vrijdag 22 november 2013

Een kritische kijk op de nieuwe Federale Raad voor Verpleegkunde

Het had veel voeten in de aarde maar op 5 november had eindelijk de installatievergadering plaats van de “Federale Raad voor Verpleegkunde” (FRV) in de gebouwen van de FOD Volksgezondheid. De FRV is in de woorden van het NVKVV “het hoogste adviesorgaan voor verpleegkundigen in België.” Op de website van het ministerie van volksgezondheid stelt men het zeer ambtelijk als volgt: “Het Koninklijk Besluit nr. 78 van 10 november 1967, art. 21undecies § 1 definieert de opdrachten van de Federale Raad voor Verpleegkunde: De Federale Raad voor Verpleegkunde heeft tot taak aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, op diens verzoek of op eigen initiatief, advies te verstrekken over alle aangelegenheden in verband met de verpleegkunde, meer bepaald betreffende de uitoefening van de verpleegkunde en de kwalificatie hiertoe.” 

Dat het een zware bevalling was, getuigt het feit dat er 5 jaar verstreken is tussen de aankondiging van de hervorming van de oude “Nationale Raad voor Verpleegkunde” (NRV) naar de FRV en de uiteindelijke concrete realisatie ervan. Nog maar eens een illustratie van de gebruikelijke slakkengang in de wereld van de adviesraden.

Op de startvergadering van de oude NRV in augustus 2008 op het kabinet van Onkelinx maakte de minister met veel toeters en bellen haar “Plan voor het verhogen van de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep” wereldkundig. De hervorming van de NRV in de FRV maakte hier integraal deel van uit. In tegenstelling tot toen moest de startvergadering van de nieuwe FRV zich nu tevreden stellen met iemand van het kabinet van de minister … met een lager showgehalte voor die eerste zitting tot gevolg.

Wat is het verschil tussen de oude NRV en de nieuwe FRV buiten dat ene woord? In de samenstelling van de nieuwe raad zijn toch enkele belangrijke verschuivingen: nieuw is de vertegenwoordiging van de zorgkundigen (4 effectieven en 4 plaatsvervangers) en de verschillende erkende verpleegkundige specialismen: elke Bijzondere Beroepstitel/ Bijzondere Beroepsbekwaamheid heeft een aparte vertegenwoordiging (2 effectieven en 2 plaatsvervangers per BBT/BBK) buiten het contingent dat de “basisverpleegkundigen” vertegenwoordigt.

De vertegenwoordigers worden door de minister gekozen uit voordrachtlijsten van de beroepsorganisaties en de vakbonden. De minderheidspositie van de vertegenwoordigers van de vakbonden in de voormalige NRV wordt nog verder versterkt in de FRV. Zo telt bijvoorbeeld het NVKVV alleen al 10 vertegenwoordigers in de nieuwe raad terwijl het aantal vertegenwoordigers van de vakbonden status quo blijft.

De nieuwe voorzitter van de FRV heeft op informele wijze na afloop van de installatievergadering zijn wens uitgedrukt voor een constructieve samenwerking met de vakbonden en zou dan ook een aanwezigheid van de vakbonden in het Bureau (dagelijks bestuur) van de FRV appreciëren. In tegenstelling tot de oude NRV waar o.a. ook de ondervoorzitters en leden van het Bureau door de minister benoemd werden, zullen nu (buiten de voorzitter) de leden van het Bureau verkozen worden door de plenaire vergadering.

Verder bestaat de FRV net zoals bij de oude NRV uit een groep ambtenaren en dokters. Positief is toch dat onder de handvol veteranen van de NRV enkele vertegenwoordigers van de vakbonden een 2e mandaat opnemen in de FRV wat de continuïteit enkel maar ten goede kan komen. In de oude NRV verliep de samenwerking in gemeenschappelijk vakbondsfront vlot en in een constructieve sfeer: laat ons hopen dat het zo blijft.

De gewijzigde samenstelling zorgt er wel voor dat de FRV veel omvangrijker is dan de oude NRV. De oude NRV had dan ook de nodige bedenkingen over het functioneren van de toen nieuw op te richten FRV. Het betreffende advies dat straal genegeerd werd door de minister kan je hier lezen: advies van Nationale Raad voor Verpleegkunde betreffende een wijziging van de samenstelling en de werking van de Federale Raad voor Verpleegkunde

Een extra complicatie voor een efficiënte functionering zijn de harde besparingen in het ministerie zelf. Zo wordt bijvoorbeeld maar 1 op de drie personeelsleden van de administratie die op pensioen gaan, vervangen wat nefaste gevolgen heeft voor de praktische omkadering van de adviesraden. De verhoging van de werklast voor de overblijvende ambtenaren is er één van. Het vertalen van teksten wordt tot een absoluut minimum beperkt wat natuurlijk voor de nodige vertragingen en misverstanden kan zorgen in een orgaan waar de 3 taalgemeenschappen vertegenwoordigd zijn (Nederlands, Frans en Duits) De administratie zal enkel nog een éénmalige vertaling doen van de officiële adviezen wat de discussie enkel maar kan bemoeilijken. In de praktijk weten we dat er zoiets als “een perfecte versie van de eerste slag” niet bestaat. Allerhande werkdocumenten zullen niet meer vertaald worden door de FOD op uitzondering van de verslagen van de plenaire vergaderingen en de vergaderingen van het Bureau. Eigenlijk verwacht men van de deelnemende organisaties dat indien zij een werktekst inbrengen, zij ook zelf voor de vertaling zorgen. In de praktijk zal vlotte tweetaligheid meer dan aangewezen zijn, zeker voor de werkgroepen in de schoot van de FRV … maar daar is natuurlijk geen rekening mee gehouden bij de keuze van de vertegenwoordigers. Voor de werkgroepen in de schoot van de FRV zal geen simultaanvertaling meer voorzien worden en PV’s zullen evenmin door de administratie opgemaakt worden. Babylonische spraakverwarring verzekerd!

Wat niet veranderd is in vergelijking met de oude NRV is de “sociale samenstelling” van de vertegenwoordigers. De beroepsorganisaties worden overwegend vertegenwoordigd door diensthoofden, middenkaders en directieleden terwijl de vakbondsvertegenwoordigers vooral gewone verpleegkundigen of zorgkundigen zijn die aan het bed van de patiënt komen, de “frontsoldaten” quoi. Dit verklaart waarschijnlijk waarom de beroepsorganisaties soms al eens overkomen als “verkapte werkgeversvertegenwoordigers” én uiteraard is er ook nog het typische corporatisme …

Hopelijk wordt het geen valse start voor de FRV want het ministerie gaat al in maart over tot “lopende zaken” omwille van de verkiezingen. De vorige NRV was een verhaal van “10 kleine negertjes” waarbij op het laatste met heel veel moeite de noodzakelijke aanwezigheidsquota bereikt werden om geldig te kunnen stemmen en /of te vergaderen. De slakkengang waartoe adviesraden klaarblijkelijk veroordeeld zijn en het gebrekkig functioneren hadden duidelijk een invloed op het enthousiasme en dus op de aanwezigheid op de vergaderingen. In het begin van de vorige NRV gingen de plenaire vergaderingen om de maand door maar gaandeweg werd dat ritme bijgesteld tot 1 keer om de 6 weken én langer. De plenaire vergaderingen van de FRV zullen tweemaandelijks doorgaan. Laat ons hopen dat de FRV niet hetzelfde lot is toebedeeld als de NRV …

donderdag 21 november 2013

Uitbesteding van niet-genormeerde diensten in de zorgsector


Dit artikel is grotendeels gebaseerd op een werkdocument van het “regionaal beroepscomité BBTK-SETCa BHV Ziekenhuizen.”

Zoals we reeds meerdere malen op deze blog aantoonden, mist de besparingspolitiek als gevolg van de financiële crisis ook zijn effect niet in de zorgsector. In het licht van de recent aangekondigde toekomstige hervorming van de ziekenhuisfinanciering is het dan ook interessant om bepaalde elementen die ongetwijfeld in deze discussie zullen opduiken, eens onder de loep te nemen. Uitbesteding van niet-genormeerde diensten is er zeker één van.

Voor lezers vreemd aan de sector: met “genormeerd” bedoelen we de wettelijke personeelsnorm. Dit slaat niet enkel op bijvoorbeeld het minimum aantal personeelsleden per dienst van 30 bedden maar ook op de samenstelling van dat personeel. Op sommige gespecialiseerde afdelingen dient een minimum aantal erkende gespecialiseerde verpleegkundigen aanwezig te zijn (de “Bijzondere Beroepstitel” voor de bachelors - de oude A1 - of “Bijzondere Beroepsbekwaamheid” voor HBO5 – de oude A2)

De financiering van de ziekenhuizen (in de sector spreekt men over BFM: Budget Financiële Middelen) is gebaseerd op de gerealiseerde medische activiteiten (o.a. bezettingsgraad, ingrepen enz.) Ingeval van vermindering van de medische activiteiten is de vermindering van het BFM logischerwijze een feit. Optimalisaties zijn volgens de directies dan ook een noodzaak. Samenwerking en gedeelde uitbestedingsprojecten vormen de uitdaging voor de zorgsector.

Uitbesteding van NIET-genormeerde diensten is geen nieuw gegeven.

In het verleden werd de uitbesteding vooral gebruikt voor diensten zoals de keuken en de onderhoudsploeg. Extra opbrengsten (winst!) was het te bereiken doel.

De huidige financiële en economische context zet de beheerders in de zorgsector aan om deze ‘profit’ methode te hanteren voor alle niet-genormeerde diensten. Het verworven budget (BFM) zal door de beheerders worden aangewend om een externe firma contractueel te verbinden. Taken die voorheen werden uitgevoerd door een dienst binnen de zorginstelling zullen voortaan worden uitgevoerd door de externe firma.

Het spreekt voor zich dat bij deze externe firma de werknemers tewerkgesteld zijn aan slechtere arbeidsvoorwaarden ( paritair comité “hukkeldepup”). Het financieel voordeel (winst!) van deze transactie is enkel voor de beheerders van de zorginstelling.

De gevolgen van een uitbesteding voor het personeel van de zorginstelling.

De uitzondering …

Bij uitbesteding van diensten blijven de gevolgen voor het personeel van de instelling bij uitzondering beperkt. Een goed functionerend sociaal overleg heeft als gevolg dat er geen “naakte” ontslagen gebeuren. Personeel dat op ‘natuurlijke’ wijze vertrekt (pensioen, brugpensioen, ….) wordt niet vervangen. Indien dit niet volstaat worden personeelsleden gevraagd te muteren, met loonbehoud, naar andere diensten van de zorginstelling. Automatisering en verhoging van het werkvolume is het resultaat.

Eerder de regel …

In andere omstandigheden zijn de gevolgen nefast. De beheerders dringen hun beslissing op bij het sociaal overleg. Dit gaat steeds gepaard met een totaal gebrek aan financiële transparantie. Het personeel wordt met andere woorden voor voldongen feiten geplaatst.
Het tewerkgestelde personeel moet overgaan naar de externe firma met zwaar loonverlies als gevolg. Indien ze weigeren, worden ze zondermeer ontslagen. Muteren is in dit geval een uitzondering.

Het is duidelijk dat deze beheerders een hoger doel nastreven dan goed beheer. Pure winst is hun enige doel.

Zogenaamde Masterplannen en Deltaprojecten schieten als paddenstoelen uit de grond. En 2017 lijkt wel een mythe … (wordt zo dadelijk duidelijk)

Een recent voorbeeld van een zorginstelling in Brussel.

Eind mei 2013 ontvangt een vakbondssecretaris een dringende uitnodiging vanwege de directie van het St.- Jan ziekenhuis om de uitbesteding van de dienst sterilisatie te bespreken. De directie heeft namelijk een Masterplan uitgewerkt voor 2017. De bedoeling van het Masterplan is om diensten te centraliseren, lees ‘rentabiliseren.’ Daarbij hoort ook het uitbesteden van de niet-genormeerde diensten: keuken, administratie, informatica, archief, tarificatie, onderhoud, technische dienst, …enz. Het uitbesteden van al deze diensten staat gelijk met een stevige kostenbesparing op het personeelsbestand.

Voor de uitbesteding van de sterilisatie heeft de directie van St.-Jan de volgende argumenten: onderfinanciering vanwege de FOD Volksgezondheid (BFM), verouderd materiaal en toestellen, de behaalde sterilisatiegraad is ondermaats, slechte procedures, gebrekkige traceerbaarheid van het materiaal en uiteraard de personeelskost.

Conclusie van deze batterij argumenten is de uitbesteding van de dienst aan het externe bedrijf STERIMA – VANGUARD. Deze firma werkt al samen met het St.- Elisabeth ziekenhuis en de bedoeling is dat de dienst sterilisatie van St.- Jan wordt overgeheveld naar St.- Elisabeth. Dit levert een extra voordeel op: met de helft aan personeel aan een lager loon (ander paritair comité) zal meer werk worden gerealiseerd.

De vertegenwoordigers van het personeel en de vakbondssecretarissen verwerpen het voorstel. De eis om een volledig financieel overzicht aangaande de aanleiding tot, en het realiseren van de uitbesteding is nooit ingewilligd.

Als gevolg gaat het personeel van de dienst sterilisatie over tot actie. De vakbondsafgevaardigden eisen de oprichting van een werkgroep om alle argumenten vanwege de directie te onderzoeken. Het sociaal overleg wordt uitgesteld tot begin oktober.

Het verslag van bovengenoemde werkgroep heeft als gevolg dat de uitbesteding niet zal plaatsvinden. De vermelde ‘problemen’ zijn op een lichtzinnige wijze aangehaald door de directie. De reden hiervoor laat zich raden. De werkgroep heeft samen met de medische directeur vastgesteld dat: materiaal en toestellen niet verouderd zijn, behaalde sterilisatiegraad niet ondermaats is, de slechte procedures kunnen worden bijgesteld, de gebrekkige traceerbaarheid kan / moet worden geregeld, slechts voor 1 VTE (voltijdse equivalent) een oplossing moet worden gezorgd.

De werkgroep heeft ook samen met de medische directeur een bezoek gebracht aan het St.-Elisabeth ziekenhuis (sterilisatie volgens Sterima). De conclusie van dit werkbezoek was dan ook vrij duidelijk: Sterima biedt geen garantie op totale kwaliteit! Bijgevolg beslist de directie om de uitbesteding stop te zetten.

Besluit

Het bovenstaande verhaal bewijst dat we niet slaafs moeten geloven wat de beheerders vertellen in het sociaal overleg maar dat we hun argumenten het best onder een kritisch vergrootglas leggen en de spreekwoordelijke kilogram zout in het achterhoofd houden. De moraal van het verhaal kunnen we ook als volgt samenvatten: financiële transparantie is een must! 


Link naar artikel op wittewoede.be (foto boven): LBC-NVK houdt commerciële speler uit Brussels Sint-Jansziekenhuis

woensdag 16 oktober 2013

FAX: pas bekomen sociale vrede in PC 330 eenzijdig opgeblazen door Santhea ...

Pamflet BBTK-SETCA:

Werkgevers zeggen “neen” tegen harmonisering van barema’s: schandalig!
 

Ultieme onderhandeling in de gezondheidszorg mislukt
 

Op maandag 14 oktober jl. vond een ultieme onderhandeling plaats in het paritair comité voor de sector van de federale gezondheidszorg (PC 330). Er werd onderhandeld over het cruciale punt van de gelijkschakeling van het barema van de zorgkundigen met baremaschaal 1/35. Uit deze ontmoeting vloeide helaas geen akkoord voort. De werkgevers (meer bepaald werkgeversfederatie SANTHEA) verkozen klaarblijkelijk om de 14,2 miljoen extra financiering die de regering bereid was toe te kennen voor de uitvoering van deze langverwachte maatregel naast zich neer te leggen. 

Lees het vervolg op de website van BBTK Social Profit 

* artikel op HLN.be 

* artikel op de website van CNE Non Marchand

donderdag 3 oktober 2013

FAX: Staking federale sectoren Gezondheidszorg op 8 oktober afgeblazen door voorakkoord

Op 2 oktober vond er een buitengewone vergadering van het Paritair Comité 330 plaats naar aanleiding van de acties van BBTK-SETCa en CNE op 24 september én uiteraard de stakingsdreiging op 8 oktober.

Deze onderhandelingen van de laatste kans eindigden in een positief voorakkoord. Dit voorakkoord is reeds getekend door alle werkgeversfederaties en vakbonden behalve BBTK-SETCa die tijdens dit schrijven nog bezig is met de consultatie van de afdelingen maar hier lijkt dit ook geen probleem te geven: de Vlaamse afdelingen, Brussel-Halle-Vilvoorde en Charleroi gaven reeds hun fiat. 

PERSBERICHT BBTK-SETCa

Sociaal akkoord in zicht in de sector van de gezondheidszorg:

De BBTK schort de stakingsacties op

Na een maandenlange blokkering in het paritair comité van de gezondheidszorg (PC 330) komt nu een sociaal akkoord in zicht. Na een ultieme onderhandelingsronde van 13 uur zijn de sociale gesprekspartners tot een akkoord gekomen. En dat enkele dagen vóór de algemene stakingsdag die was aangekondigd voor 8 oktober. Het akkoord heeft betrekking op de ondertekening van 4 CAO's: brugpensioen 58 jaar en brugpensioen 56 jaar, tijdskrediet, opleiding.

Een ander groot struikelblok was de algemene invoering van het barema 1.35 voor alle zorgkundigen. Ook hier was het vooruitzicht van een aanvullende financiering zoals aangekondigd door het kabinet van Minister Onkelinx doorslaggevend om een protocolakkoord te sluiten. Het zal op de vergadering van het paritair comité van 14 oktober in een CAO moeten worden omgezet.

Het is duidelijk dat zowel het dreigement van de staking, de druk in de instellingen en op de werkgeversfederaties en het vooruitzicht van een aanvullende financiering tot dit akkoord hebben geleid.

Hoewel de BBTK zich tevreden toont over de evolutie van de situatie, wachten wij toch tot alle CAO's ondertekend zijn, ook deze voor het barema van de zorgkundigen, alvorens de stakingsacties af te blazen. De acties worden evenwel opgeschort tot 14 oktober.

BERICHT WITTEWOEDE.BE (LBC)

LBC-NVK bereikt akkoord over alle hangende dossiers federale zorgsector

Maandenlang blokkeerden een aantal werkgeversorganisaties het sociaal overleg in de federale zorgsector. Daardoor konden een aantal collectieve arbeidsovereenkomsten niet worden afgesloten.
Vannacht slaagde de LBC-NVK er toch in om na urenlange onderhandelingen een akkoord over alle hangende dossiers te bereiken. De actie van dinsdag 8 oktober gaat niet door.

De LBC-NVK is blij dat er eindelijk een doorbraak kwam in het sociaal overleg voor de zorgsector. Ook in moeilijke tijden zijn sociaal onderhandelde afspraken voor alle werknemers meer dan ooit noodzakelijk.

De federale zorgsector bestaat uit de sector van de ziekenhuizen, de ouderenzorg, de thuisverpleging, de revalidatiecentra en de sector van de gezondheidsinstellingen, labo's en preventiediensten

Reactie Polsslag:

De teneur van het LBC-bericht doet ons toch lichtjes de wenkbrauwen fronsen: LBC was niet betrokken bij de acties (zie afbeelding boven) voorafgaande aan het voorakkoord (1). Hopelijk verloopt het overleg tussen de verschillende vakbonden met betrekking tot acties in de toekomst wat vlotter ...

(1) Uitgezonderd de moedige 5 LBC'ers zonder paardenkop gedurende een kwartiertje aan de zetel van Santhea op 24 september. Zo zouden er meer moeten zijn ...

dinsdag 24 september 2013

Federale sectoren gezondheidszorg: militanten op bezoek bij onwillige werkgeversfederaties

Op dinsdag 24 september brachten vakbondsmilitanten van SETCa-BBTK en CNE een bezoekje aan de hoofdzetels van enkele traditioneel onwillige werkgeversfederaties: in Namen bij de Fédération des Institution Hospitalières (FIH) en in Brussel zowel bij Becoprivé als Santhea. Dit zijn de eerste acties in het kader van het actieplan (aanvankelijk enkel aangekondigd door BBTK-SETCa en CNE) dat culmineert in een stakings-en/of actiedag op 8 oktober. Ondertussen heeft LBC ook aangekondigd actie te voeren op 8 oktober. Het conflict draait om het niet-ondertekenen van een vijftal toch niet onbelangrijke sector-CAO's (hiervoor verwijzen we naar een artikel op deze blog)

In Brussel werd er eerst aangeklopt bij Becoprivé in Watermaal-Bosvoorde door ongeveer 100 vakbondsmilitanten waarvan tegen de gewoonte in wat meer rood dan groen. De ingang was geblokkeerd door een combi en een klein politiekordon. De hondenbrigade liet echter zijn harige vrienden in de combi zitten. Een tienkoppige delegatie werd ontvangen. Ondertussen werd er wat lawaai gemaakt en slogans geroepen. Toen de vakbondsdelegatie buitenkwam, wist men te vertellen dat er een voorzichtige positieve evolutie is in de standpunten van Becoprivé. Wat betreft de CAO's over brugpensioen is men bereid deze te ondertekenen (maar dat was al geweten) Wat betreft de CAO's over individueel recht op vorming en tijdskrediet verklaarde men zich bereid verder te onderhandelen. Het lichtpuntje was de bereidheid om de CAO over het gelijkschakelen van alle zorgkundigen op barema 1.35 te tekenen MITS een voorwaarde: de regering dient de door de werkgevers geclaimde onderfinanciering van dit barema te verhelpen.

Vervolgens gingen de 3 bussen richting Santhea in hartje Brussel. Hier werden we versterkt door een kleine LBC-delegatie die meteen ook aankondigde dat hun vakbond zich aansloot bij de acties op 8 oktober. In tegenstelling tot de ontvangst bij Becoprivé gaf hier niemand thuis ... De poort en de zware houten luiken waren gesloten. Bij telefonisch contact bleek de bestuursvergadering van Santhea "ergens op den buiten" door te gaan !? Deze misprijzende houding maakt het weinig waarschijnlijk dat de acties op 8 oktober nog afgeblazen worden én zelfs wel eens over die datum getild kunnen worden.

LINKS:
* aankondiging van de actie de dag vooraf op HLN.be
* aankondiging actie LBC op 8 oktober

Becoprivé:

 De gesloten deuren van Santhea:

maandag 16 september 2013

Dossier federale sectoren gezondheidszorg: acties om het immobilisme te doorbreken.

Na een relatieve windstilte van enkele jaren (de laatste echte
nationale staking in de private sector is ondertussen al 8 jaar geleden) kondigde de socialistische vakbond BBTK-SETCa op donderdag 12 september na het “Federaal Beroepscomité Gezondheidszorg” een nationale staking aan op 8 oktober. Eerder werd een stakingsaanzegging ingediend door alle vakbonden die ingaat vanaf 17 september. Over de beweegredenen van de acties gaan we later in de tekst uitgebreid op in. 

1. Over actieplannen, koudwatervrees en … 

Op het bewuste Federaal Beroepscomité werd een voorstel van actieplan voorgelegd aan de aanwezige vakbondsafgevaardigden en secretarissen waar in grote lijnen zowel de afdeling Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV) als de medewerkers van Polsslag zich kunnen in vinden. In de discussie die volgde, leek de afdeling BHV echter vrij geïsoleerd te staan door het volledige actievoorstel te steunen.

Anderzijds lijkt het ons ook niet zo verstandig om 8 oktober eenzijdig als nationale stakingsdag af te kondigen zonder dit vooraf met de LBC te bespreken, gezien het absolute overwicht van deze vakbond in Vlaanderen. De Franstalige tegenhanger van LBC, de CNE, liet alvast weten hetzelfde actieplan te volgen. Het is echter een publiek geheim in de sector dat BBTK-SETCa en CNE meestal in combo optreden, soms tegen LBC in. Wat gaat er in Vlaanderen gebeuren als LBC iets compleet anders beslist? We kunnen alleen maar vaststellen dat de profileringsdrang van sommige vakbondslui spijtig genoeg de (noodzakelijke) samenwerking tussen de diverse vakbonden niet meteen in positieve zin beïnvloedt.

Naschrift 18/09/2013: Wat LBC betreft, lijkt het weinig waarschijnlijk dat zij op de kar springen van BBTK-SETCa/CNE aangezien hun volgende nationale belangengroep (in BBTK-termen is dit "beroepscomité") voor de ziekenhuizen pas op 18 oktober doorgaat ...

Naschrift 24/09/2013: Vandaag maakte LBC op zijn website, wittewoede.be, bekend ook actie te voeren op 8 oktober. Dit is blijkbaar beslist door een college van LBC-secretarissen.

Het oorspronkelijke voorstel tot actieplan dat voorlag, was het volgende en verliep in 3 fasen:

  1. Van 17 september tot 30 september een informatiecampagne in de instellingen door pamflettenacties, personeelsvergaderingen enz.
  2. Van 30 september tot en met 4 oktober: roterende provinciale actiedagen (elke dag in een andere provincie) Zo blijven de acties een volledige week in de media.
  3. Op 8 oktober nationale staking
De tweede fase van het actieplan waarrond kennelijk heel wat Babylonische spraakverwarring bestond, werd afgeschoten door de woordvoerders van de Waalse afdelingen en de Vlaamse afdelingen kunnen in de praktijk niets concreets beslissen zolang LBC zijn plannen niet heeft bekendgemaakt. Uiteraard moeten we in het achterhoofd houden dat de krachtsverhoudingen in BHV en Wallonië gunstiger uitpakken voor de socialistische vakbond. Een extra complicerende factor is natuurlijk ook het feit dat heel wat instellingen wél degelijk over lokale CAO’s beschikken die op nationaal vlak nét het struikelblok vormen. 

2. Lessen trekken uit positieve ervaringen. 

BBTK-SETCa BHV trok 8 jaar geleden stoutmoedig op eigen kracht in de regio een actieplan op gang waarbij de andere vakbonden geen enkele andere keuze hadden dan te volgen. De toenmalige mosterd werd gehaald bij de mijnwerkersstakingen in Groot-Brittannië begin jaren ’80, uiteraard aangepast aan de sector en de concrete situatie. BBTK-SETCa BHV is meteen ook de grootste afdeling en heeft dan nog eens extra gewicht wegens de grote concentratie van universitaire en andere grote ziekenhuizen in het Brusselse. Zulke positieve en leerrijke  ervaringen zorgen ervoor dat de militanten van BHV doorgaans een andere kijk op de zaken hebben … En misschien er toch even aan herinneren dat de afdeling bestaat uit zowel Nederlandstaligen als Franstaligen terwijl de andere vakbonden in de regio gesplitst zijn op basis van taal.

Gezien de autonomie van de afdelingen bij BBTK kan het natuurlijk nog alle kanten op. De afdeling BHV komt pas op maandag 23 september samen met het “Regionaal Beroepscomité Ziekenhuizen” waar mogelijke acties definitief zullen bediscussieerd en beslist worden. In de persmededeling van BBTK laat men de mogelijkheid van acties bij werkgeversfederaties open. Laat ons hopen dat de verschillende acties in de verschillende landsdelen bij de verschillende vakbonden een “creatieve en cumulatieve kakafonie” vormen die daadwerkelijk de druk kunnen verhogen op de werkgevers én geen omgekeerd (demobiliserend) effect hebben. 

3. De druk wordt ook op andere terreinen opgevoerd. 

Buiten het actieplan worden er ook nog andere methoden ingezet om de druk op de werkgevers te verhogen. Zolang de situatie geblokkeerd zit, zullen de vakbonden niet langer zetelen in de sociale fondsen van de sector. Ook wordt er aan de individuele vakbondsdelegaties gevraagd om de druk op te voeren door in de eigen instelling een bepaald document niet te ondertekenen. Het gaat hem om de attestering voor het ministerie met betrekking tot het barema 1.35 voor de zorgkundigen. De periode voor de attestering loopt af op 31/10/2013. Geen attestering betekent ook géén financiering …

Sommige delegaties hebben echter dit document al getekend. De werkgevers die om strategische redenen echter steeds tot op het laatste moment wachten om documenten (waar financiering aan vast hangt) te laten ondertekenen in de Ondernemingsraad, zullen nu bedrogen uitkomen. 

4. Even ter verduidelijking 

De term “paritair comité” (PC) heeft voor doorwinterde syndicalisten geen geheimen maar alvorens we van wal steken met ons verhaal zullen we dit misschien eerst eens kort uitleggen zodanig onderstaande tekst ook leesbaar is voor gewone stervelingen.

Wat is een paritair comité? 

Een paritair comité is een Belgisch overlegorgaan tussen werkgevers en werknemers waar men voornamelijk onderhandelt over collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s) en toezicht houdt op de uitvoering ervan. Per sector bestaat er een paritair comité (met toebehorend nummer) dat samengesteld is uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de grote vakbonden en van de werkgeversorganisaties. Akkoorden die in het PC afgesloten worden, zijn bindend voor de hele sector. Het PC heeft echter ook de opdracht om geschillen tussen werkgevers en werknemers te voorkomen of bij te leggen en advies te verlenen aan de Nationale Arbeidsraad (NAR) en de regering. 

5. Relaas van een processie van Echternach … 

Dat het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten steeds gepaard gaat met de nodige vertragingsmanoeuvres, is niet echt nieuws in het PC 330 voor de federale sectoren van de gezondheidszorg. Maar het geduld van de werknemers en hun vakbonden kent ook zijn grenzen. In een pamflet van ABVV Social Profit (mei 2013) lezen we dat tijdens het Paritair Comité in mei: “ (…) er misschien geen mirakel maar dan toch een half mirakel heeft plaatsgevonden.” Er werden immers niet minder dan 3 (drie!) CAO’s ondertekend! In andere paritaire comités is dit misschien de gewoonste zaak van de wereld maar niet in dat van de federale gezondheidsdiensten: daar worden reeds maandenlang heel wat CAO’s geblokkeerd door de werkgeversfederaties. We geven even kort een overzicht van die getekende CAO’s in  mei:


  1. De CAO over de risicogroepen waardoor er middelen voor vorming voorzien worden.
  2. Verderzetting van het beruchte “project 600” waardoor jaarlijks 200 werknemers (de opleiding duurt 3 jaar waardoor er dus steeds 600 personen in het systeem zitten) uit de sector de opleiding verpleegkunde kunnen aanvangen in dagonderwijs met behoud van loon mét bijkomende financiering voor de vervanging voor de werkgever.
  3. De CAO die de mobiele equipes regelt in de rusthuizen. De mobiele equipes in de ziekenhuizen ( Colla + Onkelinx) zijn reeds langer operationeel.

Echter heel wat andere CAO’s blijven tot op vandaag onaangeroerd liggen:

  1. Tijdskrediet conform CAO 103 van de Nationale Arbeidsraad: 1/5 de tijdskrediet vanaf 50 jaar na 28 jaar anciënniteit en recht op 36 maanden halftijds tijdskrediet met motief
  2. Brugpensioen op 58 jaar. De wet laat toe deze CAO nog met 1 jaar te verlengen tot eind 2014. Het is vooral werkgeversfederatie Santhea die koppig weigert deze CAO te ondertekenen. De andere werkgevers zijn kennelijk solidair …
  3. Brugpensioen op 56 jaar na 20 jaar nachtdienst
  4. Harmonisering naar barema 1.35 voor alle zorgkundigen. In het “mini-mini sociaal akkoord 2013” hebben de vakbonden met de regering afgesproken dat alle zorgkundigen barema 1.35 moeten krijgen. De regering heeft hiervoor 1.250.000 Euro uitgetrokken. Indien het barema 1.35 niet toegepast wordt, verliest een zorgkundige minstens 150 Euro per maand! De werkgevers weigeren echter halsstarrig hierover een CAO op sectorniveau af te sluiten. Werkgevers kunnen kennelijk zonder probleem een regeringsbesluit naast zich neerleggen. Twee maten, twee gewichten …
  5. Vormingsinspanningen waarbij dit een individueel recht is.
  6. Jaarlijkse vakantie van 2 opeenvolgende weken met 3 weekends

6. De echte inzet

Het is eigenaardig om vast te stellen dat in heel wat instellingen (indien dat juridisch mogelijk was) gelijkaardige CAO’s op bedrijfsniveau wél werden ondertekend. We hebben zo een donkerbruin vermoeden dat de werkgevers de ondertekening van de betreffende CAO’s koppelen aan andere dossiers.

Sommige werkgevers zijn van mening dat het personeel al méér dan genoeg verlof krijgt vooral met betrekking tot de zogenaamde “landingsbanen” die inhouden dat men vroeger vanaf 50 jaar 4/5den KON gaan werken in het systeem van tijdskrediet. Zonder sector-CAO is dit enkel nog mogelijk vanaf 55 jaar. Achter gesloten deuren durven werkgevers ook wel al eens het systeem van ADV-dagen (ArbeidsDuurVerkorting) in twijfel trekken omwille van het personeelstekort. Het systeem van ADV-dagen is uniek voor de sector en heeft al bewezen de uitstroom daadwerkelijk tegen te gaan. We moeten immers volgens regering en patronaat met zijn allen langer aan de slag blijven … Dankzij dit systeem blijven de werknemers in onze sector in vergelijking met de andere het langst actief op de werkvloer.

Het systeem van ADV-dagen in de sector verschilt van doelgroep tot doelgroep maar voor de verpleegkundigen geldt de meest gunstige regeling. Verpleegkundigen krijgen vanaf 45 jaar voor een voltijdse betrekking één dag extra verlof per maand, vanaf 50 jaar  2 dagen per maand en vanaf 55 jaar 3 dagen per maand. Men kan ook de ADV-dagen (per individuele schijf) weigeren en in de plaats kiezen voor een extra premie of beide combineren. De keuze tussen ADV-dagen en premie geldt enkel voor de verpleegkundigen. De premie kan serieus oplopen: op 45 jaar bedraagt de premie 5,26 % van het loon, op 50 jaar 10,52 % en op 55 jaar 15,78 %. Dit ADV-systeem wordt dan ook meer dan terecht door de werknemers en hun vakbonden beschouwd als “het fort van de sector” dat door harde strijd is verworven en waar de werkgevers met hun fikken moeten afblijven.

Het uitblijven van dergelijke collectieve arbeidsovereenkomsten op nationaal vlak laat heel wat werknemers in de onzekerheid leven en laat hen met heel wat vragen achter. Hoe zit het met de zogenaamde landingsbanen: zal ik vanaf 50 jaar op 1/5 tijdskrediet kunnen of pas vanaf 55 jaar? Kan ik nog op 58 of op 56 (na 20 jaar nachtarbeid) op brugpensioen of moet ik tot mijn 62e op mijn tanden bijten? Waarom word ik als zorgkundige niet uitbetaald aan het barema 1.35 terwijl dit bij 90% van mijn collega’s al het geval is? (De instellingen krijgen hiervoor sowieso de passende financiering maar kennelijk verkiezen sommige werkgevers de rest rechtstreeks in hun zakken te steken) 

7. Chronologie 


Op maandag 10 juni gingen BBTK-SETCa en de CNE over tot actie tijdens de vergadering van PC 330 in het Ministerie van Werk. Spijtig genoeg vond de vakbondsleiding van zowel de liberale vakbond als de LBC het kennelijk nog te vroeg om uit hun sloffen te schieten. Ongeveer 250 vakbondsafgevaardigden deden de vertegenwoordigers van de werkgeversfederaties spitsroede lopen. Sommige vertegenwoordigers namen het nogal sportief op terwijl er anderen waren die er veel minder konden om lachen en een minderheid durfde zelfs de werknemers niet onder ogen komen: zij verkozen een alternatieve vluchtroute tot het gebouw.

De werkgevers bleven echter doof voor de eisen van de actievoerders: tijdens de vergadering van het PC lieten de werkgevers terloops nog even horen dat ze wel bereid waren “verder te onderhandelen.” BBTK-SETCa verliet onmiddellijk de zaal, de andere vakbonden wachtten nog 5 minuten tijdens dewelke nog eens formeel gevraagd werd of er iets ondertekend ging worden en stapten bij het te verwachten antwoord vervolgens ook naar buiten.


Op woensdag 12 juni kwam het gemeenschappelijk vakbondsfront bijeen om zich over de problematiek te beraden. Daar werd besloten om op het paritair comité van maandag 8 juli een ultimatum te stellen: ofwel wordt er dan een reeks van 5 CAO’s ondertekend (2 van brugpensioen, tijdskrediet, harmonisering 1.35 en vorming) ofwel wordt er ter plaatse een stakingsaanzegging gedaan voor september. De enige CAO die als spreekwoordelijke wortel kan dienen voor de werkgevers is die van de vorming waar een financiering aan vast hangt van 0,10 % van de totale loonmassa in de sector. Bij het uitblijven van een akkoord dreigt deze financiering de sector te verlaten.

Op donderdag 13 juni ging een Federaal Beroepscomité door van BBTK-SETCa Gezondheidzorg. Hier werd de discussie gevoerd welke “hardere acties” er na de vakantie dienen gevoerd te worden. Uiteraard moet BBTK ook overleggen met de andere vakbonden. Bij sommige vakbondsleiders is er de laatste tijd echter weinig animo voor actie te bespeuren … Het idee dat door BHV naar voor geschoven werd, heeft zijn nut al bewezen tijdens de stakingen in 2005 en wordt ook door de medewerkers van Polsslag verdedigd, uiteraard in een vorm aangepast aan de huidige situatie.

Maandag 8 juli: “All is quiet on the Western front.” Zoals verwacht, beweegt er niets op de vergadering van het laatste PC voor de vakantie. Voor de stakingsaanzegging wordt gewacht tot het PC van 9 september aangezien er tijdens de zomermaanden toch geen actie kan gevoerd worden.

Maandag 9 september: Nog steeds noppes en een schouderklopje. Een stakingsaanzegging wordt ingediend door alle vakbonden die ingaat vanaf 17 september.

Op maandag 14 oktober gaat het paritair comité “van de waarheid” door.

8. Hoe de medewerkers van Polsslag “harde actie” en een “actieplan” zien.

Van de folkloristische kermisoptochten in Brussel waarvoor de witte woede ondertussen gekend is, liggen de werkgevers niet wakker. “Vingerknipstakingen” in de volledige sector voor een langere tijd werken niet: pogingen in het verleden hebben dit meer dan genoeg bewezen. Dit komt er meestal op neer dat enkel de harde kern van delegees zich in staking zet zonder echter enig effect te hebben op de werking van het ziekenhuis. Onder “harde actie” verstaan we een actie die zowel efficiënt (met zo weinig mogelijk inspanning maximaal effect bekomen) als gepland is (gecoördineerd en passend in een actieplan dat indien nodig de acties geleidelijk aan kan uitbreiden)

Het concrete voorstel houdt in dat er in elke regio (Vlaanderen, BHV en Wallonië) telkens 1 ziekenhuis wordt gekozen (waar bij voorkeur nog geen gelijkaardige CAO’s op bedrijfsvlak zijn ondertekend) om een ECHTE staking te organiseren. Bedoeling is de staking in elk betreffend ziekenhuis op een andere dag in de week te organiseren - dinsdag, woensdag en donderdag wegens de specifieke (anti-)stakingswetgeving in de sector - zodanig de acties een ganse week in het nieuws blijven én het tevens ook mogelijk maakt om met vliegende piketten uit andere vakbondsafdelingen en instellingen de stakingsactie te ondersteunen. Een piket van 10 man of één van 100 … maakt een enorm psychologisch verschil en is ook heel wat praktischer om de toegang(en) af te sluiten en te controleren. Indien na deze actieweek de werkgevers volharden in de boosheid kan dezelfde methode herhaald worden tot ze van gedacht veranderen.

Coördinatie via een regionaal stakerscomité

Zo een aanpak veronderstelt uiteraard dat er onder de verschillende vakbonden ook duidelijke afspraken gemaakt worden om de acties in goede banen te leiden. Een voorbereidend regionaal stakerscomité dat bestaat uit zowel secretarissen én vakbondsafgevaardigden van de verschillende vakbonden én instellingen kan hier een niet-onbelangrijke rol spelen. Vanuit de praktijk weten we dat centralisme en verticale communicatie (het beruchte “top-down”) in de vakbond verstikkend én verdelend kan werken. Horizontale communicatie kan de betrokkenheid van de militanten en het wederzijds begrip verhogen en zo de samenwerking enkel maar ten goede komen. Samen sterk … want we vechten voor hetzelfde!

9. Besparingen: gezondheidszorg overal kind van de rekening in Europa

We zouden haast vergeten dat dit alles zich afspeelt in een context van zware besparingen wat deels de onwil van de werkgevers in het sociaal overleg verklaart (die via deze weg de regering onder druk willen zetten om “meer melk” te geven)

De gezondheidszorg is een gemakkelijke prooi voor de besparingshaaien: het is immers een sector waar heel veel geld mee gemoeid is (en dus veel valt weg te halen ook) én door allerhande (anti-)stakingswetten efficiënt verzet door de werknemers zeer moeilijk (maar niet onmogelijk!) te organiseren is. Het gaat hem ook niet over megawinsten van multinationals of banken die een soort van koninklijke onschendbaarheid genieten voor de besparingshakbijlen maar over diensten aan de bevolking waarvan we weten dat politici er niet bepaald wakker van liggen. In Spanje wil de regering de publieke gezondheidzorg verregaand privatiseren en in Griekenland is de gezondheidszorg gedegradeerd tot één van een beter ontwikkelingsland. In Nederland dreigen in de thuiszorg alleen al 50.000 jobs verloren te gaan en 170.000 mensen hun zorg te verliezen. Aanvankelijk was er sprake van 100.000 geschrapte jobs …Honderden verzorgingshuizen moeten de deuren sluiten wegens besparingen. Een mooi voorbeeld waartoe verregaande commercialisering van de zorg kan toe leiden. In België moet de regering voor 2014 een extra 3,5 miljard euro besparen en raad eens twee keer welke sector opnieuw het gelag zal betalen …

Creatief in besparen …

Het is dan ook meer dan normaal dat in deze omstandigheden de sociale vrede met moeite kan behouden worden. De regering draait de geldkraan meer en meer toe voor de instellingen die op hun beurt moeten saneren wat op zijn beurt ook zijn impact heeft op het personeel en de patiënten. Wat die saneringen in de ziekenhuizen betreft, tonen de werkgevers heel wat inspiratie: betalend maken van de personeelsparking, uitbesteding van diensten (zoals bijvoorbeeld de dienst sterilisatie, de schoonmaak, de keuken) niet-vervanging van personeel dat op pensioen gaat, het terugbrengen van de minimumpersoneelsbezetting ’s nachts op de PAAZ (psychiatrische afdeling in een algemeen ziekenhuis) van de wettelijk verplichte 2 naar 1 “via een omwegje”… Onlangs maakte werkgeversfederatie Verso bekend dat de openstaande vacatures in de ziekenhuizen die tot voor kort jaar na jaar stegen, plots gehalveerd (- 50%!) zijn. Dit wordt verklaard door enerzijds de toevloed in de studierichting verpleegkunde waardoor vacatures vlotter ingevuld worden maar ook door de regeringsbesparingen.

Sommige directies geven de voorkeur aan “slimme besparingen” door de efficiëntie te verhogen door bijvoorbeeld de stocks te halveren, de kosten voor materiaal te drukken door groepsaankopen (wat voor een regionaal ziekenhuis al snel tot enkele 100.000’en euro’s per jaar kan oplopen) Zulke besparingen zijn echter geen optie voor ziekenhuizen die nu al op hun tandvlees zitten (en de impact van de besparingen zal zich maar zwaar laten voelen vanaf 2014)

Onder het mom van de crisis worden de sociale verworvenheden en ons sociaal opvangnet teruggeschroefd en afgebroken aan een steeds sneller tempo terwijl de multinationals en de banken buiten schot blijven. Het gaat hier duidelijk over politieke keuzes: het behoud van megawinsten voor de enkelingen of een deftig leven voor de “99%.”

Voor ons is de optie voor een democratisch-socialistische maatschappij die voorziet in de behoeften van de bevolking dan ook meer dan vanzelfsprekend. De syndicale strijd heeft dan ook meer dan ooit nood aan een politiek verlengstuk dat durft te breken met de neoliberale besparingslogica en het kapitalisme tout court.