vrijdag 22 november 2013

Een kritische kijk op de nieuwe Federale Raad voor Verpleegkunde

Het had veel voeten in de aarde maar op 5 november had eindelijk de installatievergadering plaats van de “Federale Raad voor Verpleegkunde” (FRV) in de gebouwen van de FOD Volksgezondheid. De FRV is in de woorden van het NVKVV “het hoogste adviesorgaan voor verpleegkundigen in België.” Op de website van het ministerie van volksgezondheid stelt men het zeer ambtelijk als volgt: “Het Koninklijk Besluit nr. 78 van 10 november 1967, art. 21undecies § 1 definieert de opdrachten van de Federale Raad voor Verpleegkunde: De Federale Raad voor Verpleegkunde heeft tot taak aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, op diens verzoek of op eigen initiatief, advies te verstrekken over alle aangelegenheden in verband met de verpleegkunde, meer bepaald betreffende de uitoefening van de verpleegkunde en de kwalificatie hiertoe.” 

Dat het een zware bevalling was, getuigt het feit dat er 5 jaar verstreken is tussen de aankondiging van de hervorming van de oude “Nationale Raad voor Verpleegkunde” (NRV) naar de FRV en de uiteindelijke concrete realisatie ervan. Nog maar eens een illustratie van de gebruikelijke slakkengang in de wereld van de adviesraden.

Op de startvergadering van de oude NRV in augustus 2008 op het kabinet van Onkelinx maakte de minister met veel toeters en bellen haar “Plan voor het verhogen van de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep” wereldkundig. De hervorming van de NRV in de FRV maakte hier integraal deel van uit. In tegenstelling tot toen moest de startvergadering van de nieuwe FRV zich nu tevreden stellen met iemand van het kabinet van de minister … met een lager showgehalte voor die eerste zitting tot gevolg.

Wat is het verschil tussen de oude NRV en de nieuwe FRV buiten dat ene woord? In de samenstelling van de nieuwe raad zijn toch enkele belangrijke verschuivingen: nieuw is de vertegenwoordiging van de zorgkundigen (4 effectieven en 4 plaatsvervangers) en de verschillende erkende verpleegkundige specialismen: elke Bijzondere Beroepstitel/ Bijzondere Beroepsbekwaamheid heeft een aparte vertegenwoordiging (2 effectieven en 2 plaatsvervangers per BBT/BBK) buiten het contingent dat de “basisverpleegkundigen” vertegenwoordigt.

De vertegenwoordigers worden door de minister gekozen uit voordrachtlijsten van de beroepsorganisaties en de vakbonden. De minderheidspositie van de vertegenwoordigers van de vakbonden in de voormalige NRV wordt nog verder versterkt in de FRV. Zo telt bijvoorbeeld het NVKVV alleen al 10 vertegenwoordigers in de nieuwe raad terwijl het aantal vertegenwoordigers van de vakbonden status quo blijft.

De nieuwe voorzitter van de FRV heeft op informele wijze na afloop van de installatievergadering zijn wens uitgedrukt voor een constructieve samenwerking met de vakbonden en zou dan ook een aanwezigheid van de vakbonden in het Bureau (dagelijks bestuur) van de FRV appreciëren. In tegenstelling tot de oude NRV waar o.a. ook de ondervoorzitters en leden van het Bureau door de minister benoemd werden, zullen nu (buiten de voorzitter) de leden van het Bureau verkozen worden door de plenaire vergadering.

Verder bestaat de FRV net zoals bij de oude NRV uit een groep ambtenaren en dokters. Positief is toch dat onder de handvol veteranen van de NRV enkele vertegenwoordigers van de vakbonden een 2e mandaat opnemen in de FRV wat de continuïteit enkel maar ten goede kan komen. In de oude NRV verliep de samenwerking in gemeenschappelijk vakbondsfront vlot en in een constructieve sfeer: laat ons hopen dat het zo blijft.

De gewijzigde samenstelling zorgt er wel voor dat de FRV veel omvangrijker is dan de oude NRV. De oude NRV had dan ook de nodige bedenkingen over het functioneren van de toen nieuw op te richten FRV. Het betreffende advies dat straal genegeerd werd door de minister kan je hier lezen: advies van Nationale Raad voor Verpleegkunde betreffende een wijziging van de samenstelling en de werking van de Federale Raad voor Verpleegkunde

Een extra complicatie voor een efficiënte functionering zijn de harde besparingen in het ministerie zelf. Zo wordt bijvoorbeeld maar 1 op de drie personeelsleden van de administratie die op pensioen gaan, vervangen wat nefaste gevolgen heeft voor de praktische omkadering van de adviesraden. De verhoging van de werklast voor de overblijvende ambtenaren is er één van. Het vertalen van teksten wordt tot een absoluut minimum beperkt wat natuurlijk voor de nodige vertragingen en misverstanden kan zorgen in een orgaan waar de 3 taalgemeenschappen vertegenwoordigd zijn (Nederlands, Frans en Duits) De administratie zal enkel nog een éénmalige vertaling doen van de officiële adviezen wat de discussie enkel maar kan bemoeilijken. In de praktijk weten we dat er zoiets als “een perfecte versie van de eerste slag” niet bestaat. Allerhande werkdocumenten zullen niet meer vertaald worden door de FOD op uitzondering van de verslagen van de plenaire vergaderingen en de vergaderingen van het Bureau. Eigenlijk verwacht men van de deelnemende organisaties dat indien zij een werktekst inbrengen, zij ook zelf voor de vertaling zorgen. In de praktijk zal vlotte tweetaligheid meer dan aangewezen zijn, zeker voor de werkgroepen in de schoot van de FRV … maar daar is natuurlijk geen rekening mee gehouden bij de keuze van de vertegenwoordigers. Voor de werkgroepen in de schoot van de FRV zal geen simultaanvertaling meer voorzien worden en PV’s zullen evenmin door de administratie opgemaakt worden. Babylonische spraakverwarring verzekerd!

Wat niet veranderd is in vergelijking met de oude NRV is de “sociale samenstelling” van de vertegenwoordigers. De beroepsorganisaties worden overwegend vertegenwoordigd door diensthoofden, middenkaders en directieleden terwijl de vakbondsvertegenwoordigers vooral gewone verpleegkundigen of zorgkundigen zijn die aan het bed van de patiënt komen, de “frontsoldaten” quoi. Dit verklaart waarschijnlijk waarom de beroepsorganisaties soms al eens overkomen als “verkapte werkgeversvertegenwoordigers” én uiteraard is er ook nog het typische corporatisme …

Hopelijk wordt het geen valse start voor de FRV want het ministerie gaat al in maart over tot “lopende zaken” omwille van de verkiezingen. De vorige NRV was een verhaal van “10 kleine negertjes” waarbij op het laatste met heel veel moeite de noodzakelijke aanwezigheidsquota bereikt werden om geldig te kunnen stemmen en /of te vergaderen. De slakkengang waartoe adviesraden klaarblijkelijk veroordeeld zijn en het gebrekkig functioneren hadden duidelijk een invloed op het enthousiasme en dus op de aanwezigheid op de vergaderingen. In het begin van de vorige NRV gingen de plenaire vergaderingen om de maand door maar gaandeweg werd dat ritme bijgesteld tot 1 keer om de 6 weken én langer. De plenaire vergaderingen van de FRV zullen tweemaandelijks doorgaan. Laat ons hopen dat de FRV niet hetzelfde lot is toebedeeld als de NRV …