiteraard is dit cijfer heel verschillend voor individuele werknemers!” (IF-IC Extra nieuwsbrief 25/10/2017) Over een grote
aardverschuiving in de lonen kunnen we dus moeilijk spreken in een sector waar
de laatste baremieke loonsverhoging (+ 1%) dateert van 2001.
Verder weet IF-IC te
vertellen: “Maar in de eerste plaats is
de nieuwe functieclassificatie natuurlijk een erkenning van de talrijke
beroepen in de sector, met duidelijke omschrijvingen en een gemoderniseerde
visie over verloning: lonen worden voortaan bepaald op basis van de jobinhoud
en niet meer op basis van het diploma of de graad van de functie.” BEHALVE
bij de verpleegkundigen waar op vraag van de werkgevers het onderscheid blijft
bestaan tussen A1 en A2 (we gebruiken de oude termen voor de duidelijkheid)
JOBS, JOBS, JOBS?
Op 20 oktober stonden bij de VDAB 2231 vacatures open voor
verpleegkundigen en 833 vacatures voor zorgkundigen. Onrustwekkend is alvast
dat dit in stijgende lijn gaat. Het lijkt dan ook de theoretische projectie van
een cumulatief tekort van 3600 verpleegkundigen per jaar (18.000 op 5 jaar) te gaan
bevestigen. Op basis van een steekproef van de eerste 1000 vacatures voor
verpleegkundigen blijkt minstens 37,2 % bedoeld voor de federale sectoren
(waarschijnlijk meer aangezien de vacatures voor interimbureaus niet
meegerekend zijn)
Als we daarbovenop rekening houden met het feit dat voor de
eerste keer in 10 jaar het aantal inschrijvingen voor verpleegkunde in de
hogescholen gedaald is met 7,8% ziet het er echt niet goed uit. Gecombineerd
met de ernstige vergrijzing van het personeel en de pensioneringsgolf lijken we
naar een personeelstekort van bijbelse proporties af te stevenen in de
zorgsector. Verso, de werkgeverskoepel van de social profit in
Vlaanderen, berekende dat er tegen 2022 vermoedelijk 60.000 extra werkkrachten
nodig zijn. Als we dit alles in beschouwing nemen, is het sociaal akkoord allesbehalve een
afdoend antwoord.
Volgens LBC zullen in de komende periode 1000 extra jobs
voor de mobiele equipes komen om afwezige werknemers beter te vervangen. Het
kan echter toch de bedoeling niet zijn om de broodnodige extra handen enkel via
mobiele equipes te rekruteren? Als we even advocaat van de duivel spelen: zijn
die mobiele equipes een staaltje van de toekomst van hoe ALLE werknemers tegen
een grotere flexibiliteit wat betreft inzetbaarheid zullen moeten aankijken in
de beruchte ziekenhuisnetwerken?
De enige manier om de
steeds stijgende werkdruk, groeiende personeelskrapte en torenhoge
flexibiliteit duurzaam en structureel op te vangen, is een verhoging van de
personeelsnormen, niet enkel in de federale sectoren maar zeker en vast in de
woonzorgcentra die nu tot de Vlaamse sectoren behoren.
Ziekenhuisnetwerken
Rond de hervormingen van het ziekenhuislandschap zal er ook
een werkgroep opgericht worden. Hier kunnen immers heel wat potentiële gevaren
opduiken voor de arbeidsvoorwaarden van de werknemers waaronder de versnelling
van de trend tot outsourcing en grotere mobiliteit wat betreft inzetbaarheid (wordt een vaste dienst een luxe in de toekomst?)
Where is the money?
Het sociaal akkoord bevat voor 463 miljoen euro aan maatregelen, wat
niet niets is. Als we rekening houden
met het feit dat we hier te maken hebben met een harde neoliberale besparingsregering
die ernstig het mes zet in de gezondheidszorg lijkt het wel een juiste
inschatting dat qua budget voor het sociaal akkoord het onderste uit de kan is
gehaald.
Eind 2017 komt er voor alle werknemers een éénmalig extraatje bovenop de eindejaarspremie maar hiermee is
een volwaardige 13de maand nog steeds niet in zicht. Exacter: het vast gedeelte van de eindejaarspremie wordt in 2017 eenmalig
verhoogd met 327,77 euro bruto, ongeveer 150 euro netto (persbericht Maggie De Block 25/10/2017) De middelen
voor deze éénmalige verhoging van de eindejaarspremie komen van een deel van
het budget dat voor IF-IC in 2017 voorzien was (in totaal 50 miljoen euro
waarvan 31,46 miljoen euro naar de premie gaat)
Versterking van de
2de pensioenpijler.
Via een bijkomende financiering zal het bedrag van de premie
voor de gepensioneerde werknemers worden verhoogd tot 0,6% van de
bruto-loonmassa. Tot hiertoe stelde deze 2de pijler twee keer niets
voor. Volgens de liberale vakbond ACLVB betekent dit dat de dotatie aan het pensioenfonds verdrievoudigd wordt.
Wat betreft die 2de pensioenpijler is er de
ideologische discussie … over de kip of het ei. Bij de invoering van de 2de
pensioenpijler in de sector was BBTK géén vragende partij omdat men eerder
opteert voor de versterking van de eerste pijler; het wettelijk pensioen. Heeft
de huidige antisociale regering nu een bijkomend argument met de extra pijler(s)
om het wettelijk pensioen af te breken? Daar is ze nu wel degelijk mee bezig.
Sommigen in de vakbond zagen de middelen voor de 2de pijler liever geïnvesteerd
in extra tewerkstelling.
Sociale maribel en
taks shift
De middelen voor de sociale maribel (*) in het kader van de taks shift zullen
gebruikt worden voor het versterken van de mobiele equipe met meer dan 400
VTE’s.
(* De sociale maribel dient voor extra tewerkstelling op basis van lastenverlagingen. Het verminderingsbedrag komt niet rechtstreeks ten goede van de werkgever maar wordt doorgestort aan de sectorale fondsen sociale maribel. Daarna kan de werkgever een financiële tussenkomst toegekend krijgen door het fonds sociale maribel om een nieuwe arbeidsplaats te creëren volgens de procedures en voorwaarden bepaald door het betrokken fonds die doorgestort en herverdeeld worden via een nationaal fonds)
(* De sociale maribel dient voor extra tewerkstelling op basis van lastenverlagingen. Het verminderingsbedrag komt niet rechtstreeks ten goede van de werkgever maar wordt doorgestort aan de sectorale fondsen sociale maribel. Daarna kan de werkgever een financiële tussenkomst toegekend krijgen door het fonds sociale maribel om een nieuwe arbeidsplaats te creëren volgens de procedures en voorwaarden bepaald door het betrokken fonds die doorgestort en herverdeeld worden via een nationaal fonds)
Conclusie
De teerling is geworpen met het tekenen van
het akkoord dat eigenlijk meer een engagementsverklaring is wegens de vele blanco’s of onbekenden. We zijn echter nog maar halverwege. De maatregelen moeten immers nog uitgevoerd worden in juridisch
afdwingbare teksten en in paritair comité 330 dienen nog tal van cao’s
afgesloten. Dit zal ongetwijfeld tot de nodige debatten leiden. Je hoeft heus geen genie te
zijn om te beseffen dat hierbij vroeg of laat een kink in de kabel kan komen ...
Voor alle duidelijkheid: Rome is ook niet op één dag gebouwd. De appreciatie voor het sociaal akkoord kan qua toon verschillen van vakbond tot vakbond maar de bezorgdheden zijn in grote lijnen wel dezelfde. En laat ons niet vergeten dat er voor de Vlaamse sectoren (waar o.a. de woonzorgcentra onder vallen) nog steeds geen akkoord is. De witte
woede is verre van gesust en blijft waakzaam!
Links naar pamfletten en verklaringen: