donderdag 2 november 2017

Gemengde gevoelens bij sociaal akkoord federale gezondheidsdiensten (2017-2020)


Op 25 oktober werd een sociaal meerjarenakkoord getekend voor de federale gezondheidsdiensten. Dat was geleden van 2005 … Dit akkoord geldt voor de ongeveer 170.000 werknemers in de ziekenhuizen, thuisverpleging, de Forensische Psychiatrische Centra (FPC’s), de bloedtransfusie-  en de wijkgezondheidscentra. Het ontwerpakkoord werd echter niet overal even enthousiast onthaald, om het enigszins eufemistisch uit te drukken.

Toch wel even aanstippen dat het akkoord uit 2 luiken bestaat: eentje voor de private sectoren (met veel verschil de grootste) en eentje voor de (kleine) publieke sector. In dit artikel gaan we enkel in op het luik voor de private sectoren. Het is niet de bedoeling om alle punten van het akkoord te behandelen of detaildiscussies in de diepte aan te boren. Vandaar dat je onder dit artikel links vindt naar pamfletten en persberichten van verschillende vakbonden en organisaties.

In de verklaringen van die organisaties vind je een duidelijk verschil in toon, accenten, interpretatie … én soms ook andere cijfers.  Dat is ook te begrijpen aangezien het akkoord niet meer of minder dan een engagementsverklaring is waarbij nog heel wat onbekende elementen concreet moeten ingevuld worden.

Het contrast lijkt het grootst tussen LBC en BBTK. “Er is weliswaar een akkoord, maar het is er pas gekomen met moeite en uit pragmatisme, bij gebrek aan beter. Bij de grootschalige raadpleging over het ontwerp van sociaal akkoord die de BBTK organiseerde, doken heel wat vragen en het nodige voorbehoud op, niet alleen ten opzichte van de door werkgevers en regering ingevoerde punten – die hun plaats niet hebben in een zogenaamd “sociaal” akkoord – maar ook gezien de grote onzekerheid en het gebrek aan duidelijkheid rond verschillende punten die nog ingevuld moeten worden, via cao’s of binnen werkgroepen.” Als we dit vergelijken met het niet minder dan enthousiaste LBC kunnen we ons vragen stellen of we het hier over hetzelfde akkoord hebben: “YES! EEN NIEUW SOCIAAL AKKOORD FEDERALE NON-PROFIT! […] MET HET NIEUW SOCIAAL AKKOORD ZETTEN WE BELANGRIJKE STAPPEN VOORUIT.”

ADV?

Zo wordt o.a. de spreekwoordelijke hete patat van de beruchte ADV-dagen (rimpeldagen) doorverwezen naar een werkgroep onder de noemer ‘modernisering van het loopbaanbeleid’ die tegen juni 2018 budgetneutrale voorstellen zou moeten formuleren. Als regering en werkgevers spreken over “modernisering” hebben ze het doorgaans over een inlevering voor de werknemers …

Oppositie tegen het akkoord

In het materiaal van BBTK-SETCa blijkt een zeer kritische houding tegenover het akkoord. Hiermee geeft de socialistische bediendenbond een stem aan de sterke oppositie binnen eigen rangen tegen het ontwerpakkoord; 40 % stemde tegen waaronder de grootste afdeling van het ABVV (BBTK-SETCa Brussel-Halle-Vilvoorde) De afdeling BBTK BHV ging niet over 1 dag ijs en nam deel aan niet minder dan 3 vergaderingen over het ontwerpakkoord waaronder een lokaal beroepscomité van een volledige dag waar heel wat ziekenhuizen én militanten vertegenwoordigd waren. De beargumenteerde tegenstem (met niet minder dan 25 breekpunten) van deze afdeling is voor een stuk ook te verklaren door het feit dat de militanten een alternatief actieplan voorstelden dat afwijkt van de tot nu toe gevolgde platgetreden paden.

De werkgevers zijn blij …

De grootste werkgeverskoepel Zorgnet-Icuro daarentegen was wél uitgesproken tevreden over het akkoord: Het akkoord komt tegemoet aan een aantal belangrijke verzuchtingen van de werkgevers in verband met de flexibiliteit in de werktijden. Zo zal onder meer de teller van overuren bij deeltijdse werknemers met een variabel uurrooster – het zogenaamde meerurenkrediet – minder snel oplopen, doordat nog slechts de uurroosterafwijkingen zullen meetellen. De referteperiode waarbinnen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur gerespecteerd moet worden, wordt verdubbeld (van drie naar zes maanden) en de aanvang hoeft niet samen te vallen met de start van een kalenderjaar. Ook aan de verplichte “11-uren rustpauze” werd gesleuteld: die kan in zeer specifieke situaties teruggebracht worden naar 9 uur.”

De kritiek van het nee-kamp in een notendop

Om de kritische stem binnen de vakbonden samen te vatten: IF-IC wordt gebruikt als grote wortel om eisen van werkgevers en regering te slikken waaronder een grotere flexibiliteit … in een sector waar die al zeer hoog ligt. Misschien kan men in de toekomst bijvoorbeeld vragen om rubberen verpleegkundigen in plaats van stalen verpleegsters ;-) Als onze collega’s voor de keuze zouden staan; wat zouden ze kiezen? Genoeg tijd kunnen besteden aan de patiënten en je job ernstig kunnen uitvoeren of … thuis zitten in burn-out maar wel met een beetje extra confituur op je boterham met kaas?

Glas halfleeg of halfvol?

Bij het keuren van een sociaal akkoord moeten vakbondsmilitanten wikken en wegen: de voor- en de nadelen tegenover elkaar afwegen want in het akkoord zitten er ook eisen van de werkgevers en de regering vervat. Dat is de logica bij een tripartite overleg. Het inschatten hangt grotendeels af van de maatstaf die men hanteert: gaat men uit van “realpolitik” (het zogezegd haalbare) of het nodige (de reële behoeften) en wat voor actieperspectief (of geen?) brengt men naar voor? De verschillende vakbonden hebben andere methoden om “de achterban te consulteren” wat uiteraard in een verschillende uitslag kan resulteren. LBC deed dit meer centralistisch in 1 meeting terwijl BBTK de consultatie afdeling per afdeling, delegatie per delegatie, organiseerde.

De grote wortel: IF-IC

Het leeuwendeel van de budgetten van het akkoord zal ingezet worden voor de gefaseerde introductie van een nieuwe sectorale functieclassificatie en het nieuwe loonhuis dat daarop gebaseerd is volgens IF-IC.

Dit verhaal begon in 2002 (!!!) met de oprichting van de VZW IF-IC en er ging dan ook heel wat geld naar deze VZW (huur gebouw, lonen van de medewerkers etc.) Het kabinet van De Block was dan ook sluw genoeg om de uitvoering van IF-IC te presenteren als “now or never. “

 “In deze eerste fase betekent het nieuwe loonmodel een verbetering voor bijna 65 % van de werknemers. Gemiddeld stijgen de lonen met een bedrag van circa 50 euro bruto. Uiteraard is dit cijfer heel verschillend voor individuele werknemers!” (IF-IC Extra nieuwsbrief 25/10/2017) Over een grote aardverschuiving in de lonen kunnen we dus moeilijk spreken in een sector waar de laatste baremieke loonsverhoging (+ 1%) dateert van 2001.

Verder weet IF-IC te vertellen: “Maar in de eerste plaats is de nieuwe functieclassificatie natuurlijk een erkenning van de talrijke beroepen in de sector, met duidelijke omschrijvingen en een gemoderniseerde visie over verloning: lonen worden voortaan bepaald op basis van de jobinhoud en niet meer op basis van het diploma of de graad van de functie.” BEHALVE bij de verpleegkundigen waar op vraag van de werkgevers het onderscheid blijft bestaan tussen A1 en A2 (we gebruiken de oude termen voor de duidelijkheid)

JOBS, JOBS, JOBS?

Op 20 oktober stonden bij de VDAB 2231 vacatures open voor verpleegkundigen en 833 vacatures voor zorgkundigen. Onrustwekkend is alvast dat dit in stijgende lijn gaat. Het lijkt dan ook de theoretische projectie van een cumulatief tekort van 3600 verpleegkundigen per jaar (18.000 op 5 jaar) te gaan bevestigen. Op basis van een steekproef van de eerste 1000 vacatures voor verpleegkundigen blijkt minstens 37,2 % bedoeld voor de federale sectoren (waarschijnlijk meer aangezien de vacatures voor interimbureaus niet meegerekend zijn) 

Als we daarbovenop rekening houden met het feit dat voor de eerste keer in 10 jaar het aantal inschrijvingen voor verpleegkunde in de hogescholen gedaald is met 7,8% ziet het er echt niet goed uit. Gecombineerd met de ernstige vergrijzing van het personeel en de pensioneringsgolf lijken we naar een personeelstekort van bijbelse proporties af te stevenen in de zorgsector. Verso, de werkgeverskoepel van de social profit in Vlaanderen, berekende dat er tegen 2022 vermoedelijk 60.000 extra werkkrachten nodig zijn. Als we dit alles in beschouwing nemen, is het sociaal akkoord allesbehalve een afdoend antwoord.

Volgens LBC zullen in de komende periode 1000 extra jobs voor de mobiele equipes komen om afwezige werknemers beter te vervangen. Het kan echter toch de bedoeling niet zijn om de broodnodige extra handen enkel via mobiele equipes te rekruteren? Als we even advocaat van de duivel spelen: zijn die mobiele equipes een staaltje van de toekomst van hoe ALLE werknemers tegen een grotere flexibiliteit wat betreft inzetbaarheid zullen moeten aankijken in de beruchte ziekenhuisnetwerken?

De enige manier om de steeds stijgende werkdruk, groeiende personeelskrapte en torenhoge flexibiliteit duurzaam en structureel op te vangen, is een verhoging van de personeelsnormen, niet enkel in de federale sectoren maar zeker en vast in de woonzorgcentra die nu tot de Vlaamse sectoren behoren.

Ziekenhuisnetwerken

Rond de hervormingen van het ziekenhuislandschap zal er ook een werkgroep opgericht worden. Hier kunnen immers heel wat potentiële gevaren opduiken voor de arbeidsvoorwaarden van de werknemers waaronder de versnelling van de trend tot outsourcing en grotere mobiliteit wat betreft inzetbaarheid (wordt een vaste dienst een luxe in de toekomst?)

Where is the money?

Het sociaal akkoord bevat voor 463 miljoen euro aan maatregelen, wat niet niets is.  Als we rekening houden met het feit dat we hier te maken hebben met een harde neoliberale besparingsregering die ernstig het mes zet in de gezondheidszorg lijkt het wel een juiste inschatting dat qua budget voor het sociaal akkoord het onderste uit de kan is gehaald.

Eind 2017 komt er voor alle werknemers een éénmalig extraatje bovenop de eindejaarspremie maar hiermee is een volwaardige 13de maand nog steeds niet in zicht. Exacter: het vast gedeelte van de eindejaarspremie wordt in 2017 eenmalig verhoogd met 327,77 euro bruto, ongeveer 150 euro netto (persbericht Maggie De Block 25/10/2017)  De middelen voor deze éénmalige verhoging van de eindejaarspremie komen van een deel van het budget dat voor IF-IC in 2017 voorzien was (in totaal 50 miljoen euro waarvan  31,46 miljoen euro naar de premie gaat)

Versterking van de 2de pensioenpijler.

Via een bijkomende financiering zal het bedrag van de premie voor de gepensioneerde werknemers worden verhoogd tot 0,6% van de bruto-loonmassa. Tot hiertoe stelde deze 2de pijler twee keer niets voor. Volgens de liberale vakbond ACLVB betekent dit dat de dotatie aan het pensioenfonds verdrievoudigd wordt.

Wat betreft die 2de pensioenpijler is er de ideologische discussie … over de kip of het ei. Bij de invoering van de 2de pensioenpijler in de sector was BBTK géén vragende partij omdat men eerder opteert voor de versterking van de eerste pijler; het wettelijk pensioen. Heeft de huidige antisociale regering nu een bijkomend argument met de extra pijler(s) om het wettelijk pensioen af te breken? Daar is ze nu wel degelijk mee bezig. Sommigen in de vakbond zagen de middelen voor de 2de pijler liever geïnvesteerd in extra tewerkstelling.

Sociale maribel en taks shift

De middelen voor de sociale maribel (*) in het kader van de taks shift zullen gebruikt worden voor het versterken van de mobiele equipe met meer dan 400 VTE’s.

(* De sociale maribel dient voor extra tewerkstelling op basis van lastenverlagingen. Het verminderingsbedrag komt niet rechtstreeks ten goede van de werkgever maar wordt doorgestort aan de sectorale fondsen sociale maribel. Daarna kan de werkgever een financiële tussenkomst toegekend krijgen door het fonds sociale maribel om een nieuwe arbeidsplaats te creëren volgens de procedures en voorwaarden bepaald door het betrokken fonds die doorgestort en herverdeeld worden via een nationaal fonds)
 
Conclusie

De teerling is geworpen met het tekenen van het akkoord dat eigenlijk meer een engagementsverklaring is wegens de vele blanco’s of onbekenden. We zijn echter nog maar halverwege. De maatregelen moeten immers nog uitgevoerd worden in juridisch afdwingbare teksten en in paritair comité 330 dienen nog tal van cao’s afgesloten. Dit zal ongetwijfeld tot de nodige debatten leiden. Je hoeft heus geen genie te zijn om te beseffen dat hierbij vroeg of laat een kink in de kabel kan komen ...

Voor alle duidelijkheid: Rome is ook niet op één dag gebouwd. De appreciatie voor het sociaal akkoord kan qua toon verschillen van vakbond tot vakbond maar de bezorgdheden zijn in grote lijnen wel dezelfde. En laat ons niet vergeten dat er voor de Vlaamse sectoren (waar o.a. de woonzorgcentra onder vallen) nog steeds geen akkoord is. De witte woede is verre van gesust en blijft waakzaam!

Links naar pamfletten en verklaringen:





zondag 21 mei 2017

1 juni 2017: militantenactie gemeenschappelijk vakbondsfront federale sectoren


Op 1 juni voeren de militanten van het gemeenschappelijk vakbondsfront van de federale sectoren van de non/social profit nog maar eens actie in Brussel. Ondertussen zijn we al 3 acties verder waarvan 2 massabetogingen (november en maart) en een kleinere tussentijdse militantenactie in december.
 
De regering-Michel geeft echter nog steeds geen concreet antwoord op de eisen van de werknemers van de federale gezondheidsdiensten (ziekenhuizen e.d.) Het overleg beperkt zich tot een reeks technische werkgroepen die gestuurd worden door de kabinetten van De Block en Peeters. Echter, koken kost geld en daar wringt het schoentje. Een sociaal meerjarenakkoord die naam waardig veronderstelt dat er ernstige budgetten vrijgemaakt worden … Maar dat is zeer problematisch met deze besparingsregering die de gezondheidszorg extra in het vizier neemt.

Afspraak in Brussel op 1 juni om 10u30 op het Barricadenplein. Dit is een militantenactie zoals in december maar sympathisanten zijn uiteraard altijd welkom om ons te vervoegen.

Een korte bedenking ...
 
Indien het nodig mocht blijken om met verdere acties de zomervakantie te overbruggen mogen we gerust eens beginnen denken aan een efficiënt opbouwend actieplan dat eindigt  in gecoördineerde en afwisselende stakingen zoals bijvoorbeeld in de ziekenhuizen in de regio Brussel-Halle-Vilvoorde in 2005. Maar hierover later meer.

vrijdag 12 mei 2017

dinsdag 11 april 2017

“Eén op de 4 ziekenhuizen kan zonder problemen dicht.” Pardon?

Deze zéér ongelukkige uitspraak van de CM-voorzitter deed vorige week heel wat stof opwaaien in de sector.

Er is echter 1 constante: weinigen in het debat dat daarop volgde, liggen blijkbaar wakker van de negatieve impact voor het personeel … en dus uiteindelijk ook voor de patiënten. Als uitzondering mocht Jan-Piet Bauwens, federaal secretaris BBTK Social Profit, een woordje (letterlijk) placeren in een korte reportage van Kanaal Z. Kennelijk zijn wij “quantité négligeable” of slechts waardeloze pionnetjes in een groot machtsspel?

Wat de beruchte uitspraak van de CM-voorzitter betreft: de realiteit op de werkvloer ziet er soms hélemaal anders uit dan rekenkundige / boekhoudkundige gemiddelden uit Exceltabellen. Zorg is bindwerk, geen bandwerk. Vergelijken met het aantal ziekenhuisbedden in andere landen, zonder het volledige verhaal uit de doeken te doen, is zéér gevaarlijk. De witte woede in heel wat Europese landen is een quasi permanent gegeven: vermoedelijk niet omdat het daar rozengeur en maneschijn is in de zorgsector?

Het is geen geheim dat in de discussie over de gezondheidszorg van de toekomst de werknemers via hun vakbonden in de media en door de politiek amper gehoord worden. Het zijn vooral “de grote stakeholders” (lees: met veel geld) zoals de werkgevers, de artsen en ook de mutualiteiten die het hoge woord voeren. Wij hopen alvast dat de mutualiteiten, als belangenverdediger van de patiënten, niet in de val trappen van een klassiek spelletje “verdeel en heers” door mee te helpen patiënten en werknemers tegen elkaar op te zetten. Laat de beruchte uitspraak van de CM-voorzitter een accident de parcours zijn … Onze belangen zijn immers niet tegenstrijdig, verre van! Samen sterker!

Sommigen spiegelen ons een rooskleurige toekomst voor waar ziekenhuizen zich ontpoppen als hoogtechnologische paleizen met een minimum aan vooral hooggeschoold personeel. Misschien kunnen we nog wat eenhoorns laten flaneren op het grasperk voor de enorme inkomhal van een ziekenhuis … dat meer weg heeft van een luchthaventerminal?

Echter, de technologische vooruitgang wordt, samen met andere drogredenen, door sommigen gebruikt als breekijzer voor een andere, duistere, agenda.

De zwendel van de eeuw: “vermaatschappelijking van de zorg.”

Het leeuwendeel van de gezondheidszorg (patiënten én zorgwerkers) zou in die nabije toekomst via het uiterst dubbelzinnig concept “vermaatschappelijking van de zorg” naar de thuissituatie verbannen worden.

Dit gaat geheel voorbij aan enkele (zorgwekkend) evoluties in de maatschappij waar bijvoorbeeld steeds meer alleenstaanden de dienst uitmaken en eenzaamheid met al zijn gevolgen meer en meer een issue wordt. De stijgende armoede door het harde besparingsbeleid dient ook in rekening gebracht te worden. Nu reeds is er een grote groep van mensen die uit de boot vallen voor de meest elementaire vormen van gezondheidszorg. Dat maakt “mantelzorg” en de beruchte “vermaatschappelijking” (dat eigenlijk juist het omgekeerde betekent) niet altijd even evident en dan drukken we dit nog zeer zacht uit.

De sluipende individualisering van de zorg geeft ook een totale versplintering in het aanbod waardoor het niet altijd even eenvoudig wordt om door de bomen het bos te zien.

Enerzijds zullen zorgverstrekkers meer en meer tegen elkaar in concurrentie gezet worden; wat naar onze mening allesbehalve bevorderlijk is voor de geleverde kwaliteit. Aan de arbeidsvoorwaarden van de werknemers in dergelijke condities durven we al helemaal niet te denken.

Anderzijds zou men de gebruikers die niet meteen hun weg vinden in “het doolhof van zorg”  kunnen doen betalen om zich te laten bijstaan door privéfirma’s om hun zorg georganiseerd te krijgen. En wie zijn weg niet kent en ook geen geld heeft, zal brute pech hebben …

En daar komt de aap uit de mouw: het uiteindelijke doel van “de vermaatschappelijking” is het privatiseren en openbreken van de zorg voor commerciële spelers die de zorg voor de gebruiker én de maatschappij uiteindelijk duurder zal maken aangezien het hoofdmotief zal verschuiven van zorg voor de gezondheid van de bevolking naar platte winsten  genereren voor de aandeelhouders en de happy few.

De individualisering van de zorg, zoals bijvoorbeeld de persoonsvolgende financiering in de gehandicaptensector, wordt door sommigen verkocht als ontvoogding van de patiënt of de cliënt maar betekent eigenlijk een opstap naar een zuiver Amerikaans model van gezondheidszorg. We willen wel een niet onbelangrijke nuance aanbrengen: het is inderdaad meer dan correct dat wie in staat is, het recht moet hebben om de regie van zijn eigen zorg in handen te nemen. Het al dan niet onbewuste paternalisme in de grote instellingen is ook niet meer van deze tijd. Echter “het rugzakje” waarmee de cliënt zijn zorg moet gaan inkopen op “de markt”, lijkt ons allesbehalve een goede oplossing.

Richting Amerikaans model

In de realiteit hebben we hier te maken met een heuse paradigmaverschuiving in de zorg: van het collectieve, solidaire, zowel op vlak van organisatie als financiering naar het individuele, neoliberale ‘trek uw plan’ of nog op een andere manier gezegd: van het inclusieve naar het exclusieve. Noem het gerust de concretisering van de neoliberale doctrine in de zorg waar de VS het trieste toonbeeld van is.

Recent onderzoek (gepubliceerd in The Lancet) heeft aangetoond dat de 1 % rijksten in dat land tot 15 jaar langer leven dan de 1 % armste landgenoten. Alles wijst in de richting dat  het Amerikaans zorgmodel zelf (gebaseerd op private ziekteverzekeringsmaatschappijen: de HMO’s) deze kloof nog verder doet toenemen. De gezondheidszorg in de VS is op de koop toe de duurste in de wereld.

Terug naar eigen land … Enerzijds zien we zware besparingen én kaduke hervormingen die onze huidige ‘Europese’ collectieve gezondheidszorg meer dan ooit te voren onder druk zetten. Indien het roer niet radicaal omgegooid wordt, zal dit vrij snel leiden naar een ware zorgcrisis.  En anderzijds zien we zoals eerder aangehaald het openbreken van de sector voor commerciële spelers die enkel azen op de meest winstgevende en sappige brokjes.

Even terzijde …

Een citaat uit de tekst “VISIE OP VERPLEEGKUNDE IN 2030” door de  Provinciaal Verpleegkundige directies Overleg West-Vlaanderen bewijst alvast dat we niet uit onze nek aan het kletsen zijn: We gaan dus tegen 2030 in een acuut ziekenhuis te maken krijgen met uitsluitend complexe, hoogtechnologische zorg met een hoge turnover.” De onzichtbare hand van de stuurlui (aan wal) van de verpleegkundige beroepsorganisaties is in deze tekst duidelijk zichtbaar en gaf aanleiding voor de werkgeverskoepel Zorgnet-Icuro om de betreffende directies terug te fluiten. Er wordt immers de indruk gewekt dat men een pleidooi houdt voor de afschaffing van de HBO 5 Verpleegkunde (de vroegere A2) De verpleegkundige beroepsorganisaties voeren al geruime tijd campagne voor de afschaffing van deze waardevolle opleiding tot verpleegkundige vanuit een zeker elitair “de HBO 5 voldoet niet”  standpunt. Maar we wijken af …

Het ziekenhuis als fabriek die maximaal moet renderen

En zo evolueren we langzaam richting “industrialisering” / ontmenselijking van de zorg. De zorg wordt meer en meer opgesplitst in een reeks van aparte deelprocessen waar een holistische benadering uiteindelijk zuivere theorie blijft. Wordt de patiënt van de toekomst zoals een auto op de lopende band in de fabriek/ het ziekenhuis afgewerkt? Dit beeld is misschien ietwat overtrokken maar het geeft alvast aan waarvoor we willen waarschuwen.

Een warme, menselijke zorg waar men tijd maakt én neemt voor de patiënt draagt bij tot het genezingsproces: de mens is tenslotte een sociaal wezen en geen robot.

Ziekenhuizen inkrimpen? You must be kidding!

Iedereen die in de zorg werkt, moet niet overtuigd worden dat er méér in plaats van minder collega’s nodig zijn. Voor wat cijfermateriaal over werkbaarheid in de sector én de groeiende tekorten aan arbeidskrachten, verwijzen we graag naar het pamflet van Polsslag voor de betogingvan 21 maart.

Echter door de huidige hoge turnover in de ziekenhuizen krijgt het personeel niet meer de tijd om even op adem te komen. Continu draaien op minimumbezetting (of eronder) is heus niet de uitzondering. De personeelsnormen zijn archaïsch, niet meer van deze tijd en dienen dringend substantieel verhoogd te worden!

Laat staan dat er nog ruimte is voor de nodige verplichte en niet-verplichte bijscholingen. Die bijscholingen zijn geen overbodige luxe en dragen wel degelijk bij tot een kwalitatieve zorg.  Behalve als het ‘bijscholingen pro-forma’ zijn in het kader van accreditatie, een modetrend die pure geldklopperij lijkt voor privéfirma’s.

Ondanks dit scoren de gezondheidsdiensten in vergelijking met de andere economische sectoren heel goed wat betreft bijscholingen. Anderzijds willen we toch wel even aanstippen dat kwaliteit in de zorg uit meer dan een diarree aan checklists en administratie bestaat … die bovenop “de echte zorg” komen. Uit ervaring durven we zelfs te beweren dat deze checklists niet altijd de realiteit weergeven …

Conclusie: de werkdruk in de ziekenhuizen spat eraf en toch wil men ze nog verder inkrimpen. Met alle chinezen … ’t Zal een witte woede met een zéér lange adem worden!

There Is No Alternative?

De medewerkers van Polsslag menen dat enkel een ANDERE fundamentele reorganisatie van de gezondheidszorg een antwoord kan bieden op deze dreigende neoliberale beestenboel.

We kunnen veel lessen trekken uit gelijkaardige “hervormingen” in onze buurlanden waar de besparingen en in de praktijk de afbraak van de gezondheidszorg al veel langer zijn ingezet. De marsrichting die onze regeringen nu inslaan, zal eindigen in het ravijn behalve voor de kapitaalkrachtigen.

Ons antwoord op de winstzucht van de farmaceutische industrie, de sluipende commercialisering/privatisering én de kanker van de prestatiegeneeskunde (met de bijhorende overconsumptie) is de creatie van een ééngemaakte openbare en nationale gezondheidsdienst die de verschillende gezondheidsdiensten overkoepelt, organiseert en coördineert in het belang van de volksgezondheid en niet van winst of prestige van diverse individuen of instellingen.

Dit doet denken aan de hoogtijdagen van de National Health Service (NHS) in het Verenigd Koninkrijk. De NHS kraakt vandaag echter ook in haar voegen door het ontbreken van enkele fundamentele elementen. Ten eerste: een gezondheidszorg waar men niet voldoende financiële middelen in pompt (onafhankelijk of het nu publiek of privé is) kan onmogelijk naar behoren draaien. Dit is een kwestie van politieke keuzes. Bijna 40 jaar neoliberalisme heeft duidelijke sporen nagelaten in de NHS.

Een tweede maar niet minder belangrijk element is een diepgaande democratische controle op de gezondheidszorg vanuit de bevolking. Een verregaande partijpolitieke inmenging in de zin van cliëntelisme zoals we die kennen in sommige publieke ziekenhuizen, dient vermeden te worden. Ook werknemersorganisaties en patiënten- of consumentenverenigingen dienen nauw betrokken te worden in het systeem.

Naar onze mening is dit niet mogelijk in het huidig kapitalistisch bestel dat zich vandaag de dag in een ware systeemcrisis bevindt. In alle sectoren van de maatschappij zien we gelijkaardige aanvallen. De strijd voor een andere, betere gezondheidszorg maakt integraal deel uit van de strijd voor een andere maatschappij. 

maandag 20 maart 2017

SOS: ZORGCRISIS OP KOMST!

Collega’s op de werkvloer voelen aan den lijve dat het ernstig bergaf gaat met de arbeidsomstandigheden in de sector … en daarmee komt ook de kwaliteit van de geleverde zorg in het gedrang. Dit wordt ook geobjectiveerd door een onderzoek (zie later) De zeer toxische combinatie van zware besparingen en hervormingen die nogal kaduk verlopen, zullen ons in de nabije toekomst in een ware zorgcrisis doen belanden als het roer niet radicaal wordt omgegooid.

Het volstaat om naar onze buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland te kijken, om in te schatten wat er ons te wachten staat. De WITTE WOEDE in die landen is dan ook een permanent gegeven. Wij hebben nog de kans om het ergste te vermijden maar dan moet er wel tot ernstige actie overgegaan worden en mogen de vakbondsonderhandelaars zich niet met een kluitje in het riet laten sturen! Enkel het behoud (?) van de ADV-dagen zal niet volstaan om de zorgcrisis af te wenden! Evenmin zijn we gebaat bij een feitelijke nederlaag die als een overwinning wordt afgeschilderd (een recente trend in de politiek) Er rest ons slechts één weg: doorgaan met actievoeren (desnoods door af te wijken van platgetreden paden) totdat er iets ernstigs uit de bus komt: boter bij de vis dus om een écht sociaal akkoord af te sluiten!

Enkele opmerkelijke cijfers over ‘werkbaarheid’


In het recent rapport (maart 2017) van de sectorale analyse van de Vlaamse werkbaarheidsmonitor 2004-2016 (SERV) ‘Werkbaar werk in de gezondheids-en welzijnszorg’ vinden we enkele interessante cijfers terug.

De werkbaarheidsgraad in de sector nam in het voorbije decennium systematisch toe (daar zitten de betekenisvolle sociale akkoorden van het verleden hoogstwaarschijnlijk voor iets tussen) van 56,1% in 2004 naar 60% in 2010. Het jaar 2010 is dan ook het kantelmoment waar de werkbaarheidsgraad terug naar beneden duikelt: in 2016 bedraagt deze nog 54,4 %: slechter dus dan in 2004. In 2016 wordt 38,1 % van de werknemers geconfronteerd met een hoge werkdruk: in 2013 bedroeg die nog ‘maar’ 29,8 %. Wat de indicator voor emotioneel belastend werk betreft, ligt die zeer hoog in de sector: 41,3 %. 

Laat ons nu enkele cijfers van een aantal subsectoren bekijken (2013-2016)


De ziekenhuizen: de hoge werdruk-situatie stijgt van 36,6 % in 2013 naar 45,9 % in 2016. 

De rusthuizen: de werkstressklachten stijgen van 35,3 % naar 42,4 %, problematische werk-privébalans stijgt van 9,9 % naar 14,5 %, de hoge werkdruk stijgt van 39,9 % naar 50,6 %, emotioneel belastend werk stijgt van 35,4 % naar 46,5 % Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de werkbaarheidsgraad in de rusthuizen problematisch laag ligt op 48,5 % 

De gehandicaptenzorg en jeugdbijstand: werkstressklachten van 22,2% naar 33,9%, problematische werk-privé balans van 5,9% naar 10,9%, emotioneel belastend werk van 49,6 %naar 57,9 %. De werkbaarheidsgraad in deze subsector neemt dan ook een ernstige duik van 68,9 % naar 58,5 %. 

De gezins- en bejaardenhulp: 14,1 % wordt geconfronteerd met een gebrek aan autonomie bij de taakuitvoering (7,4 % in 2013) 

Een gebrek aan motivatie kan de werknemers in de sector nochtans niet aangewreven worden: 73,7 % nam het voorbije jaar deel aan een bijscholing terwijl het Vlaams gemiddelde slechts 57,8 % bedraagt. 

MAAR 53,4% van alle werknemers in de brede sector schat het doorwerken in de huidige job tot het pensioen als een haalbare kaart. 

MEER … MEER …  MEER PERSONEEL !!!


Eind vorig jaar was er bij de Vlaamse arbeidsbemiddelaar VDAB slechts één werkzoekende beschikbaar per twee vacatures voor verpleegkundige. Jaarlijks komt er een tekort van 3.600 verpleegkundigen in ons land bij (18.000 in 5 jaar als de instroom niet substantieel verhoogt) In de zeer diverse sociale sector komen er de volgende tien jaar maar liefst 120.000 jobs open in Vlaanderen alleen al, enerzijds door de pensioneringsgolf van de babyboomers en anderzijds door de groeiende behoeften (vergrijzing van de bevolking)

Minister Vandeurzen beweerde in het nieuws van 17 maart al een fikse injectie gedaan te hebben in de ouderenzorg die nu reeds 3 jaar onder bevoegdheid van de regio’s valt: "We hebben het aantal plaatsen in de woonzorgcentra fors opgedreven. Tot 2018 gaan we 9.800 bijkomende plaatsen financieren en voor 2016-2017 hebben we 46 miljoen euro uitgetrokken voor extra personeel. Dat zijn ongeveer 1.000 extra werknemers" 

Spijtig genoeg is dit eerder een druppel op een hete plaat. In 2016 schatte een studie van de VUB het tekort aan rusthuisbedden in Vlaanderen op 22.000.  In 2008 hadden we een vijfde rusthuisbedden minder dan nodig was. In 2016 bedroeg het tekort al een kwart.

Op de website van LBC, wittewoede.be, stelt men: “Om het aanbod aan plaatsen met 22.000 eenheden te kunnen uitbreiden moeten minstens 11.200 voltijds equivalenten worden opgeleid, aangeworven en gefinancierd. Het gaat dan vooral om verpleegkundigen en zorgkundigen. De kans is groot dat de werkelijke cijfers nog hoger zijn omdat de personeelsbezetting in een rusthuis deels afhangt van de 'zorgzwaarte' van de ouderen die er verblijven.”

Anderzijds is er ook de druk van de “kostenefficiëntie“ die de ontmenselijking van de zorg in de hand werkt: zorgbehoevenden worden meer en meer producten en zorgverleners worden robots. Een praatje slaan met een patiënt, bewoner of cliënt wordt gezien als tijdsverlies. “De zorgwekkende evolutie naar 'bandwerk' in de zorg is het rechtstreekse gevolg van een overdreven drang om zorg te standaardiseren en in protocollen, procedures en contracten te gieten. 'Efficiënt omgaan met de schaarse middelen', heet zoiets in de marktwerking. Het leidt tot zorg als race tegen de klok, die weinig meer wordt dan het afvinken van 'prestaties'. De tijd en ruimte die nodig zijn voor zorgzaamheid gaan verloren.” (Bieke Verlinden naar aanleiding van de start van de campagne "Ook mijn zorg")

Wij willen BOTER BIJ DE VIS!


In plaats van zware besparingen, structurele onderfinanciering en halfdoordachte hervormingen is er nood aan een massaal investeringsplan voor zorg en welzijn om een toekomstige zorgcrisis af te wenden. Deze regeringen lijken enkel de boekhouding te willen doen kloppen in het voordeel van het Grote Geld en liggen blijkbaar helemaal niet wakker van humanitaire overwegingen. We zouden het zelfs crimineel kunnen noemen.

Tijdens de voorbije ontmoetingen (die voorafgingen aan de betoging van 21 maart) met ministers De Block en Peeters op federaal niveau en de ministers van de Vlaamse regering kregen de vakbondsonderhandelaars geen enkel engagement of zelfs budgettaire berekening los … Jan-Piet Bauwens (federaal secretaris BBTK Social-Profit) : “We onderhandelen in de Social-Profit met drie overlegpartners: werkgevers, werknemers en overheid. Die laatste speler zit er voorlopig voor spek en bonen bij.”

Wordt vervolgd ...

Klik hier voor de PDF van het volledige pamflet van Polsslag zoals het op de betoging van 21 maart uitgedeeld wordt.

dinsdag 21 februari 2017

21 maart: alle hens aan dek!


vrijdag 20 januari 2017

WITTE WOEDE: resultaten en vooruitzichten


De social of non-profit is een zeer complex kluwen wat betreft bevoegdheden en is zeer heterogeen van samenstelling. Enerzijds hangen de sectoren af van federaal, regio en/of gemeenschap en anderzijds behoren ze ofwel tot de publieke of de private sector … of een mengvorm (bijvoorbeeld de hybride ziekenhuizen met zowel een publieke als een private component) Het is dan ook zeer belangrijk voor de werknemers om in een zo groot mogelijke eenheid naar buiten te komen en actie te voeren.

Dat dit niet altijd van een leien dakje loopt, heeft het verleden al genoeg bewezen. Al te vaak is het de private sector in de social / non-profit die de kar trekt van de witte woede terwijl de openbare sector  sporadisch eens komt piepen. Vanuit de vakbondsapparaten van de openbare sector is er de neiging om zich eerder te identificeren als ambtenaar dan als werknemer in de zorg, wat uiteraard een valse tegenstelling is. Het hangt natuurlijk ook samen met de andere, “betere”, arbeidsvoorwaarden (in vergelijking met de privésectoren) maar de laatste jaren zien we duidelijk een beweging van neerwaartse  nivellering van die arbeidsvoorwaarden: de werknemers van het Aalsterse ASZ kunnen hier over  getuigen. Zij hebben zich meermaals moedig geweerd met langdurige stakingen maar dit was niet genoeg om een nationale trend te keren. De openbare ziekenhuizen in Vlaanderen zijn aan een uitdoofscenario bezig: het zijn eerder hybride ziekenhuizen waarbij er niet meer overgegaan wordt tot vaste benoemingen (met uitzondering van het UZ Gent) en zullen ongetwijfeld mettertijd 100 procent privaat worden. De werkgeverskoepel van de openbare ziekenhuizen in Vlaanderen (ICURO) is reeds gefusioneerd met het katholieke Zorgnet. In Brussel en Wallonië bestaat er echter nog wel een volwaardige publieke ziekenhuissector.

Anderzijds slaagden de Vlaamse sectoren er vorige keer in om een meerjarenakkoord met inhoud af te dwingen (bijvoorbeeld 90% van een volwaardige 13e maand) terwijl de federale sectoren verweesd achterbleven met mini-akkoordjes met flutinhoud …

We kunnen bovenstaande alinea’s samenvatten als: “Alles wat ons verdeelt, verzwakt ons!”

Laat ons even recapituleren alvorens naar de toekomst te kijken.

Er waren 2 acties nodig naar het kabinet van minister De Block toe om een datum vast te leggen … waarop de vergaderkalender van de onderhandelingen voor een nieuw sociaal akkoord  voor de federale sectoren kon vastgelegd worden  (17 januari) Dit lijkt vrij absurd en belooft weinig goeds voor het verdere verloop. Maar zoals we al geruime tijd weten, is sociaal overleg helemaal geen prioriteit voor deze besparingsregering en dat drukken we dan nog zeer zacht uit.

De eerste actie op 24 november van alle sectoren (zowel privé als publiek) van de social / non-profit was de grootste betoging  van de sector in 20 jaar met méér dan 20.000 manifestanten. Aangezien concrete afspraken (die nochtans beloofd waren door het kabinet) uitbleven, werd er nog vóór het jaareinde op 22 december een militantenactie georganiseerd met zo een 1000tal deelnemers aan het kabinet van De Block. De Nederlandstaligen gingen aansluitend in betoging gaan aankloppen bij de Vlaamse regering.

De huidige context maakt de zaken alleen nog maar ingewikkelder.   We worden immers met heel wat veranderingen tegelijkertijd geconfronteerd: discussie rond de toekomst en de opleidingen van de zorgberoepen (vernieuwing KB 78) , structurele hervormingen van het zorglandschap (de reorganisatie van de ziekenhuizen in netwerken , de nieuwe ziekenhuisfinanciering, de pilootprojecten om ziekenhuisopnames zo kort mogelijk te houden, de verdere afwikkeling van de regionalisering van bepaalde delen van de zorg) en uiteraard dit alles mooi overgoten met een besparingssaus om U tegen te zeggen.  En dan is er ook nog het eisenplatform voor een nieuw sociaal akkoord … dat zouden we bijna nog vergeten!

We kunnen alleen maar vaststellen dat de officiële communicatie van de vakbonden naar buiten toe er amper in slaagt om de samenhang van al die veranderingen op verschillende niveaus te duiden, wat enkel de verwarring op de werkvloer doet toenemen. Dat dit echter wél mogelijk is, bewijst o.a. de facebookpagina “De weerbare verpleeg- en zorgkundige” die bij opstart meteen viraal ging met een cartoon over de rimpeldagen.

Resultaten

Eind oktober zag het er echt niet goed uit toen het gemeenschappelijk vakbondsfront ontvangen werd op het kabinet van De Block in verband met de hervormingen van KB 78 (het juridisch raamwerk voor de gezondheidszorgberoepen) Toen werd er gesuggereerd dat de zorgkundigen niet langer erkend zouden worden als een gezondheidszorgberoep en dus niet zouden opgenomen worden in de nieuwe WUG (gecoördineerde Wet op de Uitoefening van de Gezondheidszorgberoepen) De toekomst van de A2- opleidingen werden ook in vraag gesteld. Kort voor de actie op 22 december werd de bocht van het kabinet wereldkundig gemaakt: de zorgkundigen zullen eveneens in de WUG opgenomen worden en de HBO 5 opleiding (de Vlaamse A2) hoeft niet te vrezen voor de toekomst. 

Langs Franstalige kant ligt het echter wat complexer.  In tegenstelling tot de “Vlaamse” HBO 5 (niveau 5 = gegradueerden) is de “Waalse” A2 een opleiding die resulteert  tot het behalen van het diploma van gebrevetteerde verpleegkundige op niveau 4. Dit blijft problematisch wat betreft de Europese richtlijn voor de erkenning van verpleegkundige. De recente verlenging van de studieduur van de gebrevetteerden met 6 maand tot 3,5 jaar geldt als een TIJDELIJKE overgangsmaatregel terwijl men achter de coulissen aan een nieuwe opleiding op secundair niveau timmert.  Of dit een opleiding tot verpleegkundige wordt, is twijfelachtig. De kans is groter dat dit uiteindelijk een soort van "zorgassistent" wordt ... die overeenstemt met de natte droom van de verpleegkundige beroepsorganisaties over de “Healthcare Assistent” op Europees niveau.  De corporatisten van de beroepsorganisaties willen al jaren af van de A2 opleidingen om zo van het beroep een elitair paradepaardje te maken. Maar hierover later meer: we hebben immers een veldslag gewonnen maar nog niet de oorlog!

Start onderhandelingen

Zoals reeds aangehaald, had de eerste ontmoeting in het kader van een nieuw sociaal akkoord (federale sectoren) plaats op 17 januari in de aanwezigheid van ministers De Block en Peeters. Alle vakbonden waren hier aanwezig, zowel van de private als de openbare sector. Ook de werkgevers van de privésector gaven present. De manier van werken werd op deze vergadering vastgelegd. Bij de discussie over de eindeloopbaan zal ook minister van pensioenen Bacquelaine betrokken worden.

Tot hiertoe blijft het echter gissen naar het budget dat de regering aan een nieuw sociaal akkoord wil besteden. Minister De Block benadrukte opnieuw dat aan de huidige ADV-regeling niet geraakt wordt tot er een nieuw sociaal akkoord uit de bus komt. Voor we “HOERA!” roepen, toch even de opmerking maken dat dit ook zou kunnen betekenen dat men de vakbonden voor een dilemma wil plaatsen à la de pest of de cholera: het concreet bedrag van de besparingen ligt immers vast.

Vandaag (vrijdag 20 januari) starten de gesprekken met de Vlaamse regering.

Toekomstige acties?

Op 23 januari plannen de Franstaligen een militantenactie waarbij ze langsgaan bij de partijhoofdkwartieren van PS en CDH en de diverse bevoegde kabinetten. Dit is eigenlijk naar analogie van wat de Nederlandstaligen deden op de actie van 22 december. Op zich is dit een goede zaak om het vuur van de acties aan de  gang te houden.

Op basis van de ervaringen in het verleden heeft het gemeenschappelijk vakbondsfront van de privésectoren al gebrainstormd over eventuele toekomstige acties wanneer de onderhandelingen niets of te weinig zouden opleveren. Er wordt gesproken van een nieuwe grote betoging tussen het krokus- en paasverlof, nadien gevolgd door militantenacties die uiteindelijk uitmonden in echte stakingen eind mei, begin juni.  Dit is natuurlijk nog maar een eerste idee dat geen rekening houdt met het ritme van enerzijds de resultaten van de onderhandelingen en anderzijds de concrete effecten van de zware besparingen en hervormingen in o.a. de ziekenhuissector.

Wie meent dat een nieuw sociaal akkoord (mét inhoud) tot stand zal komen zonder slag of stoot, getuigt van een enorme naïviteit. Veteranen van de witte woede weten wel beter!