Het had veel voeten in de aarde maar op 5 november had eindelijk de
installatievergadering plaats van de “Federale Raad voor Verpleegkunde”
(FRV) in de gebouwen van de FOD Volksgezondheid. De FRV is in de woorden
van het NVKVV “het hoogste adviesorgaan voor verpleegkundigen in
België.” Op de website van het ministerie van volksgezondheid stelt men
het zeer ambtelijk als volgt: “Het Koninklijk Besluit nr. 78 van 10
november 1967, art. 21undecies § 1 definieert de opdrachten van de
Federale Raad voor Verpleegkunde: De Federale Raad voor Verpleegkunde
heeft tot taak aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid
behoort, op diens verzoek of op eigen initiatief, advies te verstrekken
over alle aangelegenheden in verband met de verpleegkunde, meer bepaald
betreffende de uitoefening van de verpleegkunde en de kwalificatie
hiertoe.”
Dat het een zware bevalling was, getuigt het
feit dat er 5 jaar verstreken is tussen de aankondiging van de
hervorming van de oude “Nationale Raad voor Verpleegkunde” (NRV) naar de
FRV en de uiteindelijke concrete realisatie ervan. Nog maar eens een
illustratie van de gebruikelijke slakkengang in de wereld van de
adviesraden.
Op de startvergadering van de oude NRV in
augustus 2008 op het kabinet van Onkelinx maakte de minister met veel
toeters en bellen haar “Plan voor het verhogen van de aantrekkelijkheid
van het verpleegkundig beroep” wereldkundig. De hervorming van de NRV in
de FRV maakte hier integraal deel van uit. In tegenstelling tot toen
moest de startvergadering van de nieuwe FRV zich nu tevreden stellen met
iemand van het kabinet van de minister … met een lager showgehalte voor
die eerste zitting tot gevolg.
Wat is het verschil
tussen de oude NRV en de nieuwe FRV buiten dat ene woord? In de
samenstelling van de nieuwe raad zijn toch enkele belangrijke
verschuivingen: nieuw is de vertegenwoordiging van de zorgkundigen (4
effectieven en 4 plaatsvervangers) en de verschillende erkende
verpleegkundige specialismen: elke Bijzondere Beroepstitel/ Bijzondere
Beroepsbekwaamheid heeft een aparte vertegenwoordiging (2 effectieven en
2 plaatsvervangers per BBT/BBK) buiten het contingent dat de
“basisverpleegkundigen” vertegenwoordigt.
De
vertegenwoordigers worden door de minister gekozen uit voordrachtlijsten
van de beroepsorganisaties en de vakbonden. De minderheidspositie van
de vertegenwoordigers van de vakbonden in de voormalige NRV wordt nog
verder versterkt in de FRV. Zo telt bijvoorbeeld het NVKVV alleen al 10
vertegenwoordigers in de nieuwe raad terwijl het aantal
vertegenwoordigers van de vakbonden status quo blijft.
De
nieuwe voorzitter van de FRV heeft op informele wijze na afloop van de
installatievergadering zijn wens uitgedrukt voor een constructieve
samenwerking met de vakbonden en zou dan ook een aanwezigheid van de
vakbonden in het Bureau (dagelijks bestuur) van de FRV appreciëren. In
tegenstelling tot de oude NRV waar o.a. ook de ondervoorzitters en leden
van het Bureau door de minister benoemd werden, zullen nu (buiten de
voorzitter) de leden van het Bureau verkozen worden door de plenaire
vergadering.
Verder bestaat de FRV net zoals bij de oude
NRV uit een groep ambtenaren en dokters. Positief is toch dat onder de
handvol veteranen van de NRV enkele vertegenwoordigers van de vakbonden
een 2e mandaat opnemen in de FRV wat de continuïteit enkel maar ten
goede kan komen. In de oude NRV verliep de samenwerking in
gemeenschappelijk vakbondsfront vlot en in een constructieve sfeer: laat
ons hopen dat het zo blijft.
De gewijzigde samenstelling
zorgt er wel voor dat de FRV veel omvangrijker is dan de oude NRV. De
oude NRV had dan ook de nodige bedenkingen over het functioneren van de
toen nieuw op te richten FRV. Het betreffende advies dat straal genegeerd
werd door de minister kan je hier lezen: advies van Nationale Raad voor Verpleegkunde betreffende een wijziging van de samenstelling en de werking van de Federale Raad voor Verpleegkunde
Een extra complicatie voor een
efficiënte functionering zijn de harde besparingen in het ministerie
zelf. Zo wordt bijvoorbeeld maar 1 op de drie personeelsleden van de
administratie die op pensioen gaan, vervangen wat nefaste gevolgen heeft
voor de praktische omkadering van de adviesraden. De verhoging van de
werklast voor de overblijvende ambtenaren is er één van. Het vertalen
van teksten wordt tot een absoluut minimum beperkt wat natuurlijk voor
de nodige vertragingen en misverstanden kan zorgen in een orgaan waar de
3 taalgemeenschappen vertegenwoordigd zijn (Nederlands, Frans en Duits)
De administratie zal enkel nog een éénmalige vertaling doen van de
officiële adviezen wat de discussie enkel maar kan bemoeilijken. In de
praktijk weten we dat er zoiets als “een perfecte versie van de eerste
slag” niet bestaat. Allerhande werkdocumenten zullen niet meer vertaald
worden door de FOD op uitzondering van de verslagen van de plenaire
vergaderingen en de vergaderingen van het Bureau. Eigenlijk verwacht men
van de deelnemende organisaties dat indien zij een werktekst inbrengen,
zij ook zelf voor de vertaling zorgen. In de praktijk zal vlotte
tweetaligheid meer dan aangewezen zijn, zeker voor de werkgroepen in de
schoot van de FRV … maar daar is natuurlijk geen rekening mee gehouden
bij de keuze van de vertegenwoordigers. Voor de werkgroepen in de schoot
van de FRV zal geen simultaanvertaling meer voorzien worden en PV’s
zullen evenmin door de administratie opgemaakt worden. Babylonische
spraakverwarring verzekerd!
Wat niet veranderd is in
vergelijking met de oude NRV is de “sociale samenstelling” van de
vertegenwoordigers. De beroepsorganisaties worden overwegend
vertegenwoordigd door diensthoofden, middenkaders en directieleden
terwijl de vakbondsvertegenwoordigers vooral gewone verpleegkundigen of
zorgkundigen zijn die aan het bed van de patiënt komen, de
“frontsoldaten” quoi. Dit verklaart waarschijnlijk waarom de
beroepsorganisaties soms al eens overkomen als “verkapte
werkgeversvertegenwoordigers” én uiteraard is er ook nog het typische
corporatisme …
Hopelijk wordt het geen valse start voor
de FRV want het ministerie gaat al in maart over tot “lopende zaken”
omwille van de verkiezingen. De vorige NRV was een verhaal van “10
kleine negertjes” waarbij op het laatste met heel veel moeite de
noodzakelijke aanwezigheidsquota bereikt werden om geldig te kunnen
stemmen en /of te vergaderen. De slakkengang waartoe adviesraden
klaarblijkelijk veroordeeld zijn en het gebrekkig functioneren hadden
duidelijk een invloed op het enthousiasme en dus op de aanwezigheid op
de vergaderingen. In het begin van de vorige NRV gingen de plenaire
vergaderingen om de maand door maar gaandeweg werd dat ritme bijgesteld
tot 1 keer om de 6 weken én langer. De plenaire vergaderingen van de FRV
zullen tweemaandelijks doorgaan. Laat ons hopen dat de FRV niet
hetzelfde lot is toebedeeld als de NRV …