Zijn verpleegkundigen “verwende luxebeesten”, zoals sommige politici impliceren?
Vlaams minister van Welzijn, Jo Vandeurzen (CD&V), liet begin mei weten dat men jongeren geen foute beelden mag inprenten als het gaat over starterslonen in de non/social profit...
Op 9 mei kopte o.a. het Nieuwsblad: “Verplegers bij best betaalden.” Een salarisenquête van de KU Leuven en Vacature wees immers uit datbeginnende verpleegkundigen bij de top 3 van de best betaalden horen op hun niveau, de bachelors (vroegere A1). Dat er ook nog verpleegkundigen “HBO5” (de vroegere A2) bestaan, vergeet men even. Het ging hier echter niet over het basisloon, maar over het loon waar alle premies voor avond- , nacht- en weekendwerk (en niet te vergeten: feestdagen) reeds in opgenomen zijn: 2027 Euro bruto/maand. Die schijnbare ‘hoge verloning’staat echter niet in evenwicht met de zware werkdruk, hyperflexibiliteit en verantwoordelijkheid (letterlijk soms kwestie van leven of dood) die verpleegkundigen dragen.
De reële arbeidsomstandigheden verschillen serieus met hoe ze in allerhande promocampagnes en TV-soaps worden afgeschilderd. De ronduit seksistische campagne die stelde dat er knappe dokters in het ziekenhuis rondlopen en eigenlijk veronderstelde dat vrouwelijke verpleegkundigen niets anders te doen hebben dan in zwijm te vallen voor geneesheren, was toch wel de hoofdvogel. Respect voor het beroep is toch wat anders.
In de Metro van 30 mei wist men in dezelfde trend te vertellen dat de knelpuntberoepen reeds 20 jaar dezelfde zijn, inclusief verpleegkunde. Vandaag is één op de twee vacatures bestemd voor knelpuntberoepen volgens de VDAB. "Eén van de oorzaken is het imagoprobleem waar veel knelpuntberoepen mee kampen." Wat betreft verpleegkunde is de vorige zin stilletjes aan een mantra aan het worden voor de beleidslieden. Ondertussen hebben de heren en dames politici 20 jaar de tijd gehad om iets aan het probleem te doen. Spijtig genoeg moeten we vaststellen dat de politici, buiten het zich pro forma ongerust maken, gedurende al die tijd zelfs nog geen begin gemaakt hebben om het probleem STRUCTUREEL aan te pakken.
De berg die een muis baart: "Het attractiviteitsplan voor de verpleegkunde"
Sommigen onder ons zullen zich waarschijnlijk nog het zogezegd prestigieuze “Attractiviteitsplan voor de Verpleegkunde” herinneren dat minister Onkelinx in de zomer van 2008 lanceerde. Anno 2011 kunnen we vaststellen dat er van dit plan niet veel in huis gekomen is buiten de schamele extra avondpremie van 20% tussen 19 en 20 uur en de premies voor de Bijzonder Beroepstitels (BBT’s) en Bijzondere Beroepsbekwaamheden (BBK’s) .
To ‘BBT’ or not to ‘BBT’
De ganse problematiek van de BBT’s en de BBK’s zorgt voor extra spanning en verdeeldheid bij de verpleegkundigen op de werkvloer. Voor hetzelfde werk wordt een verpleegkundige met een BBT of BBK beter betaald dan de collega zonder bij wijze van een aanzienlijke jaarlijkse premie die in september wordt uitbetaald. Dezelfde redenering gaat natuurlijk ook op voor het verschil van loon tussen HBO5 (A2) en de bachelors (A1) waar trouwens IF-IC, de nieuwe functieclassificatie met passende loonbarema’s in wording (?), ook geen onderscheid in maakt.
Daar bovenop is de lijst van erkende titels zéér beperkt en heeft het Ministerie van Volksgezondheid een enorme achterstand in de verwerking van de erkenningsaanvragen voor de weinige titels die er al zijn (ook voor de zorgkundigen trouwens). Sommige verpleegkundigen die reeds lang een erkenningsaanvraag ingediend hebben, zullen door deze achterstand de premie in september aan hun neus zien voorbijgaan. Anderzijds is er van de belofte van de minister om jaarlijks 2 nieuwe titels te erkennen ook niets terechtgekomen ondanks het feit dat de Nationale Raad voor Verpleegkunde al verschillende ontwerp-KB’s voor nieuwe titels en bekwaamheden heeft voorbereid.
Op het gebied van de titels kunnen we gerust over een totale stilstand spreken. Door minister Onkelinx is de discriminatie bij de verloning van verpleegkundigen nu nog completer … Tot zover een poging of beter gezegd iets dat er moet voor doorgaan om de verpleegkunde terug aantrekkelijk te maken.
Corporatisme en elitarisme van sommige beroepsorganisaties zijn niet de oplossing!
Het lijkt dan ook een raadsel voor de politici waarom er zo een tekort aan verpleegkundigen OP DE WERKVLOER bestaat. Nochtans volgens de cijfers doet België het helemaal niet zo slecht wat betreft het aantal mensen die een verpleegkundig diploma op zak hebben. In België zijn er ongeveer 11 verpleegkundigen per 1000 inwoners. Frankrijk bijvoorbeeld moet het met minder dan de helft doen: 5,2 per 1000 inwoners. De verklaring werd echter beknopt weergegeven in een titel van Metro (19 mei): “ Nieuwe lichting is na enkele jaren weg.” In dit artikel vraagt men de voorzitster van het FNIB (Fédération Nationale des Infirmières de Belgique) haar mening over de problematiek van de duizenden openstaande vacatures voor verpleegkundigen: “Het probleem is niet dat er onvoldoende gekwalificeerde verpleegkundigen zijn, maar dat de werkomstandigheden niet aantrekkelijk zijn (…) Sommigen kiezen een ander beroep, anderen werken halftijds of op interimbasis … Verpleegkundigen met 25 jaar ervaring blijven op post. Maar de nieuwe lichting houdt het na enkele jaren voor bekeken.”
De oplossingen die de FNIB aanreikt, zullen echter ook geen zoden aan de dijk brengen. De vakbonden hebben in het verleden al verscheidene malen stelling genomen tegen de hypercorporatistische beroepsvereniging met haar ‘elitaristische’ benadering van de verpleegkunde. Zo was de FNIB (in tegenstelling tot de NVKVV) één van de grootste pleitbezorgers van een “Orde van Verpleegkundigen” naar het voorbeeld van de beruchte Orde van Geneesheren. Dit werd echter kordaat tegengehouden door een campagne van de vakbonden (waar Polsslag langs nederlandstalige zijde meer dan zijn steentje toe bijgedragen heeft.) De FNIB ziet ook liever de A2 verpleegkundigen verdwijnen om plaats te maken voor het Masterniveau, kennelijk zijn de ‘gewone bachelors’ óók al te min …
De laatste jaren hebben we een gestage groei gezien in verpleegkundige middenkaderfuncties in de ziekenhuizen … op vraag van de overheid die de trend van “(kwaliteits)controle op het werk” uit de privésector ook doortrekt naar de non/social profit. Het is dan ook niet verwonderlijk dat heel wat nieuwe bachelors verder studeren om uiteindelijk op een bureau terecht te komen als middenkader. Dit hoeft ook niet te verwonderen: de werkomstandigheden “aan het bed van de patiënt” zorgen voor een “logische” vlucht … Het is echter “aan bed” dat het tekort zich voordoet én waar het opgelost moet worden.
Een meer objectieve studie van het HIVA (onderzoeksinstituut voor arbeid en samenleving) toont echter aan dat de lonen in de non/social profit gemiddeld 10,5% lager liggen dan lonen voor gelijkwaardige functies in andere sectoren. De werkgevers lieten bij monde van ADMB (externe dienstverlening voor bedrijven en zelfstandigen) weten dat Poolse verpleegkundigen de oplossing zijn voor de personeelsschaarste in de zorgsector. Uitweiden over de loon- en arbeidsvoorwaarden van deze werknemers doet men echter niet.