Gisteren op het VRT-nieuws werd met veel bombarie aangekondigd dat de non-profit de komende jaren 120 000 nieuwe jobs nodig heeft (zie artikel deredactie.be) Dit opmerkelijke cijfer wordt echter meteen tegengesproken door socioloog Jan Hertogen die een ander cijfer naar voor brengt: 67.533 of iets meer dan de helft van wat Verso (werkgeverskoepel in de Vlaamse non-profit) zegt. Voor de nodige berekeningen, argumenten en juist cijfermateriaal verwijzen we naar het artikel van Jan Hertogen: "Geen 120.000 maar maximum 67.533 jobs in de Non-Profit de komende 4 jaar"
Waarom deze zware overschatting van werkgeverszijde? Voor vakbondsmensen die o.a. de "non-activiteiten" van de laatste maanden in het paritair comité opvolgen, is dit overduidelijk een poging van de werkgevers om hun eigen agenda kracht bij te zetten door de publieke opinie en de politiek blazen wijs te maken. De werkgevers willen immers raken aan het brugpensioen én het unieke systeem van ADV-dagen (arbeidsduurvermindering op 45,50 en 55 jaar door bijkomende verlofdagen) in de non-profit dat juist de uitval in de sector tegengaat (voor de juiste cijfers: zie artikel boven van Jan Hertogen) In de TV-reportage van het Journaal wordt dit ook zo gesteld: in de sector zal er langer én anders moeten gewerkt worden. Dit is uiteraard voor interpretatie vatbaar maar meestal betekent dit in werkgeverstaal: het personeel moet inleveren.
Deeltijdse arbeid is in de witte sector eerder regel dan uitzondering en dit mag zeker niet vergeten worden in de ganse discussie. Sommige vakbondsmilitanten opperen terecht het idee dat het hoog tijd wordt dat de oude vakbondseis van de 32-urenweek zonder loonverlies en bijkomende aanwervingen terug van stal gehaald wordt. Hiermee zou men het werk van de voltijdsen draagbaar houden en op een aantrekkelijke manier de arbeidstijd van de deeltijdsen kunnen optrekken. Hieraan gekoppeld uiteraard de nodige investeringen in kinderopvang ... Een bijkomende piste van Jan Hertogen is het aanvullen van de ADV-dagen met een bijkomende schijf op 60 jarige leeftijd ...
Uiteraard komt dan de vraag: wie gaat dit betalen? Deze vraag werd echter niet gesteld toen de banken hals over kop moesten gered worden met miljarden overheidsgeld ...
Het is duidelijk dat de discussie over het dreigend tekort aan personeel de onderhandelingen voor nieuwe sociale akkoorden in de non-profit zal overheersen waardoor wel eens de looneisen dreigen vergeten te worden. Nog steeds verdienen de werknemers in de non-profit gemiddeld 15% minder dan in de profitsectoren. Degelijke loon- en arbeidsvoorwaarden zijn echter cruciaal om de sector aantrekkelijk te maken.
Bij het invoeren van buitenlandse arbeidskrachten als oplossing voor het tekort kan men heel wat kanttekeningen plaatsen: wat met de taal, het opleidingsniveau, worden deze mensen tewerkgesteld aan dezelfde voorwaarden... ? In ZNA (ZiekenhuisNetwerk Antwerpen) werken de Filipijnse verpleegkundigen in onderaanneming: we moeten er geen tekeningetje bij maken wat dit concreet betekent. Verder zijn er ook nog de commerciële headhuntersbureaus die Oosteuropese ziekenhuizen en verpleegkundescholen afschuimen en hiervoor onze ziekenhuizen en dus de gemeenschap (aangezien de sector zwaar gesubsidieerd wordt) zwaar doen dokken ...
Het moet ons niet verwonderen dat de commercie in het personeelstekort een "opportuniteit" ziet ... om de gemeenschap geld lichter te maken. Daarom is een fundamentele hervorming van de welzijns- en gezondheidszorg nodig: het volledig uitbannen van het commercieel privé-initiatief zou al een eerste goede stap zijn in de richting van een publieke nationale gezondheidsdienst ...
Reactie van LBC-NVK secretaris Dominic Van Oosterwyck op de deWereldMorgen.be op 11/08/2010:
De non-profitsector: meer inzetten op personeel!
Persbericht BBTK social profit 12/08/2010:
Sector gezondheidszorg: eindeloopbaan en brugpensioen op de helling